Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nettoresultaat
Nettoresultaat
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nettoresultaat
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je
Hoe je het netto resultaat van een onderneming kunt uitrekenen
Ook weet je waarom bedrijven niet altijd voor de volle winst gaan
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Uitleg Nettoresultaat (15 min)
Samen oefenen (15 min)
Zelfstandig oefenen (20 min)
Kahoot (20 min)
Slide 3 - Tekstslide
Wat is winst
Het bedrag dat je over houdt na betalen van alle kosten
Voorbeeld bedrijf A:
Inkoopprijs = €10
Verkoopprijs = €15
Bedrijfskosten = €2.000
Afzet = 1.000 stuks
Bereken het nettoresultaat
Slide 4 - Tekstslide
Wat is winst
Voorbeeld bedrijf A:
Inkoopprijs = €10
Verkoopprijs = €15
Bedrijfskosten = €2.000
Afzet = 1.000 stuks
Bereken het nettoresultaat.
Vragen:
Wat zijn de inkomsten van bedrijf A?
Wat zijn de uitgaven van bedrijf A?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is winst
Voorbeeld bedrijf A:
Inkoopprijs = €10
Verkoopprijs = €15
Bedrijfskosten = €2.000
Afzet = 1.000 stuks
Bereken het nettoresultaat.
Vragen:
Wat zijn de inkomsten van bedrijf A?
1.000 x €15 = €15.000
Wat zijn de uitgaven van bedrijf A?
1.000 x €10 = €10.000
2.000
Slide 6 - Tekstslide
Wat is winst
Voorbeeld bedrijf A:
Inkoopprijs = €10
Verkoopprijs = €15
Bedrijfskosten = €2.000
Afzet = 1.000 stuks
Bereken het nettoresultaat.
Vragen:
Wat zijn de inkomsten van bedrijf A?
1.000 x €15 = €15.000
Wat zijn de uitgaven van bedrijf A?
1.000 x €10 = €10.000
2.000
Wat je over houdt is het nettoresultaat.
15.000 - 10.000 - 2.000 = 3.000 (nettowinst)
Slide 7 - Tekstslide
In de juiste volgorde
1.000 x €15 = €15.000
Omzet
1.000 x €10 = €10.000
inkoopwaarde -
€ 5.000
Brutowinst
€ 3.000
Bedrijfskosten
€ 2.000
Nettoresultaat
Slide 8 - Tekstslide
De inkomsten van een bedrijf noem je ook wel
A
Afzet
B
Omzet
C
Bedrijfskosten
D
Nettowinst
Slide 9 - Quizvraag
Het diensten of producten dat een bedrijf verkoopt noem je...
A
Afzet
B
verkoopwaarde
C
Bedrijfskosten
D
Nettowinst
Slide 10 - Quizvraag
Omzet - inkoopwaarde = ...
A
Bedrijfskosten
B
Nettowinst
C
Brutowinst
D
Inkoopwinst
Slide 11 - Quizvraag
Brutowinst - bedrijfkosten = ...
A
omzet
B
inkoopwaarde
C
btw
D
nettoresultaat
Slide 12 - Quizvraag
Afzet = 500 stuks
Verkoopprijs = €10,-
Omzet = ...
A
€50
B
€490
C
€510
D
€5.000
Slide 13 - Quizvraag
Afzet = 500
Inkoopprijs = €5,-
Inkoopwaarde =
A
€100
B
€495
C
€505
D
€2.500
Slide 14 - Quizvraag
Afzet = 600 stuks Inkoopprijs = €2 Verkoopprijs = €4
Bedrijfskosten = €1.400
Bereken het nettoresultaat
Slide 15 - Open vraag
Berekening
Afzet = 600 stuks Inkoopprijs = €2 Verkoopprijs = €4
Bedrijfskosten = €1.400
Bereken het nettoresultaat
600 x 4 = 2.400
600 x 2 = 1.200 -
Brutowinst = 1.200
Bedrijfskosten = 1.400 -
Nettoresultaat = -200 = €200 verlies
Slide 16 - Tekstslide
Maatschappelijk kosten
Milieuvervuiling
Ontbossing
Geluidsoverlast
Klimaatverandering
Deze dingen kosten het bedrijf niks. De maatschappij betaalt er voor.
Slide 17 - Tekstslide
MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen:
Bedrijven houden rekening met de maatschappij
Maken extra kosten
Soms minder winst
Slide 18 - Tekstslide
MVO
Omzet - inkoopwaarde - bedrijfskosten = nettowinst
Bedrijven zijn vaker bereid om:
Meer geld voor eerlijke producten te betalen
Meer bedrijfskosten te maken aan bijvoorbeeld filtersystemen
Slide 19 - Tekstslide
MVO staat voor
A
Maatschappij voor ondernemingen
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Maatschappelijk voor ondernemingen
D
Maatwerk volgens ondernemen
Slide 20 - Quizvraag
Als een bedrijf aan MVO doet dan ...
A
Geeft het bedrijf meer geld uit
B
Geeft het bedrijf minder geld uit
Slide 21 - Quizvraag
Opdracht
Maak de HH opdrachten van paragraaf 3.2 (boek Jaar 4)
&
Maak alle opdrachten van leerstof 5 paragraaf 6.4 (boek jaar 3)
+- 8 opdrachten
Tijd +- 20 min
Klaar: begin met de rekentrainers van beide hoofdstukken.
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Les met
26 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Les met
28 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Omzet & winst
Januari 2019
- Les met
18 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Winst of verlies?
Januari 2019
- Les met
22 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.2 Hoeveel levert het op?
Augustus 2018
- Les met
44 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
6.3
November 2019
- Les met
30 slides
Dienstverlening en Producten
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
3.2 Winst of verlies?
Augustus 2018
- Les met
39 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
leerjaar 3 hst 5 les 2
Maart 2020
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3