Keuzedeel werken met baby's les 2

 les 4 Babytaal 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 les 4 Babytaal 

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Bespreken van de doelen
  • korte documentaire kijken over de ontwikkeling v/d baby
  • Ontwikkeling van de baby bespreken 

  • Examenuitleg
  • Doelen evalueren 

Slide 2 - Tekstslide

Doelen 
1) Aan het einde van de les kun je in eigen woorden de lichamelijke, motorische, cognitieve, taal en sociaal emotionele ontwikkeling van een baby uitleggen.

2) Aan het einde van de les kun je benoemen wat er tijdens het examen van je wordt verwacht.

 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ontwikkelingsgebieden baby 0-2 jaar 
  • Lichamelijke ontwikkeling 
  • Motorische ontwikkeling
  • Cognitieve ontwikkeling  
  • Taal ontwikkeling 
  • Sociaal emotionele ontwikkeling 

Slide 5 - Tekstslide

lichamelijke ontwikkeling 
Maar er gebeurt véél meer dan alleen maar de toename van het gewicht!

Slide 6 - Tekstslide

lichamelijke ontwikkeling 0-1 jaar 
Foetushouding: vertrouwd en weinig verlies van warmte. 

Fontanellen = Een fontanel is een (elastische) opening tussen de schedeldelen van een baby.
2 functies: 
 Maken de bevalling gemakkelijker. 
 Flexibiliteit voor de groei van de hersenen. 
 Lichaamsverhoudingen: 
 In verhouding met de rest van het lichaam is het hoofd groot. Benen en armen zijn korter. 
 De eerste tandjes (tussen 4 en 7 maanden)
 Babyvet:
 Reserve energie. 
 Extra isolatie. 

Slide 7 - Tekstslide

motorische ontwikkeling
Automatische reacties op prikkels uit de omgeving= reflexen. 

 Zoekreflex: borstvoeding (vinger over hoofdje, opzoek naar borst)
 Zuigreflex: Baby neemt automatisch tepel in de mond en zuigt
Grijpreflex: palm van de hand, vingers sluiten rond voorwerp
Deze reflexen helpen de baby overleven buiten de baarmoeder.


Slide 8 - Tekstslide


Van liggen tot lopen


1) rugligging
2) buikligging
3) Het kind kan draaien op de rug en op de buik (7-8 mnd)
4) zitten (6-8 mnd)
5) tijgeren (8-10 mnd)
6)  kruipen
7) staan (9 mnd)
8) lopen (11-15 mnd)

Slide 9 - Tekstslide

cognitieve ontwikkeling 
COGNITIE = KENNIS
Het leren van dingen, het onthouden en het toepassen ervan.
Raakt alle andere ontwikkelingsgebieden van kinderen.

Ontwikkeling:
0-3 maanden: reflexen
4-6 maanden: oorzaak en gevolg (huilen-> aandacht)
7-9 maanden: doelgericht spelen, actie en gevolg (speelgoed grond-> oprapen)
Een baby leert langzaam maar zeker dingen te onthouden en te begrijpen. 

Slide 10 - Tekstslide

taalontwikkeling
2 maanden: Comfortgeluidjes: baby’s bedoelen er nog niets mee.
3 maanden: Tateren: spelend uitproberen van alle klanken die een mens maar kan maken.
  6 maanden : Brabbelen (dadada/bababa): steeds meer klanken, intonatie en melodie van moedertaal.
9 maanden: Actief woorden en klanken na bootsen, meer gericht op omgevingstaal.
Vanaf 1 jaar: Eenwoordszinnen (schaap, kip, koe).

Slide 11 - Tekstslide





Taalbegrip en taalproductie


Taalbegrip/passieve taalontwikkeling:
 Dat betekent dat je kunt begrijpen wat er gezegd word.

Taalproductie/actieve taalontwikkeling:
Het zelf gebruiken van taal om te kunnen communiceren, contact te hebben met elkaar, te spreken met elkaar.


Taalbegrip loopt voor op taalproductie!

Slide 12 - Tekstslide

Sociaal-emotionele ontwikkeling 
Emotionele ontwikkeling: een kind leert emoties te herkennen van zichzelf en anderen en hier steeds meer grip op te krijgen en op in te spelen. 
Emoties worden geuit door lichaamstaal: huilen en lachen. 
Eenkennigheidsfase: rond de 9 maanden gaat een baby huilen wanneer mama of beide ouders uit zicht zijn. De baby leert bekenden en onbekenden van elkaar onderscheiden.
Hechting: Een baby voelt dat er van hem gehouden wordt. Door dat gevoel kan hij zich goed ontwikkelen. 

Slide 13 - Tekstslide

Examen uitleg 

Slide 14 - Tekstslide




Doelen bespreken en afsluiting 

Slide 15 - Tekstslide