1.1 Landschappen in soorten en maten 41024

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

§1.1 Landschappen in soorten en maten 

 Planning

9.55 - 10.00 Binnenkomst

10.00 - 10.05 Afspraken bij aardrijkskunde

10.05 -10.10 Opdracht Dordrecht + cijfers

10.10 -10.30 Lezing over hoogtelijnen

10.30 -11.00 Opdrachten maken opdrachtenboek (bord)

11:00-11.13 Afsluiten met Blooket

Lesdoelen

1. Je kent de verschillen tussen een jong en een oud gebergte.
   
2. Je begrijpt hoe gebergten en laagvlakten ontstaan.
   
3. Je kunt het reliëf van gebieden op een kaart indelen in laagvlakte, heuvelland, middelgebergte en hooggebergte 

Natuurlandschap            

Ingerichte landschap

Telefoontjes mogen weer weg!

Bestaat er eigenlijk nog wel in Nederland of in dee wereld landschap dat nog niet is ingericht 

Dubai is een mooi voorbeeld voor landschapsverandering en wat een mens kan doen

Natuurlandschap?

Natuurlandschap?

Reliëf = hoogteverschillen in het landschap

Gebergten

Stapel papier, teken op de eerste velletjes: water en bodem 

Gebergten kunnen op verschillende manieren ontstaan. De aardkorst bestaat uit verschillende platen. Deze platen kunnen tegen elkaar aan botsen (dus gaan naar elkaar toe). Wanneer deze tegen elkaar aan botsen zullen de randen gaan plooien.

Plooiingsgebergte

     Aardkorst

• bestaat uit aardplaten
• aardplaten zijn in beweging door magma (platentektoniek)
• als aardplaten botsen ontstaan bergen. Dit gebeurt alleen op plaatranden.

Bergen

- Ontstaan door het bewegen van aardkorstplaten. 

-hoogteverschillen in het landschap (reliëf)

- Worden tegen elkaar aangeduwd en duwen elkaar omhoog. 

- Gesteente op de bodem komen 

uiteindelijk hoog in de berg.

Fossiel in de Alpen(sedimentgesteente)

stollingsgesteente

Hooggebergten 

• Hooggebergte  >1500m 
• Scherpe toppen en diepe dalen 
• Jonge bergen
• Veel verwering en erosie 
• Himalaya 

Scherpe toppen en diepe dalen, teken dit op het bord voor de verduidelijking.

Op de achtergrond is de Himalaya te zien vanuit India. Deze foto is recent genomen omdat door de coronamaatregelen in India minder smog vorming is. Hierdoor is de lucht minder vervuild en de zicht veel beter. Mensen die hier wonen konden sinds 30 jaar weer de berg zien 

Jong gebergte

• Scherpe toppen.
• Hoge toppen.
• Diepe dalen.
• = Hooggebergten

Oud gebergte

• Afgesleten toppen
• Laag gebergte
• Geen scherpe toppen
• Vlaktes

jong gebergte herken je door...

1. Dit is een jong gebergte
2. Dit is een oud gebergte
3. Ik heb geen idee

aantekeningen

Reliëf

Reliëf = hoogteverschillen in het landschap.
De hoogteligging op een kaart kan je op 3 manieren aangeven:
1. Door kleuren
2.Door hoogtecijfers

• + 4816   is de hoogte van een bergtop in meters
• - 2,5       is  2,5 meter beneden zeeniveau.

3.Door hoogtelijnen = lijnen die punten met dezelfde hoogte met elkaar verbinden.

laagland

• Tussen 0 -200 meter.
• Uitzondering:
• Polders beneden zeeniveau

heuvelland

• Tussen de 200 - 500 meter
• Hoogste punt van Nederland : Vaalserberg
• 321 m hoog

middelgebergte

• Zwarte woud Duitsland
• Tussen de 500 – 1500 meter
• 1493 meter hoog

hooggebergte

• Vanaf 1500 meter
• De Alpen
• 4808 meter hoog

Reliefkaart Frankrijk:

Groen : Laagland 0 – 200 meter
Geel : Heuvelland 200 – 500 meter
Lichtbruin : Middelgebergte 500 – 1500 meter
Donkerbruin : Hooggebergte vanaf 1500 meter

Hoogtelijnen

• Hoogtelijnen = geven gebieden met gelijke hoogte aan.
• Hoe dichter de hoogtelijnen bij elkaar, hoe steiler het gebied is.

Welk gebergte zie je?

1. Middelgebergte
2. Heuvellandschap
3. Laaggebergte
4. Hooggebergte

Welk gebergte zie je?

1. Middelgebergte
2. Heuvellandschap
3. Laaggebergte
4. Hooggebergte

zelfstandig werken

lezen vaardig met vaardigheden
opdracht 1 t/m 4 vaardig met vaardigheden H2
gebruik hierbij:
tekstboek blz.
werkboek blz. 6
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Hoogtekaarten

Wat zie je op deze kaart?

Wat betekenen de kleuren?

Pak je agenda

Noteer het huiswerk: 4 sept 4e lesuur

- Lees §1.1 helemaal

- Maak de opdrachten 3 t/m 6