zth 3K Taalverzorging grammatica samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

zth 3K Taalverzorging grammatica

Doelen van deze les

Je weet wat je de komende twee weken te wachten staat

Je weet dat je zelf in de hand hebt of je iets leert in de les

Je leert over samengestelde zinnen

Je vragen zijn gesteld en beantwoord

We hebben met elkaar een prettige en leerzame les

Hoe bereiken we die doelen?

Je zorgt dat je de juiste spullen op tafel hebt

Je luistert naar de instructie en doet mee in de les

Je maakt opdrachten over samengestelde zinnen

Je stelt vragen en luistert naar de antwoorden

Je zorgt dat anderen ook op kunnen letten

Je zorgt dat je je huiswerk voor de volgende les maakt

Heb je                                  een vraag?

Toetsweek 18-21 december

Voor Nederlands betekent dat:

Een toets over:

lezen hst 1 (hoofdgedachte, hoofdzaken)

lezen hst 2 (tekstdoel, leespubliek)

taalverzorging hst 1 (leestekens, PV tt en vt)

Taalverzorging hst 2 (samengestelde zinnen, pv in samengestelde zinnen)

De toets duurt 45 minuten en telt 4 x mee

De komende twee weken:

Deze week: nieuwe dingen leren

Volgende week: herhalen

Ik heb de lessen met je gedeeld, maak er gebruik van!

Maak het werk in de lessen en thuis!

Heb je                                  een vraag?

Samengestelde zinnen

In elke zin staat een persoonsvorm.

Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.

Bij elke PV hoort ook een onderwerp

Keuze 

Je volgt de instructie en doet mee in de LessonUp

Je aandacht is bij de les

Je luistert naar de anderen 

Keuze

Je gaat vast aan het werk met opdracht 1,2 en 3 blz 54/55

Werk in stilte

Schrijf in de antwoorden in je schrift

Hoe vind je de persoonsvorm van een zin ook alweer?

Ik fiets door de sneeuw naar huis.
Wat is de PV van deze zin?

1. ik
2. fiets
3. de sneeuw
4. naar huis

Ik fiets door de sneeuw naar huis.
Wat is het onderwerp van deze zin?

1. ik
2. fiets
3. de sneeuw
4. naar huis

Een samengestelde zin

Bestaat vaak uit twee of meer korte zinnen

Je kunt een voegwoord gebruiken om deze aan elkaar te plakken

Soms verandert de volgorde van de woorden in een deel van de zin.

Jelmer loopt naar huis.  Hessel fietst naar school.

Jelmer loopt naar huis, terwijl Hessel naar school fietst.

Maak een samengestelde zin:
Maria koopt roze koeken bij de Albert Heijn.
Jozef koopt een nieuwe tandenborstel.

De persoonsvormen van een samengestelde zin

vind je zo:

Verander de tijd van de zin

 (verleden wordt tegenwoordig en andersom)

De werkwoorden die veranderen zijn persoonsvormen

De herders blijven de hele nacht wakker, ze passen op de schapen.

De herders bleven de hele nacht wakker, ze pasten op de schapen.

De onderwerpen van een samengestelde zin

vind je zo:

Stel bij elke PV de vraag: wie/wat + PV

Het antwoord is het onderwerp (O)

De herders blijven de hele nacht wakker, ze passen op de schapen.

Wie blijven?     de herders = O

Wie passen op?            ze = O

Maak nu zelf een samengestelde zin.

Waar zitten de onderwerpen en persoonsvormen?

Sluit de LessonUp nog niet af

Zelf aan de slag:

Maak opdracht 1,2 en 3 blz 54/55

Werk met een zacht geluidsvolume,

dan kan iedereen werken

 Klaar?

Controleer of je de lessen voor 

de toets kunt vinden

Wat heb jij deze les gedaan?

1. Eerst de instructie gevolgd en daarna gewerkt
2. gelijk gewerkt
3. Niets
4. Van alles een beetje

Heb je alles uit de les gehaald?

Heb je                                  een vraag?

Thuis

Maak je de opdrachten van deze paragraaf af

opdr. 1 t/m 3

De volgende les kijken we het na

Doelen van deze les

Je weet wat je de komende twee weken te wachten staat

Je weet dat je zelf in de hand hebt of je iets leert in de les

Je leert over samengestelde zinnen

Je vragen zijn gesteld en beantwoord

We hebben met elkaar een prettige en leerzame les