Schrijfvaardigheid betoog

Welkom jaar 2!
Deze les:
- Mening en argument
- De lelijkste hond van Nederland
- Korte schrijfopdracht
- Klaar? Maak je betoog af over het telefoonverbod op de fiets/de opdracht die wordt uitgedeeld





1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom jaar 2!
Deze les:
- Mening en argument
- De lelijkste hond van Nederland
- Korte schrijfopdracht
- Klaar? Maak je betoog af over het telefoonverbod op de fiets/de opdracht die wordt uitgedeeld





Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan mijn mening geven over een stelling.
  • Ik kan mijn mening geven en deze onderbouwen met argumenten.
  • Ik kan mijn taalgebruik afstemmen op de lezer en de lezer overtuigen.
  • Ik kan mijn eigen tekst verdelen in alinea's: inleiding, middenstuk en slot.
  • Ik gebruik hoofdletters en interpunctie op de juiste manier.
  • Ik ken de regels van werkwoordspelling en ik kan deze op de juiste manier toepassen tijdens het schrijven van mijn artikel.

Slide 2 - Tekstslide

Noteer over bovenstaand onderwerp:
- Jouw mening 
+ Een argument voor jouw mening

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een mening en een argument?

Slide 4 - Tekstslide

Mening
Iets wat iemand van iets vindt. Je kunt het daarmee eens of oneens zijn. Je herkent een mening soms aan ik vind of volgens mij.

Ik vind TikTok erg saai.

Slide 5 - Tekstslide

Argument
Als iemand zegt wáárom hij een bepaalde mening heeft en dit goed uitlegt. Een argument herken je aan signaamwoorden: want, omdat, namelijk, daarom.

Ik vind TikTok erg saai, omdat alle filmpjes heel kort zijn. 
              mening                                           argument

Slide 6 - Tekstslide

Welk argument is beter? Waarom?

“Ja, ik zou dat willen, omdat dat leuk is.”

OF

“Ja, ik zou mee willen doen aan zo een programma, omdat ik hierdoor meer van de wereld kom te zien.”

Slide 7 - Tekstslide

Stel je voor
Je zit in de jury van de wedstrijd 'De lelijkste hond'. 

Welke hond vind jij het lelijkst? Noteer het nummer en geef een argument voor jouw mening.

Slide 8 - Tekstslide



Noteer het nummer en geef een argument voor jouw mening.
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Schrijfopdracht: mening en argumenten
Schrijf een stukje van minimaal 100 woorden over de volgende stelling: 

Het verbod op telefoons op middelbare scholen moet worden opgeheven.

- Geef aan of je het eens of oneens bent met de stelling (mening)
- Geef minimaal 3 argumenten (redenen waarom jij het eens of oneens bent)

Maak de opdracht in een leeg document. Aan het einde van de les is deze af.

Slide 10 - Tekstslide

Welkom 2E!
Deze les:
- Lezen 15 min
- Meningen en argumenten
- Uitleg betoog schrijven
- Oefenen: zelf een betoog schrijven





timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan mijn mening geven over een stelling.
  • Ik kan mijn mening geven en deze onderbouwen met argumenten.
  • Ik kan mijn taalgebruik afstemmen op de lezer en de lezer overtuigen.
  • Ik kan mijn eigen tekst verdelen in alinea's: inleiding, middenstuk en slot.
  • Ik gebruik hoofdletters en interpunctie op de juiste manier.
  • Ik ken de regels van werkwoordspelling en ik kan deze op de juiste manier toepassen tijdens het schrijven van mijn artikel.

Slide 12 - Tekstslide

Snapchat
Noteer over bovenstaand onderwerp:
- Jouw mening
+ Een argument voor jouw mening

Slide 13 - Tekstslide

Zomervakantie 2025
Noteer over bovenstaand onderwerp:
- Jouw mening
+ Een argument voor jouw mening

Slide 14 - Tekstslide

Meningen en argumenten
Mening: iets wat iemand van iets vindt. Je kunt het daarmee eens of oneens zijn. Je herkent een mening soms aan ik vind of volgens mij.

Argument: als iemand zegt wáárom hij een bepaalde mening heeft en dit goed uitlegt. Een argument herken je aan signaamwoorden: want, omdat, namelijk, daarom.
 

