Herhaling leerstof Kerst - 4 BO

Herhaling leerstof Kerst - 4 BO
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhaling leerstof Kerst - 4 BO

Slide 1 - Tekstslide

Een ander woord voor personeelsbeleid is
A
human resource management
B
human management
C
human relations management
D
humanisation

Slide 2 - Quizvraag

Waarvoor staat de afkorting CAO?
A
Collectief Arbeiders Organisatie
B
Collectieve Arbeidsovereenkomst
C
Collectieve Armoede Overeenkomst
D
Collectief Armoede Organisatie

Slide 3 - Quizvraag

Deze afspraken zijn vastgelegd door de Belgische overheid.
A
Arbeidswet
B
Interprofessioneel akkoord
C
Sectorale CAO
D
Arbeidsreglement

Slide 4 - Quizvraag

Ben je verplicht om een arbeidsovereenkomst te ondertekenen?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer de werknemers het werk neerleggen, spreken we van een...
A
Stiptheidsactie
B
Betoging
C
Staking
D
Lock-out

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel uren per jaar mag een student voordelig werken?
A
475
B
600
C
1307
D
271

Slide 7 - Quizvraag

Burgers van 15 tot 64 jaar behoren allemaal tot de ...
A
Bevolking op arbeidsleeftijd
B
Werkende bevolking
C
Niet-werkende werkzoekenden
D
Beroepsbevolking

Slide 8 - Quizvraag

Wie stuurt de overheid op pad als het sociaal overleg vastloopt?
A
VDAB
B
Sociaal bemiddelaar
C
Minister van Werk
D
CPBW

Slide 9 - Quizvraag

In welk onderdeel van een vacature vind je de taken van een job terug?
A
Functieprofiel
B
Functieomschrijving
C
Aanbod
D
Functietitel

Slide 10 - Quizvraag

Zorgjobs.be is een voorbeeld van
A
een jobbeurs
B
een vacaturebank
C
een headhunter
D
een jobportal

Slide 11 - Quizvraag

Deze mensen gaan zelf actief de markt afschuimen naar de geschikte kandidaat voor een werkgever.
A
VDAB
B
Interimkantoor
C
Selectiebureau
D
Headhunters

Slide 12 - Quizvraag

Ik werk voornamelijk met mijn hoofd...
Ik ben een
A
Bediende
B
Arbeider

Slide 13 - Quizvraag

Voor wat dient een DIMONA aangifte?
A
Om de RSZ te innen
B
Om de in-en uit diensttredingen van personeel door te geven
C
Om de pensioenen van je personeel te regelen

Slide 14 - Quizvraag

Voor wie geldt een arbeidsreglement van een bedrijf?
A
Voor één werknemer in je bedrijf
B
Voor alle werknemers in je bedrijf
C
Voor alle werknemers in België?

Slide 15 - Quizvraag

Sanne (16 jaar) wordt opgebeld met de vraag om te helpen in een vleesverwerkend bedrijf van 14 tot 21.30 uur.
A
mag wel
B
mag niet

Slide 16 - Quizvraag


Als ik werk vind via een interimkantoor, dan is het interimkantoor mijn werkgever.
A
Juist
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag


Wanneer ik werk voor een interimkantoor kan ik stoppen met werken wanneer ik wil.

A
Juist
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag