Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
K13 Erfelijkheid deel 1
Erfelijkheid
Erfelijkheid
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Erfelijkheid
Erfelijkheid
Slide 1 - Tekstslide
Na deze week kan/weet jij:
wat genen zijn
wat het verschil is tussen genotype en fenotype
wat het verschil is tussen dominant en recessief
Wat het verschil is tussen homozygoot en heterozygoot
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Erfelijke eigenschappen (DNA) liggen in chromosomen
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn chromosomen
Slide 5 - Tekstslide
Genen
Een gen bevat een erfelijke eigenschap.
Op een chromsoom liggen heel veel genen (enkelvoud = gen)
Ieder gen heb je twee keer:
* een keer gehad van je moeder
* een keer gehad van je vader
Samen bepalen de twee genen hoe je eruit ziet voor die eigenschap
Slide 6 - Tekstslide
Genotype en fenotype
Genotype = de genen (erfelijke eigenschappen) die je van je ouders krijgt
Fenotype = hoe je eruit ziet.
Dit kan anders zijn dan je genotype, veroorzaakt door het milieu (= je omgeving)
Genotype
+ Milieu -->
Fenotype
Slide 7 - Tekstslide
genotype
fenotype
Slide 8 - Tekstslide
Wat kan het fenotype laten veranderen??
Voorbeelden:
Je hebt bruin haar (genotype) en je verft het blond
Je bent in je jeugd erg ziek, dus je blijft kleiner.
het genotype is bruin haar, maar het is veranderd in blond => het fenotype
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Ontstaat het fenotype door het genotype?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
Het uiterlijk van een organisme noemen we
A
Genotype
B
Fenotype
Slide 12 - Quizvraag
Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel
Slide 13 - Quizvraag
Welke uitspraak over genotype en fenotype klopt het best?
A
Het fenotype komt voort uit het genotype.
B
Het genotype komt voort uit het fenotype.
C
Het fenotype komt voort uit het genotype en milieuinvloeden.
Slide 14 - Quizvraag
Heeft een vlo hetzelfde fenotype als de pop waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
hetzelfde fenotype en genotype
D
verschillende genotype en fenotype
Slide 15 - Quizvraag
Ik snap de stof???
geef aan met een smiley in hoeverre het klopt
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 16 - Poll
Dominant / recessief
Dominant => de eigenschap is altijd zichtbaar
Recessief => de eigenschap is alleen te zien, als er geen dominante eigenschap is.
Soms is er geen recessief gen, maar zijn beide genen even sterk.
Dan gaan ze mengen. Dit heet INTERMEDIAIR
Slide 17 - Tekstslide
Homozygoot/heterozygoot
Homozygoot => twee dezelfde genen
=> AA ---> homozygoot dominant
=> aa ---> homozygoot recessief
Heterozygoot => twee verschillende genen
=> Aa
=> je ziet de dominante eigenschap
Slide 18 - Tekstslide
Homozygoot/heterozygoot voorbeeld
Een bruine kleur is bij konijnen dominant over de witte kleur.
Bruin is dominant B
wit is recessie b
homozygoot dominant BB => bruin
heterozygoot Bb => bruin
Homozygoot recessief bb => wit
Zodra je weet wat er dominant/recessief is, schrijf je dit ALTIJD op. Dit is enorm handig bij het maken van opgaven
Slide 19 - Tekstslide
Als ouders gelijk fenotype hebben en een kind krijgen met een ander fenotype dan zijn de ouders beide heterozygoot
Slide 20 - Tekstslide
https:
Slide 21 - Link
Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Mutaties
D
Draden
Slide 22 - Quizvraag
Een chromosoom bevat:
A
Één gen
B
Meerdere genen
C
Één of meerdere genen, afhankelijk van het chromosoom
Slide 23 - Quizvraag
2 gelijke allelen (genen) voor een eigenschap noemen we:
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief
Slide 24 - Quizvraag
Twee verschillende allelen (Genen)voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
co-dominant
D
onvolledig dominant
Slide 25 - Quizvraag
Als uit een rode en een witte plant, roze planten ontstaan, dan is de overerving?
A
intermediair
B
recessief
C
homozygoot
D
heterozygoot
Slide 26 - Quizvraag
Aa is
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot Dominant
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot Dominant
Slide 27 - Quizvraag
AA is
A
homozygoot recessief
B
homozygoot dominant
C
heterozygoot
Slide 28 - Quizvraag
aa is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot
Slide 29 - Quizvraag
Hoe noemen we de variant van een gen dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk als het aanwezig is?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Recessief
D
Dominant
Slide 30 - Quizvraag
Een recessieve eigenschap is een:
A
Eigenschap die snel tot uiting komt
B
Eigenschap die tot uiting komt als hij homozygoot voorkomt
C
Eigenschap die tot uiting komt als hij heterozygoot voorkomt
Slide 31 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
D2BTh6 B3bc:Oefenen
April 2019
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.2 Stamboomonderzoek
Juni 2022
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.2 Stamboomonderzoek
Mei 2023
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
D2BTh6 B3c: OUD OUD ANTW Kruisingsschema's lln
Mei 2019
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
5.3 Stamboomonderzoek dl1
Mei 2023
- Les met
44 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
V4 erfelijkheid H5.1 tm 5.3
Augustus 2021
- Les met
52 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
T3 Bs1 en 2
2 dagen geleden
- Les met
42 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5.3: Stamboomonderzoek dl2
Mei 2023
- Les met
33 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4