Evolutie

Evolutie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
Herhaling 12.3

Vervolg pargaraaf 12.4

Zelfstandig aan de slag

Blooket

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
De leerlingen weten hoe lang er al leven is op aarde.
De leerlingen kunnen benoemen waaraan je kunt zien dat soorten aan elkaar verwant zijn. 
De leerlingen kunnen oorzaken benoemen waardoor soorten veranderen.
De leerlingen kunnen uitleggen hoe nieuwe soorten ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor het leven op aarde?

Slide 4 - Open vraag

Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
Het proces waarbij niet alle organismen van dezelfde soort hetzelfde aantal nakomelingen krijgt.
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Verwantschap
Variatie
Selectie

Slide 5 - Sleepvraag

Homologe organen hebben een overeenkomstige grondvorm door
A
overeenkomst in functie
B
genetische variatie
C
door verwantschap
D
genetic drift

Slide 6 - Quizvraag

Natuurlijke selectie
Kunstmatige selectie
Kunstmatige selectie
Struggle for life
Struggle for life
Struggle for life
Natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie

Slide 7 - Sleepvraag

De witte, grijze en zwarte berkenspanners (soort vlinder) zijn dezelfde soort. Hoe heet dit verschil in kleur binnen een soort?
A
Natuurlijke selectie
B
Survival of the fittest
C
Struggle for life
D
Variatie

Slide 8 - Quizvraag

Evolutie = de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen

Slide 9 - Tekstslide

Aflezen tijdslijn: 
  • Cyanobacteriën / blauwalgen (voorouders planten)
  • Productie O2.
  • Water organismen (planten/ongewervelde dieren) ontstaan.
  • O2 + Uv-straling vormde ozonlaag. Zie Bron 2 paragraaf 12.3 KK
  • Leven op land kan ontstaan. (400 miljoen jaar geleden, eerst ongewervelden, daarna gewervelden).

Slide 10 - Tekstslide

Verwantschap: gemeenschappelijke voorouder.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfde soort?
Verwantschap?
A
Zelfde soort & wel verwantschap
B
Zelfde soort & geen verwantschap
C
niet dezelfde soort & wel verwantschap
D
Niet dezelfde soort & geen verwantschap

Slide 12 - Quizvraag

Rudimentaire organen
  • Organen aanwezig die geen
     functie meer hebben (of waarvan
     de functie niet bekend is).

  • Vaak verschrompeld of 
     geminimaliseerd.


  • Dit zijn rudimentaire organen.

Slide 13 - Tekstslide

Homologe organen: Dezelfde bouw (organen), maar een andere functie. 

Slide 14 - Tekstslide


Soorten

Onstaan nieuwe soorten:

  • mutatie / geslachtelijke   
      voortplanting,

  • natuurlijke selectie,
  • (kunstmatige selectie),
  • isolatie.

Slide 15 - Tekstslide

Natuurlijke selectie 
Kunstmatige selectie: 
door de mens 

Slide 16 - Tekstslide

Selectie:
1. Strijd om het leven door concurrentie tussen soortgenoten (struggle for life).

2. De best aangepaste organismen overleven (survival of the fittest).


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Doelen van 12.4
De leerlingen kunnen uitleggen hoe de stamboom van de mens eruit ziet.
De leerlingen kunnen uitleggen waar wij vandaan komen. 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe veranderden onze voorouders
Mensapen: gibbons, orang-oetans, gorilla’s, mensen, 
chimpansees en bonobo’s

- duim is opponeerbaar (kan tegenover de vingers 
geplaatst worden)
- hebben geen staart

Slide 21 - Tekstslide

Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld?
(kies de beste uitleg)
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door micro-evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Evolutie van de mens
7 miljoen jaar geleden een gemeenschappelijke voorouder.

Autralophithecus afarensis - geen opponeerbare teen
Homo habilis - 'handige mens' - stenen werktuigen
Homo erectus  'rechtopstaande mens' - jagers en vissers, vuur
Homo sapiens - 'denkende mens'-  plat gezicht, groot hersenvolume



Slide 24 - Tekstslide

Stamt de mens van de chimpansee af?
A
Ja, want ze hebben dezelfde voorouder.
B
Ja, de mens is uit de chimpansee geëvolueerd.
C
Nee, ze hebben wel dezelfde voorouder.
D
Nee, de mens en de chimpansee zijn niet verwant.

Slide 25 - Quizvraag

Wie is de gezamenlijke voorouder van de mens en de Orang oetang?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 26 - Quizvraag

Vanuit welk werelddeel hebben onze voorouders zich verspreid over de rest van de wereld?
A
Afrika
B
Azië
C
Europa
D
Amerika

Slide 27 - Quizvraag

Australopithecus afarensis gebruikte al werktuigen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

De neanderthalers stammen af van Homo erectus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent Homo sapiens sapiens?
A
De handige mens
B
De rechtop lopende mens
C
De denkende mens
D
De moderne mens

Slide 30 - Quizvraag

De Homo erectus is een directe voorouder van de moderne mens.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Uit DNA onderzoek blijkt:
A
Dat de moderne mens vooral Neanderthaler DNA heeft en een beetje Cro-magnon.
B
Dat de moderne mens vooral Cro-magnon DNA heeft en een beetje Neanderthaler.
C
Dat de moderne mens vooral Cro-magnon DNA heeft en een beetje Homo habilis.
D
Dat de moderne mens vooral Homo habilis DNA heeft en een beetje Neanderthaler.

Slide 32 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag
Lezen en maken 12.3
En 12.4 t/m opdr 10

Slide 33 - Tekstslide