OVKB1 - Als het anders gaat 3

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heartbeat
Check in (dilemma vrijdag) (5 min..)
Theorie (45 min..)
Werktijd Thieme (25 min..)
Pauze (15 min.)
Observeren in en rondom de school en werktijd (90 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma vrijdag
- Luister naar elkaar,
- Reageer op elkaar met vingers

Slide 3 - Tekstslide

Altijd natte sokken aan ♥ Altijd een kriebel trui aan
Alleen nog maar bellen op luidspreker ♥ Nooit meer een koptelefoon of oortjes mogen gebruiken
Bij elke slok die je neemt laat je een boer ♥ Als je op de trap loopt moet je gillen
Altijd slecht bereik ♥ Alles wat je appt moet je hardop voorlezen
Als je een hondendrol ziet moet je erop trappen ♥ Er poept iedere dag een vogel op je hoofd
Altijd als je wil gaan slapen hoor je blaffende honden ♥ Je wordt iedere ochtend wakker in een bed vol water
Alles wat je eet is koud ♥ Je moet alles met je handen eten
Als iemand huilt krijg jij de slappe lach ♥ Altijd als je moet betalen barst je in tranen uit
Altijd als je fietst valt je ketting er één keer af ♥ Je mag nooit meer met het openbaar vervoer
Nooit meer Netflix ♥ Nooit meer YouTube
Altijd in een onesie naar feestjes ♥ Altijd een glitterpak aan naar elke gelegenheid
Je moet altijd met muntjes van 5 cent betalen ♥ Bij alles wat je betaalt geef je 10 euro fooi
Je hebt altijd gaten in je kleding ♥ Je mag maximaal 2 nieuwe kledingstukken kopen per jaar
Je mag nooit meer je telefoon gebruiken ♥ Alles wat je doet wordt live uitgezonden
Terugkoppeling van de vorige les:
Wat is het verschil tussen een gedragsstoornis en een gedragsprobleem?

Slide 4 - Open vraag

Voor een gedragsstoornis heeft iemand aanleg of is aangeboren. Kan erfelijk zijn. Bij gedragsproblemen kan de omgeving een grote rol spelen. Gedragsproblemen komen niet 'zomaar'.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat werd in het filmpje gestimuleerd?
A
Grove motoriek
B
Fijne motoriek

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Motorische stoornis
Ontwikkelingsstoornis waarbij het kind/de jongere problemen heeft met het goed op elkaar afstemmen en coördineren van bewegingen met als gevolg een probleem in de motorische ontwikkeling


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de stoornis waarbij tics voortdurend voorkomen?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als Evelien (7 jaar) een spin ziet, begint ze te krijsen en klampt ze zich vast aan Onderwijsassistent Ton.
A
Reële angst
B
Niet-reële angst

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als Mark (5 jaar) van de hoogste glijbaan moet afspringen van zijn broer Tim (9 jaar) en zich angstig voelt.
A
Reële angst
B
Niet reële angst

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Faalangst is de angst om fouten te maken of iets niet goed te doen in situaties waarin je jezelf beoordeelt of door anderen beoordeeld wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

ODD houdt in: een oppositioneel (oppositie = verzet) opstandige gedragsstoornis. Het kind of de jongere vertoont brutaal, koppig en onbetrouwbaar gedrag en heeft een boze en prikkelbare stemming. ODD is de afkorting van oppositional defiant disorder.

CD houdt in: een antisociale gedragsstoornis. Het kind of de jongere is agressief naar mensen en dieren, vernielt eigendommen van anderen, is onbetrouwbaar en overtreedt regels op een ernstige manier. CD is de afkorting van conduct disorder.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de 4 types van hechting.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies