Hoofdstuk 8.4 Grafiek bij een woordformule

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het vaste bedrag?
A
50
B
30

Slide 5 - Quizvraag

Wat komt er uit als je 0 invult in de woordformule?
A
0
B
3
C
4
D
7

Slide 6 - Quizvraag


Wat is het vaste bedrag?
A
2,50
B
45
C
5
D
10

Slide 7 - Quizvraag

Wat komt er uit als je 0 invult in de woordformule?
A
0
B
6
C
15
D
21

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel betaal je als je de fiets 5 dagen wil huren?
Noteer je berekening

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Soms 2 tabellen in een grafiek

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Woordformule:
Beltegoed in € = 25 - 0,20 x bel-tijd in minuten

Noemen we 0,20 het stijggetal of het daalgetal?
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het begingetal?
A
4
B
4000

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het begingetal?
A
200
B
5
C
0
D
80

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het
begingetal?
A
60
B
40
C
20
D
Dat kan je niet weten!

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het stijggetal?
A
1
B
400
C
2800
D
600

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het begingetal?
A
inhoud (liters)
B
60
C
10
D
tijd in uren

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het begingetal?
A
2,50
B
4

Slide 24 - Quizvraag

Zit er in de onderstaande formule een stijggetal of daalgetal:
Aantal liters = 1100 - 90 x tijd in uren
A
stijggetal
B
daalgetal
C
geen van beide

Slide 25 - Quizvraag

Is er hier een stijggetal of een daalgetal ?
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 26 - Quizvraag


Wat is hier het stijggetal?
A
0
B
1
C
5
D
60

Slide 27 - Quizvraag

begingetal
stijggetal
daalgetal

Slide 28 - Sleepvraag

k = 2,50 + 0,20a
Heeft deze formule een daalgetal of stijggetal?
En wat is dat getal dan?
A
daalgetal 0,20
B
stijggetal 0,20
C
daalgetal 2,50
D
stijggetal 2,50

Slide 29 - Quizvraag

Lengte in cm = 16 - 2 x tijd in uren.
heeft de formule een stijggetal of een daalgetal?
A
een stijggetal
B
een daalgetal

Slide 30 - Quizvraag

beltegoed (€) = 25 - 0,20 x tijd (minuten)
0,20
25
staat er niet bij
begingetal
stijggetal
daalgetal

Slide 31 - Sleepvraag

kosten (€) = 11 + 5 x tijd (dagen)
11
5
staat er niet bij
begingetal
stijggetal
daalgetal

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is het stijggetal?
A
2,50
B
4

Slide 33 - Quizvraag

Hoeveel betaal je als je de fiets 5 dagen wil huren?
Noteer je berekening

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

timer
20:00000
Hoofdstuk 8.4 
blz 161
Opdrachten 32 t/m 39 
Klaar: Nakijken en laten zien

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide