Les 4 - Extraheren


H3 - Scheidingsmethoden
- Pak je laptop
- Pak je werkboekje
- Pak een pen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaSk2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


H3 - Scheidingsmethoden
- Pak je laptop
- Pak je werkboekje
- Pak een pen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerk

  • Herhaling vorige lessen

  • Uitleg 3.3

  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide


Dit is een:
A
enkelvoudige zuivere stof
B
samengestelde zuivere stof
C
mengsel

Slide 3 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode is dit?
A
Bezinken en afschenken
B
Indampen
C
zeven
D
filtreren

Slide 4 - Quizvraag

Filter
Residu
Filtraat
Suspensie
Emulsie

Slide 5 - Sleepvraag

Welke scheidingsmethode kies je wanneer je ZOUT wilt winnen uit zeewater?
A
indampen
B
filtreren
C
bezinken
D
destilleren

Slide 6 - Quizvraag

Op welke eigenschap berust indampen?
A
Smeltpunt
B
Oplossingsvermogen
C
Aanhechtingsvermogen
D
Kookpunt

Slide 7 - Quizvraag

Het destillaat is de stof met het ......... kookpunt
A
hoogste
B
laagste

Slide 8 - Quizvraag

Scheiden van mengsels
= Sorteren van stoffen op basis van verschil in stofeigenschappen

Scheidingsmethoden:
  • Bezinken en afschenken
  • Filtreren
  • Indampen
  • Destilleren
  • Extraheren
  • Adsorberen

Slide 9 - Tekstslide

Extraheren
  • Op basis van verschil in oplosbaarheid

  • Extractiemiddel = vloeistof

  • Extract
  • Residu

Slide 10 - Tekstslide

Extraheren
  • Op basis van verschil in oplosbaarheid

  • Extractiemiddel = vloeistof

  • Extract
  • Residu
Na extraheren altijd nog filtreren!!

Slide 11 - Tekstslide

Extraheren schematisch

Slide 12 - Tekstslide

Extraheren
Toepassingen:
  • Thee zetten
  • Koffie zetten
  • Bouillon maken
  • Suiker uit suikerbieten halen

Slide 13 - Tekstslide

Door middel van welk verschil in stofeigenschap kan je extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 14 - Quizvraag

Welke 2 scheidingsmethoden worden gebruikt bij het zetten van thee?
A
Bezinken en filtreren
B
Filtreren en extraheren
C
Extraheren en bezinken
D
Extraheren en indampen

Slide 15 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij thee?
(nadat de thee 'gezet' is)
A
filtraat
B
extract
C
exctractiemiddel
D
residu

Slide 16 - Quizvraag

Wat is bij koffiezetten het extractiemiddel?
A
het koffiepoeder
B
de koffie
C
water
D
het residu

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor een soort mengsel is het residu en wat voor een soort
mengsel is het extract?
A
Het residu is een oplossing, het extract ook.
B
Het residu is een suspensie, het extract ook.
C
Het residu is een oplossing het extract een suspensie.
D
Het residu is een suspensie, het extract een oplossing.

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag 
Nu: 
  • Doorlezen §3.3 
  • Maken §3.3 - alle opdrachten = Huiswerk!

  • Je mag uit de teams-meeting (blijf wel beschikbaar!)
  • Vraag? Neem weer deel aan de teams-meeting 
  • Docent blijft tot einde van de les beschikbaar

Slide 19 - Tekstslide