POD les 3 - Het brein en plannen

Op weg naar succesvol plannen en organiseren, hoe doe je dat?



POD-module les 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
POD-moduleMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Op weg naar succesvol plannen en organiseren, hoe doe je dat?



POD-module les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
"De student heeft kennis gemaakt met verschillende planmethodes en heeft er één uitgezocht om nu mee te gaan experimenteren" 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Uitleggen leren is een proces, studenten gaan werken met een lesboekje en krijgen de kans om te experimenteren.
Afbeelding ladder: Eerst paar kleine stappen voor succeservaring, opbouw kennis en oefenen leerstrategieën. Dit legt basis om daarna steeds grotere stappen zelfstandig te kunnen nemen. 
Kan jij goed plannen?
-3100

Slide 4 - Poll

Vraag de studenten of zij vinden dat ze goed kunnen plannen en dit dan ook volgen. Vervolgens bekijk je de pol en bespreek je deze met de klas. Waarom vinden zij dat wél of niet? Wat doen zij er aan om dit beter onder de knie te krijgen of wat doen zij juist wel waardoor het goed lukt? Waar lopen ze vast etc. 
Houd jij je aan je planning?
-4100

Slide 5 - Poll

Vraag de studenten of zij vinden dat ze goed kunnen plannen en dit dan ook volgen. Vervolgens bekijk je de pol en bespreek je deze met de klas. Waarom vinden zij dat wél of niet? Wat doen zij er aan om dit beter onder de knie te krijgen of wat doen zij juist wel waardoor het goed lukt? Waar lopen ze vast etc. 
VragenPOD
De vorige les

Wat belemmert jou bij het plannen en organiseren?

Slide 6 - Tekstslide

Terugkomen op de vragenpod van de vorige les ter voorbereiding leerkuil
Plannen en organiseren.. Hoe werkt dat in ons brein? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je brein 
- Ontvangt via de zenuwen signalen vanuit je héle lichaam 
- Hierdoor kan je denken, zien, onthouden, horen en voelen
- Informatie wordt door je hersenen doorgegeven

Slide 8 - Tekstslide

- Het brein is een orgaan in je lichaam en bestaat uit cellen en weefsel. Het brein ontvangt signalen uit het hele lichaam en die komen via je zenuwen terecht in je brein. Door je brein kan je denken, onthouden, zien, horen en voelen. 

- Maar weet je wat het leukste is? Je kan je brein trainen. Je brein kan je veranderen en is maakbaar. Je brein verandert door de dingen waarover je denkt, dingen die je leert en die dingen die je vaak doet.

- Onderzoekers van het brein zijn er achter gekomen dat je je brein kunt trainen net als een spier. Gebruik je het vaak en op de juiste manier dan wordt hij steeds sterker. Hiervoor moet je wel regelmatig 'trainen'.





Slide 9 - Tekstslide

Vraag aan de student: "wat zie je hier?"
Dit is een hersencel (ook wel neuron)

In het brein zitten ongeveer 80 miljard hersencellen. Deze zitten verspreid over zowel de rechter als linker hersenhelft. Als we de hersencellen vergroten zie je dat ze de vorm hebben van een boom. De stam wordt ook wel 'het axon' genoemd. De takken worden dendrieten genoemd. 

Informatie komt binnen via de dendrieten (takken) en wordt weer doorgegeven via de axonen (de stam met wortels). Zo blijven hersencellen met elkaar in contact. Tijdens het 'communiceren' zijn er duizenden hersencellen betrokken. 

De axonen (stam) staan in verbinding met de dendrieten (takken) van de andere neuronen. Ze geven elkaar schokjes door en creëren op deze manier een reactie in het lichaam of de hersenen. 


Taken van je hersenen: 
  • Regelen automatische processen: Hartslag, ademhaling, temperatuur
  • Prikkels verwerken: Zien, horen, voelen, ruiken, proeven
  • Geheugen: Groen licht is oversteken
  • Aandacht en concentratie: film kijken, plannen
  • Plannen en organiseren: huiswerk/koken
  • Zorgen dat je emoties kunt voelen
  • Regelen slapen, praten en bewegen


  •  Je hersenen kun je trainen (als een spier)! 
  • Je hersenen zijn tot het 25ste levensjaar in ontwikkeling. 

