Week 4 Kern Les 19/20 Argumenten en discussieprogramma's

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Aan het einde van de les 
Weet je wat we gaan doen na de meivakantie en in de PTO-week

Heb je geleerd wat een argument is en wanneer een argument sterk is of niet

Weet je wat discussieprogramma's zijn 

Herken je meningen en feiten in een filmpje




Slide 3 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Deze periode 


Sollicitatiebrief 

Maatschappelijk mondeling
Debat over een door ons gegeven onderwerp, dat jij vooraf gaat onderzoeken en voorbereiden
Hst 19/20 Kern
Lessonups
Instructies op Teams
Lees- en schrijfvaardigheid 
Proefwerk van 120 minuten 
Kern hst 2, 14, 15, 27, 28, 53, 54
Numo 
Formuleren naar 2F (>50%) 
Sollicitatiebrief 
CV van maatschappijkunde
Sturen naar mentor 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten
In een debat ondersteunen mensen hun standpunt met argumenten. 
Een argument is een uitleg waarom iemand iets vindt.
Argumenten worden vaak aangegeven met één van deze woorden (signaalwoorden):

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddel = AUB
Een argument wordt sterker als je het goed kunt uitleggen.

A (argument) + U (uitleg) + B (bijvoorbeeld)


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld AUB
Stelling: Iedere school moet een politieagent krijgen.

A: ‘Want een agent op school zorgt voor meer veiligheid.’
U: ‘Een agent kan gelijk ingrijpen als er iets op school gebeurt. Ook zullen leerlingen minder snel strafbare dingen doen, omdat ze weten dat ze betrapt kunnen worden. Dat is goed, want het is belangrijk dat school veilig is zodat iedereen zich prettig voelt en goed kan leren.’
B: ‘Als er op school een telefoon gestolen wordt, kan een agent gelijk uitzoeken wie dit heeft gedaan. Dan gaat niet iedereen elkaar vals beschuldigen. Dat helpt om te zorgen voor een veilige sfeer op school.'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een argument een sterk argument?

Argumenten zijn feitelijk
Je kunt bronnen noemen 
Ze zijn lastig te weerleggen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een argument een zwak argument?

Argumenten zijn niet-feitelijk (gevoel, mening etc.)
Je kunt geen bronnen of ander bewijs geven
Ze zijn heel makkelijk te weerleggen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterk/zwak argument?
Ik moet een andere jas, want deze is uit de mode
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterk/zwak argument?
Mode verandert, maar soms komt iets terug. Kijk maar naar de broekspijpen uit de jaren '70, toen droegen mensen ook veel bell bottoms of flared jeans.
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterk/zwak argument?
Ik moet meer geld krijgen van de overheid, want ik ben zielig.
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterk/zwak argument?
Met goede cijfers kan ik een betere studie doen en meer betekenen voor de samenleving, daarom moet ik meer geld krijgen dan leerlingen die geen goede cijfers halen.
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zijn natuurlijk allang niet alleen maar programma's. TikTok, YouTube, Instagram staan vol met filmpjes waarin mensen proberen je te overtuigen.....

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld (incl. link of screenshot) van een filmpje dat je de afgelopen dagen hebt gezien waar mensen je proberen te overtuigen.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lees en maak uit Kern 

Lees hoofdstuk 19 en maak vraag 2 + 4 - blz. 42 
Lees hoofdstuk 20 en maak   vraag 6 -  blz. 45
timer
7:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2 + 4 hst 19 
2. Bijvoorbeeld: In het programma ‘Zendtijd voor Politieke Partijen’ kunnen politieke partijen hun boodschap overdragen via radio- en televisie. 

4. B, D, F

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie werkblad
Lees de vragen 
Kijk het filmpje 
Maak aantekeningen 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda

Afmaken filmpjes
Onderwerp
Hoofdgedachte
Standpunt
Argument 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek en schrijf op in je schrift 
Onderwerp
Hoofdgedachte
Standpunt
Argument 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp 

Onderwerp =  waar een tekst over gaat

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte
  • Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.

  • een hele zin, maar geen vraagzin!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standpunt + argumenten
In een debat ondersteunen mensen hun standpunt met argumenten. Een standpunt is je mening.

Een argument is een uitleg waarom iemand iets vindt.
Argumenten worden vaak aangegeven met één van deze woorden (signaalwoorden):

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nu ...
...wat we gaan doen na de meivakantie en in de PTO-week?

...wat een argument is en wanneer een argument sterk is of niet?

...wat discussieprogramma's zijn? 

...wat meningen en feiten  zijn in een filmpje?




Slide 39 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Fijne meivakantie !

Werk Numo bij (tot 2,5 uur)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies