Islam - geschiedenis, begrippen en antwoorden

De Islam
  • Geschiedenis
  • Begrippen
  • Antwoorden huiswerk
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Islam
  • Geschiedenis
  • Begrippen
  • Antwoorden huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze lessenreeks:

- heb je kennisgemaakt met de islam
- ken je de begrippen die op de volgende slide staan - 5 zuilen
- weet je de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de andere Abrahamitische godsdiensten.

Slide 2 - Tekstslide

  Begrippen 

Ka'ba
Koran
Oemma
Sharia
Ramadan


Begrippen

vijf zuilen
Ibrahim
Mohammed  
Mekka
Soenna

Slide 3 - Tekstslide

De Oemma - hele moslimwereld

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 29

Met de Oemma wordt bedoeld. De hele moslimwereld. Oftewel, alle landen waarin de Islam de grootste godsdienst is.

  1. Iran
  2. Irak
  3. Indonesië
  4. Pakistan
  5. Saoedi-Arabië
  6. Turkije
  7. Marokko
  8. Afghanistan

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 30

A. Net als in het jodendom en het christendom is er in de Islam sprake van één God.
Deze God heet Allah en kun je niet zien en mag je nooit (net als Mohammed) een afbeelding van maken.
B.
In het christendom is sprake van een drie-eenheid:
God, Jezus en de Heilige Geest zijn met zijn drieën één.
(vergelijk het lego-doosje waar je drie dingen van kan maken).
Dit wijst Mohammed af.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 31

Zacharia - Zakarijja
Johannes - Jahja
Maria - Marjam
Jacob - Ja'koeb
Jezus - 'Isa
Abraham - Ibrahim






Ismaël - Isma'iel
Isaak - Ishaak
Mozes - Moesa
Aäron - Haroen
Michaël - Mika'il
Gabriël (engel) - Djibriel

Slide 7 - Tekstslide

Verdiepingsopdracht 10
De tien geboden: 
'Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de Heer, uw God, duld geen andere goden naast mij'

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verdiepingsopdracht 11
Volgens katholieken slaat het beeldverbod níet op het maken van beelden van, God, Jezus en christelijke heiligen. Maar slaat het verbod op het maken van beelden van ándere goden dan God.
Volgens protestanten slaat het beeldverbod juíst op beelden van God en Jezus zelf.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 32
Noem de drie belangrijkste bronnen van de islam.

Bron 1: Koran (Heilige Boek)
Bron 2: soenna (traditie om te leven zoals Mohammed)
Bron 3: sharia (Islamitische wet- en regelgeving)

Slide 11 - Tekstslide

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 33 - vijf zuilen van de Islam
Shahada - geloofsbelijdenis
Salaat - gebed
Zakat - armenbelasting
Hadj - bedevaart naar Mekka
Saum (tijdens de Ramadan) - vasten

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 34 - de Ramadan
A. Een moslim vast van zonsopkomst tot zonsondergang. Dus dan mag je niet eten, drinken en veel andere zaken zijn verboden.
B. Wat mag nog meer niet tussen zonsopkomst en -ondergang?
C. Wat doe je juist wel tijdens Ramadan?

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 35 - gebedshuizen
A.
Joden - synagoge (Jiddisch: Sjoel vergelijk Duitse Schule)
Christenen - kerk (Dom of kathedraal) 
Moslims - moskee (Minaret is de hoge toren)
B. 
Bij hindoes is dit een tempel

Slide 20 - Tekstslide

Verdiepingsopdracht 12
A.  In heel veel religies komen vastendagen voor. Zo kennen christenen de vastenperiode vanaf aswoensdag (voorafgegaan door Carnaval) tot pasen. 
Ook Hindoes hebben verschillende vastendagen.
B.  Dit is een sponsoractie die vaak gehouden wordt op scholen voor een goed doel
C.  Noem eens overeenkomsten en/of verschillen.

Slide 21 - Tekstslide

Verdiepingsopdracht 13 
Heilige dagen:
Joden - zaterdag = Sabbat
Christenen - zondag = rustdag
Moslims - vrijdag - vaak 's avonds

Een verbod om te werken kent de Islam niet. De zesde dag bij moslims heeft te maken met de zesde dag van de schepping toen Allah de mens maakte. Op die zesde dag van de week moet de mens zijn onderworpenheid aan Allah extra tonen.

Slide 22 - Tekstslide