8.4 Grafiek bij een woordformule

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1

8.2 grafieken

8.4 Grafiek bij een woordformule

Materiaal: 

- Boek(blz. 159), 

- Rekenmachine, 

- pen, potlood,gum 

- Ipad (dicht op tafel )

terugblik

• Je weet wat regelmaat is in een tabel of grafiek.
• Je kunt uitleggen wat een woordformule betekent.
  
• Je kunt rekenen met woordformules.

leerdoelen 8.4

• Je kunt in een woordformule het begingetal en het stijggetal of daalgetal benoemen.
  
• Je kunt bij een woordformule een tabel invullen en de grafiek tekenen.

Opdracht: Formule/Tabel/Grafiek

Sorteren maar !

Je mag zelf weten hoe/wat/waarom! 

Let op: Straks uitleggen aan een ander

Opdracht: Formule/Tabel/Grafiek

Wissel!

Leg uit hoe jouw groepje 

de kaartjes heeft gesorteerd.

Zijn er verschillen/overeenkomsten?

Formule/Tabel/Grafiek

Zorg dat je de kaartjes sorteert op deze manier.

Zorg ervoor dat de kaartjes ook horizontaal bij elkaar horen.

formule

tabel

grafiek

Formule/Tabel/Grafiek

Wat valt je op aan de getallen?

formule

tabel

grafiek

begingetal - tabel

Het vaste bedrag 6 is het begingetal.

In de tabel vind je het begingetal altijd

onder de nul. 

begingetal - grafiek

stijggetal

daalgetal

Bij de hoogte van het sportvliegtuig

hoort de formule

hoogte (m) = 800 - 200 x tijd (minuten)

In de tabel vind je het begingetal onder de nul.

De grafiek begin op hoogte 800.

Per minuut gaat er 200 m af. De grafiek daalt.

Het getal 200 is het daalgetal.

beltegoed (€) = 25 - 0,20 x tijd (minuten)

0,20

25

staat er niet bij

begingetal

stijggetal

daalgetal

kosten (€) = 11 + 5 x tijd (dagen)

11

5

staat er niet bij

begingetal

stijggetal

daalgetal

tabel maken bij woordformule

inhoud (liters) = 250 - 0,25 x afstand (km)

Pak je rekenmachine erbij

afstand (km)	0	100	200	300	400
inhoud (liters)	?

tabel maken bij woordformule

inhoud (liters) = 250 - 0,25 x afstand (km)

Pak je rekenmachine erbij

afstand (km)	0	100	200	300	400
inhoud (liters)	250	?	?	?	?

Lever hier je testopgave
in en werk alvast door
aan je huiswerk. (Blz. 161)

Huiswerk

	32,33,34,35, 36
	33,34,35, 36 ,37
	34,35, 36 ,37,38

Terugblik

• Je kunt in een woordformule het begingetal en het stijggetal of daalgetal benoemen.
• Je kunt bij een woordformule een tabel invullen en de grafiek tekenen.

                woordformule     -->     tabel     -->     grafiek 

Ik kan vanuit een formule een tabel en grafiek tekenen.