Slide 10 - Tekstslide

De hersencellen maken contact met elkaar, maar hebben daarvoor nog nooit of bijna niet contact gehad met elkaar. 

Op dat moment worden er nieuwe verbindingen gemaakt. Het contact is eerst heel zwak. Maar als steeds weer dezelfde cellen met elkaar contact maken en vuren, dan veranderen de cellen uiteindelijk. 

Wanneer je regelmatig hetzelfde oefent of uitprobeert, dan krijgen de takken steeds meer uitlopers en de stam krijgt meer wortels. Er ontstaat een grote en stevige boom.

De hersencellen kunnen het signaal hierdoor makkelijker en sneller opvangen en doorgeven. Het contact tussen de hersencellen die keer op keer contact met elkaar maken, is heel sterk geworden. Dingen die je eerst moeilijk vond om te leren, zijn dan veel gemakkelijker geworden.

En als je dat beter kan, wordt het steeds gemakkelijker om meer te leren en bij te leren. De cellen worden aan elkaar verbonden en zijn samen een sterk netwerk.

Een aantal hersencellen maken contact en geven een signaal door. De hersencellen verbinden zich, een paadje vormt zich. Als je dit blijft herhalen, verandert er iets in die verbinden. De cellen kunnen gemakkelijker contact met elkaar maken en worden goede vrienden. Je hebt iets geleerd.

Aanvulling: Bij het puberbrein is de prefrontale cortex nog niet volledig ontwikkeld. Hierdoor kunnen jongvolwassenen nog meer moeite ervaren met plannen en organiseren.


  • Je kan trainen om overzicht te houden
  • Je kan je concentratie trainen
  • Je kan leren plannen en organiseren. 
  • Je kunt leren keuzes maken en prioriteiten stellen
  • Je kan leren omgaan met tegenslagen







Slide 11 - Tekstslide

Voorbereiding leerkuil: We leren allemaal op een bepaalde manier, de manier waarop je leert bepaald de uitkomst van je leren. Blijf je steeds op dezelfde manier iets doen wat niet werkt, dan kan het zijn dat de uitkomst steeds hetzelfde is. 
0

Slide 12 - Video

Bekijk de video met de klas, hierin wordt nog beeldend gemaakt wat hoe leren precies werkt in het brein. Herhaling van het eerder genoemde maar dan in 4 minuten tijd.

Werkboekje: PAgina ... WAt heb je in je leven geleerd? 

Wat verstaan we onder plannen en organiseren?

Slide 13 - Open vraag

Bespreek in deze dia wat voor studenten plannen en organiseren betekent en bespreek met hen de antwoorden die zij hebben gegeven. 

Sta ook even stil bij waarom plannen en organiseren nuttig is en van belang voor de student. Heb het hierover en bespreek de antwoorden klassikaal.
Plannen en organiseren
- Hoe begin je met plannen?
- Welke manieren van plannen zijn er?
- Wat werkt wel en wat werkt niet? 

Slide 14 - Tekstslide

Ga in gesprek met de klas en breng in kaart hoever een ieder is met hun planningsvaardigheden. Wie doet wat ter voorbereiding en hoe gaat dat in zijn werk?
Hoe begin je met plannen?
1. Schrijf alle taken op die je moet doen (breindump)
2. Bepaal de prioritering van de taken
3. Geef bij alle taken aan hoeveel tijd ze ongeveer in beslag nemen
4. Onderzoek welke planning voor jou zou kunnen werken (zie bijlagen progressieschrift)

Slide 15 - Tekstslide

Neem de volgende stappen door met de studenten en laat ze daarna zelfstanding aan de slag gaan. 

In het progressieschrift vind je pagina's terug die gebruikt kunnen worden voor de breindump. Het is fijn als de studenten het hierop schrijven zodat de manier waarop zij denken inzichtelijk wordt gebracht.
VragenPOD
Schrijf een planningsdoel op voor jezelf voor de aankomende week. Noteer je naam ook op het papier.

Slide 16 - Tekstslide

Probeer één van de methodes uit de komende week, ervaar hoe dit gaat en gebruik deze manier intensief. Wees ook eerlijk tegen jezelf als je dit niet hebt gedaan.

VragenPOD: Schrijf een planningsdoel op voor jezelf voor de aankomende week. Noteer je naam ook op het papier.

Hier komen we in les 4 op terug.