3K §7.1 stelling van Pythagoras

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 7

Vandaag

Uitleg Pythagoras

Voorkennis maken Hoofdstuk 7

Pythagoras was een

1. Romeinse wiskundige
2. Griekse filosoof
3. Romeinse filosoof
4. Griekse wiskundige

Wat is de stelling van Pythagoras?

1. rhz² + rhz² = sz²
2. rhz² - rhz² = sz²
3. rhz² x rhz² = sz²
4. rhz² : rhz² = sz²

Wat is de stelling van Pythagoras voor deze driehoek?

1. PQ​2​​+QR​2​​=PR​2​​
2. PQ​2​​+PR​2​​=QR​2​​
3. PR​2​​+QR​2​​=PQ​2​​
4. PR​2​​+PQ​2​​=QR​2​​

Wat moet de stelling van Pythagoras altijd hebben?

1. 2 gelijke zijde en een schuine.
2. een hoek groter dan 90 graden.
3. een hoek van 90 graden.
4. dat het oppervlakte van lange zijde gelijk is aan de opp van schijne zijde met korte zijde

Rechthoekige driehoeken

rechthoekige driehoeken?

Waarom zijn dit rechthoekige driehoeken?

De stelling van Pythagoras kan alleen worden toegepast in rechthoekige driehoeken! 

Wat zijn ook al weer:

rechthoekige driehoek

een rechthoekige driehoek heeft een rechte hoek

de zijdes van de rechthoekige driehoek hebben speciale namen. 

Wat is de schuine zijde?

1. AB
2. BC
3. AC

Wat is de schuine zijde?

1. PQ
2. QR
3. PR

Wat zijn de rechthoekszijden?

Wat is hier de schuine zijde?

1. AB
2. BC
3. AC

Bereken de schuine zijde met de stelling van Pythagoras

Bereken met Pythagoras de lengte van QR.

Aan de slag

Maak voorkennis van Hoofdstuk 7