H9.4 De overheid stuurt bij & H9.5 De rol van de ECB

Par. 9.4 De overheid stuurt bij
&
Par. 9.5 De rol van de ECB
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Par. 9.4 De overheid stuurt bij
&
Par. 9.5 De rol van de ECB

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les 
9.3 (conjunctuur...hoog/laag)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les:
  • Je kunt uitleggen op welke manier de overheid de conjunctuur kan stimuleren of afzwakken 
  • Je kunt de conjunctuurgolf beschrijven en toelichten
  • Je kunt uiteggen wat de rol van de ECB is mbt de conjunctuur

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig lezen 10 min.
 paragraaf 9.4

Slide 4 - Tekstslide

Schema van conjuctuurgolf

Slide 5 - Tekstslide

De conjunctuurgolf
  • Vraag naar goederen en diensten schommelt = conjunctuurgolf
  •  Een laagconjunctuur is de vraag naar goederen en diensten laag. Er worden weinig goederen en diensten geproduceerd
  • Een deel van de productiecapaciteit (maximaal haalbare productie) wordt niet gemaakt. Niet alle productiefactoren worden ingezet. 

Slide 6 - Tekstslide

Conjunctuurbeleid 
  • De overheid probeert de conjunctuur te sturen
  • laagconjunctuur --> inkomstenbelasting verlagen --> consument betaalt minder belasting --> consument houdt netto meer over --> kan meer besteden --> koopkracht stijgt --> vraag naar goederen en diensten stijgt
  • andere oplossing: overheid gaat zelf meer goederen en diensten kopen

Slide 7 - Tekstslide

Samenvatting
- de economische groei blijft nooit hetzelfde, als de vraag naar goederen en diensten  schommelt, spreek je van een conjunctuurgolf
- productiecapaciteit = de hoeveelheid die geproduceerd kan worden
- de bezettingsgraad geeft aan hoeveel van de productiecapaciteit ingezet moet worden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Negatieve inflatie?
Deflatie is, min of meer, het tegenovergestelde van inflatie. Bij deflatie dalen de prijzen van goederen op lange termijn, waardoor de waarde van de munt stijgt (3). Langdurige deflatie heeft echter ook grote nadelen. Door de lagere prijs verwachten de bedrijven ook minder winst. Het gevolg is dat ze de productie terugschroeven en dat er ontslagen en dergelijke vallen

Slide 11 - Tekstslide

Hoogconjunctuur
Inflatie stijgt

de ECB

verhoogd de rente

Slide 12 - Tekstslide

Waarom verhoogt de ECB de rente tijdens een hoogcunjunctuur?
Als er sprake is van een hoogconjunctuur zal de ECB de rente verhogen. Bij een hogere rente is het aantrekkelijker om te sparen, waardoor mensen ervoor kunnen gaan kiezen om hun geld niet uit te geven maar in plaats daarvan op de bank te zetten. 

Ook wordt het minder aantrekkelijk om te lenen: als je een hogere rente betaalt wordt lenen duurder. Mensen zullen zo minder snel geld gaan lenen en hun uitgaven zullen dalen.

Slide 13 - Tekstslide

Laagconjunctuur
Inflatie daalt

de ECB

verlaagd de rente

Slide 14 - Tekstslide

Samenvatting ECB 
  • ECB Staat voor: Europese centrale bank
  • Andere banken kunnen lenen van de ECB
  • De ECB Probeert de conjunctuur te stabiliseren
  • Tijdens een laagconjunctuur kan de ECB de rente verlagen , hierdoor kunnen banken zoals Rabobank en ING goedkoper geld lenen waardoor deze banken hun eigen rente voor consumenten kunnen verlagen

Slide 15 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van conjunctuurbeleid:

Slide 16 - Open vraag

Waarom is het belangrijk dat banken hun rente verlagen tijdens een laagconjunctuur?

Slide 17 - Open vraag

In een hoge conjunctuur is de bezettingsgraad van de productiecapaciteit
A
Laag
B
Hoog
C
Geen verschil

Slide 18 - Quizvraag

Wat is nou eigenlijk de belangrijkste taak van de ECB?

Slide 19 - Open vraag

In hoeverre heb je de lesdoelen behaald?
0100

Slide 20 - Poll

Wat is lastig? Waar wil je extra uitleg over?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde?
  • 1. De ECB verlaagt de rente
  • 2. de banken in Europa verlagen de rente
  • 3. consumenten en bedrijven kunnen goedkoper geld lenen
  • 4. consumenten en bedrijven kopen meer goederen met geleend geld
  • 5. de vraag naar goederen stijgt
  • 6. de laagconjunctuur verandert in een hoogconjunctuur

E–B–C–A–D–F

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag...
  • Maken test jezelf par. 9.4
  • Maken test jezelf par. 9.5
  • Maken opdrachten par. 9.4 & 9.5
  • Afmaken opdrachten per. 9.1 t/m 9.3


Slide 23 - Tekstslide