Ik vind TikTok erg saai, omdat alle filmpjes heel kort zijn.
               mening                                             argument

Slide 15 - Tekstslide

Stel je voor
Je hebt een boek, film of serie die je super leuk. 

Je wil het liefst iedereen ervan overtuigen om hem te gaan lezen of kijken.


Slide 16 - Tekstslide

Dan schrijf je een betoog!
Een betoog is namelijk een tekst waarin je een mening onderbouwt met behulp van argumenten. Je doel is om de lezer te overtuigen van jouw mening.


Slide 17 - Tekstslide

De opbouw van je tekst

Slide 18 - Tekstslide

...
Je sluit de tekst af door kort je mening en argumenten te herhalen (een soort samenvatting van je tekst).

Slide 19 - Tekstslide

Slot
Je sluit de tekst af door kort je mening en argumenten te herhalen (een soort samenvatting van je tekst).

Je begint de eerste zin vaak met een signaalwoord zoals 
dus of kortom.

Slide 20 - Tekstslide

...
Je geeft twee argumenten voor je mening. Hiervoor geef je voorbeelden

Elke alinea begin je met een signaalwoord: 
ten eerste, ten tweede, ook, daarnaast, verder, etc.

Slide 21 - Tekstslide

Middenstuk
Je geeft twee argumenten voor je mening. Hiervoor geef je voorbeelden.

Elke alinea begin je met een signaalwoord: 
ten eerste, ten tweede, ook, daarnaast, verder, etc.

Slide 22 - Tekstslide

...
Je leidt jouw tekst in door te vertellen waar het over gaat.

Je vertelt je mening en wat in je de volgende alinea's gaat schrijven.

Slide 23 - Tekstslide

Inleiding
Je leidt jouw tekst in door te vertellen waar het over gaat.

Je vertelt je mening en wat in je de volgende alinea's gaat schrijven.

Slide 24 - Tekstslide

Waar let je nog meer op?
- Taalgebruik
- Hoofdletters
- Interpunctie
- (Werkwoord)spelling

Slide 25 - Tekstslide

Zelf een betoog schrijven
Je hebt een boek, film of serie die je super leuk vindt. Je wil het liefst dat iedereen ervan overtuigen om hem te gaan lezen of kijken.

Hiervoor ga je een betoog te schrijven van minimaal 1/2 A4'tje. 

Je mag je aantekeningen erbij houden. 


Let op: dit is een goede oefening voor de toets! De volgende les gaan we elkaars werk nakijken, zodat je tips hebt voor de toets. 
 


Slide 26 - Tekstslide

Welkom 2D
Deze les:
-In stilte lezen
- Herhaling betoog schrijven
- Zelf een betoog schrijven





Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan mijn mening geven over een stelling.
  • Ik kan mijn mening geven en deze onderbouwen met argumenten.
  • Ik kan mijn taalgebruik afstemmen op de lezer en de lezer overtuigen.
  • Ik kan mijn eigen tekst verdelen in alinea's: inleiding, middenstuk en slot.
  • Ik gebruik hoofdletters en interpunctie op de juiste manier.
  • Ik ken de regels van werkwoordspelling en ik kan deze op de juiste manier toepassen tijdens het schrijven van mijn artikel.

Slide 28 - Tekstslide

Betoog schrijven
Een betoog is een tekst waarin je een mening onderbouwt met behulp van argumenten. Je doel is om de lezer te overtuigen van jouw mening.


Slide 29 - Tekstslide

De opbouw van je tekst

Slide 30 - Tekstslide

Inleiding
Je leidt jouw tekst in door te vertellen waar het over gaat.

Je vertelt je mening en wat in je de volgende alinea's gaat schrijven.

Slide 31 - Tekstslide

Middenstuk
Je geeft twee argumenten voor je mening. Hiervoor geef je voorbeelden.

Elke alinea begin je met een signaalwoord: 
ten eerste, ten tweede, ook, daarnaast, verder, etc.

Slide 32 - Tekstslide

Slot
Je sluit de tekst af door kort je mening en argumenten te herhalen (een soort samenvatting van je tekst).

Je begint de eerste zin vaak met een signaalwoord zoals 
dus of kortom.

Slide 33 - Tekstslide

Waar let je nog meer op?
- Taalgebruik
- Hoofdletters
- Interpunctie
- (Werkwoord)spelling

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag!
(Zie opdracht in Itslearning)

Slide 35 - Tekstslide