Brandaan Thema 5 Quiz groep 7
1 / 26
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De opstand
Slide 2 - Woordweb
Hoe konden de ideeën van Erasmus zich over heel Europa verspreiden?
A
De bisschoppen en priesters vertelden over zijn ideeën in de kerk.
B
Door de boekdrukkunst werden er grotere aantallen gedrukt van zijn boeken.
C
De mensen lazen over zijn ideeën in de nieuwe vertaling van de Bijbel.
Slide 3 - Quizvraag
Wat hoort bij de katholieken? (2 goede antwoorden)
A
aflaten kopen
B
Bijbel in volkstaal
C
hagenpreek
D
rijk versierde kerken
Slide 4 - Quizvraag
ketter
Alva
Karel V
De Statenbijbel
De generaal die door Filips II naar de Nederlanden werd gestuurd om mensen te straffen.
Een scheldnaam voor iemand die andere ideeën heeft over het geloof dan de kerk.
Een keizer die regeerde over Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Spanje.
De Nederlandse vertaling van de Bijbel die werd gemaakt in opdracht van de protestantse kerk.
De Nederlandse vertaling van de Bijbel die werd gemaakt in opdracht van de katholieke kerk.
De generaal die door Willen van Oranje naar de Nederlanden werd gestuurd om mensen te straffen.
Een scheldnaam voor iemand die dezelfde ideeën heeft over het geloof net als de kerk.
Een koning die regeerde over Nederland, Duitsland en Spanje.
Slide 5 - Sleepvraag
Waarom worden protestanten zo genoemd?
A
Zij gingen niet naar de kerk.
B
Zij waren aan het protesteren tegen de onderdrukking.
C
Zij waren voor (pro) de kerk.
Slide 6 - Quizvraag
Waarom begonnen de mensen de Beeldenstorm?
A
De mensen hielden van de beelden.
B
De mensen waren ontevreden omdat de protestantse kerk verboden werd.
C
De mensen hadden honger.
D
De mensen wilden graag dat Filips I in Nederland kwam wonen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat hoort bij Willem van Oranje?
A
generaal van Filips II
B
katholiek
C
vlucht naar Duitsland
D
bestuurt Utrecht, Holland en Zeeland.
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurt er in 1648?
A
De Statenbijbel werd heel belangrijk in Nederland.
B
Maurits van Oranje voert het Nederlandse leger aan.
C
Spanje en de Republiek ondertekenen de vrede van Munster.
D
Willem van Oranje werd koning van Nederland.
Slide 9 - Quizvraag
Luther
Erasmus
Duitse monnik
priester uit Rotterdam
bleef katholiek
volgens de paus een ketter
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is de oorzaak en wat het gevolg? Je krijgt het gevolg, maar wat was de oorzaak?
A: Beeldenstorm
A: Beeldenstorm
Slide 11 - Open vraag
Wat is de oorzaak en wat het gevolg? Je krijgt het gevolg, maar wat was de oorzaak?
B: Noordelijke provincies worden een republiek.
B: Noordelijke provincies worden een republiek.
Slide 12 - Open vraag
Wat is de oorzaak en wat het gevolg? Je krijgt het gevolg, maar wat was de oorzaak?
C: Willem van Oranje wordt vermoord.
C: Willem van Oranje wordt vermoord.
Slide 13 - Open vraag
Welk woord hoort niet er bij?
A
Balthasar Gerards
B
vogelvrij
C
geuzen
D
Willem van Oranje
Slide 14 - Quizvraag
Waarom werden de Noordelijke Nederlanden een republiek?
A
Omdat de vorsten van Engeland en Frankrijk de Nederlanden er niet bij wilden hebben.
B
Omdat zij niet bij de Zuidelijke Nederlanden wilden horen.
C
Omdat Filips I niet meer hun koning wilde zijn.
D
Omdat zij geen koning meer hadden.
Slide 15 - Quizvraag
Erasmus had kritiek op de macht en de rijkdom van de katholieke kerk.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Tijdens de periode van de Hervorming werd de katholieke kerk afgeschaft.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Leg uit wat de boekdrukkunst is en wat voor voordeel dat had?
Slide 18 - Open vraag
Waarom besloten de noordelijke provincies dat ze Filips II niet meer als koning wilde hebben?
A
De noordelijke provincies wilden liever een Franse of Engelse koning
B
Filips had ervoor gezorgd dat hun leider Willem van Oranje vermoord werd
C
Filips ondersteunde de geuzen
D
Filips verbood de mensen om protestant te zijn
Slide 19 - Quizvraag
De vrede van Munster betekende het .... van de Opstand.
A
Begin
B
Einde
Slide 20 - Quizvraag
De Opstand duurde ... jaar.
A
tachtig
B
honderd
Slide 21 - Quizvraag
Na de Opstand was de .... kerk de officiële kerk in de Nederlanden.
A
katholiek
B
protestantse
Slide 22 - Quizvraag
Hoe kun je erachter komen hoe een stad veroverd werd?
A
Door een verhaal in de goede volgorde te leggen.
B
Door de boekdrukkunst te bestuderen.
C
Door naar de inwoners te kijken.
Slide 23 - Quizvraag
Wat moet jij nog oefenen voor de toets?
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Video
Waar wil jij nog wat uitleg over omdat het je nog niet duidelijk is.
