In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
13.9 meten en wegen met juiste maten
Slide 1 - Tekstslide
Meten is weten
Hoe lang je bent met een meetlat. (meten)
De temperatuur buiten met een thermometer.
Het gewicht met een weegschaal. (wegen)
WAAROM ZOU JE GAAN METEN?
Slide 2 - Tekstslide
Meten geeft je belangrijke informatie.
Als je bijvoorbeeld wilt weten hoeveel je bent gegroeid in een jaar, of het buiten warm genoeg is voor een korte broek of hoeveel gram suiker je nodig hebt voor het bakken van de koekjes.
Slide 3 - Tekstslide
Recept voor 18 muffins
75 gram boter
375 gram bloem
90 gram suiker
6 gram bakpoeder
snufje zout
3 eieren
225 ml melk
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat klopt?
je nagel is 1 mm / 1 cm / 1 dm ?
van je duim naar je pols is 1 cm / 1 dm / 1 m ?
een grote stap is 1 cm / 1dm / 1 m ?
grasveld is 1 m / 1 dam / 1 ham ?
van school naar huis is 1 m / 1 hm / 1 km ?
een zak konijnenvoer is 100g / 10 kg ?
Slide 6 - Tekstslide
I
In deze les leren jullie over het metriek stelsel.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Ezelsbruggetje...
Slide 9 - Tekstslide
De lengte van je lesboek is 40 centimeter (cm).
Hoeveel decimeter is dat?
Antwoord:
In het metriek stelsel ga je van cm naar dm een traptrede omhoog, dus deel je het getal door tien. 40 : 10 = 4. 40 centimeter is dus 4 decimeter.
Slide 10 - Tekstslide
Welke lengtemaat is groter?
A
8 m
B
70 dm
Slide 11 - Quizvraag
Welke lengtemaat is groter?
A
65 dm
B
6 m
Slide 12 - Quizvraag
Welke lengtemaat is groter?
A
6 dm
B
87 cm
Slide 13 - Quizvraag
6 dm = ... mm
7 m = ... dm
40 m = ... dm
5 m = ... mm
60 m = ... dm
90 dm = ... cm
80 cm = ... mm
70 dm = ... mm
2 dm = ... mm
90 m = ... mm
Zet de lengtematen om in je schrift. Maak daarna een foto van je schrift
Gebruik het metriekstelsel in slide 4
200 cm = ... dm
700 dm = ... m
30 cm = ... dm
400 mm = ... cm
900 cm = ... dm
Slide 14 - Tekstslide
Rekenverhalen met tijd
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Rekenen met tijd
Een voetbalwedstrijd bestaat uit twee helften. Elke helft duurt 45 minuten. Tussen de helften een rust van 15 minuten. De wedstrijd begint om 19.30.
Hoe laat begint de tweede helft?
De tweede helft is afgelopen om?
De wedstrijd wordt verlengd met 2 x 15 minuten
Slide 17 - Tekstslide
Film
Je vertrekt van huis om 19.15. De film start om 19.45. Na een uur is er een pauze van 20 minuten. Dan start de film weer. Om 22.15 is de film afgelopen. Om 22.45 ben je weer thuis.