In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Japan
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik vorige lessen
- We hebben gesproken over natuurrampen en cultuur
- Je hebt filmpjes gekeken over platentektoniek en cultuurverschillen
- Je weet dat in Japan veel vulkanen en aardbevingen zijn: een gevolg van platentektoniek
Slide 2 - Tekstslide
Deze les
- Weet je welke 3 bewegingen de platen maken en hoe ze heten?
- Ken je de opbouw van de aarde?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
De aarde bestaat uit platen (ook wel schollen) genoemd. Deze liggen op de mantel: stroperig vloeibaar gesteente dat beweegt
Slide 5 - Tekstslide
De platen bewegen op 3 manieren
1. Uit elkaar <- -> 2. Naar elkaar toe -> <- 3. Langs elkaar
Slide 6 - Tekstslide
Bij Japan zijn met name convergente plaatbewegingen -> <-
die zorgen voor: vulkanen, aardbevingen en indirect tsunami'
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Nu even oefenen....
Slide 10 - Tekstslide
Zet de omschrijvingen op de juiste plaats
Mantel
Magma
Platen
Kern
Convectiestroom
Lava
Dikke laag onder de aardkorst, bestaande uit heet gesteente.
Heet, vloeibaar gesteente in de aardmantel. Hetzelfde als lava, maar dan onder de grond.
Stukken aardkorst waarop de continenten en oceanen liggen.
Binnenste van de aarde: een grote ijzeren kogel van meer dan vijfduizend graden Celsius.
Drijvende kracht achter de platentektoniek: warme magma komt omhoog, stuit op de aardkorst en stroomt opzij.
Vloeibaar gesteente dat uit de aarde komt.
Slide 11 - Sleepvraag
Aantekening
Endogene krachten en exogene krachten
Endogene krachten: krachten die de aarde van BINNENUIT vormen (aardbevingen, vulkanen, plaattektoniek)
Exogene krachten: kracht die van BUITENAF de aardkorst verandert (erosie, verwering, sedimentatie)
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
Maak een tekening in je schrift en benoem de onderdelen!
Slide 14 - Tekstslide
https:
Slide 15 - Link
Pangea
Het supercontinent viel lang geleden uiteen.
225 miljoen jaar geleden.
Slide 16 - Tekstslide
convectiestromen
Slide 17 - Tekstslide
Aantekening
Convectiestromen
Motor van plaatbewegingen zijn convectiestromen.
Convectiestromen = stroming van gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen de aarde.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Aantekening
Convergente beweging:
Platen bewegen naar elkaar toe
3 manieren:
2 continentale platen botsen: Plooiingsgebergte
Een oceanische en continentale plaat botsen: Subductie
2 oceanische platen botsen: Subductie
Plooiing
Als 2 continentale platen botsen, gaan ze plooiien (oftewel kreukelen) Er onstaat een gebergte.
Gebergten zoals de Alpen ontstaan op deze manier. Er kunnen zware aardbevingen onstaan bij deze beweging.
Subductie
Bij subductie verdwijnt de zware oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat. De oceanische plaat smelt wanneer deze weer in de mantel komt.
Bij deze beweging onstaan gebergten zoals de Andes. Deze beweging kan zware aardbevingen veroorzaken. Een ander kenmerk is dat er vulkanen ontstaan bij deze beweging.
Diepzeetrog
Een diepzeetrog is de plek waar de oceanische korst onder de continentale korst verdwijnt.
Dit is een hele diepe plek in de oceaan. De diepste diepzeetrog is de Marianentrog, vlakbij Japan. Die trog is ongeveer 11 kilometer diep.
Slide 24 - Tekstslide
Subductie
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Aantekening
Divergente beweging:
Platen bewegen uit elkaar
2 manieren:
oceanische platen bewegen uit elkaar: Mid-Oceanische-Rug (MOR)
continentale platen bewegen uit elkaar:
MOR
Bij een Mid-Oceanische-Rug bewegen 2 oceanische platen uit elkaar. Tussen die platen onstaat een ruimte (een spleet) Door die spleet komt magma uit de aarde. Dit is dus een soort vulkaan. (spleetvulkaan)
Wanneer de magma uit de aarde is stolt het snel omdat het onder water is en het daar koud is.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Aantekening
Transforme Beweging:
Platen bewegen langs elkaar.
2 platen schuiven langs elkaar, in horizontale richting.
Dit kunnen continentale of oceanische platen zijn.
Transform
Bij de transforme beweging schuiven 2 platen langs elkaar, in tegengestelde richting. Ze zakken niet onder elkaar. Bij deze beweging kunnen hele zware aardbevingen ontstaan. Een bekende breuklijn is de San Andreasbreuk in Californië. Ook onder Turkije ligt zo'n breuklijn, de Anatolische breuklijn
Slide 31 - Tekstslide
Convectiestromen
Vulkaan
Convergentie
Subductie
Divergentie
Diepzeetrog
Mid oceanische rug
Slide 32 - Sleepvraag
Bij welke beweging ontstaan de aardbevingen bij Japan?
A
Langs elkaar
B
Van elkaar af
C
Tegen elkaar aan
Slide 33 - Quizvraag
Waardoor kunnen de aardplaten bewegen?
A
Ze drijven op de buitenkern
B
Door de interne magmastromen
C
Door de botsende platen en diens gevolgen
D
Door subductie
Slide 34 - Quizvraag
Welke twee soorten platen botsen er in Japan?
A
Aardplaten
B
Aardplaat en een continentale plaat
C
Twee continentale platen
D
Een continentale tegen een oceanische plaat
Slide 35 - Quizvraag
Samengevat
aantekening
De Ring van Vuur is het gebied rond de Grote Oceaan waar veel aardbevingen en vulkanen voorkomen
Oorzaak: de aardkorst is voordurend in beweging onder invloed van convectiestromen. De pacifische plaat verdwijnt langzaam onder de platen die daar omheen liggen.
Gevolg: hierdoor ontstaan aardbevingen en kunnen op zwakke plekken aardkorst vulkanen ontstaan.
Slide 36 - Tekstslide
Samengevat
aantekening
Ontstaan vulkanen rondom Japan:
De Pacifische plaat beweegt naar de Euraziatische en Filipijnse plaat toe en duikt daaronder. Dit komt omdat de oceanische plaat zwaarder is dan de continentale plaat. Diep in de aarde smelt de plaat en verandert in magma. De gesmolten gesteente stijg naar het aardoppervlak en vormt daar vulkanen.
Slide 37 - Tekstslide
Samengevat
aantekening
Ontstaan troggen en aardbevingen rondom Japan:
Bij Japan schuiven twee oceanische platen (Filipijnse en Pacifische plaat) onder een continentale plaat. Dit heet subductie en er ontstaan daarbij diepe troggen in de oceaan.
Deze bewegingen gaan schokgewijs en noemen we aardbevingen.
Slide 38 - Tekstslide
Welke gevolgen heeft deze plaatbeweging? Noem er 2.
Slide 39 - Open vraag
Welke woord past niet bij IJsland?
A
Platen bewegen uit elkaar
B
Platen bewegen naar elkaar toe
C
Rustig(effusief) vulkanisme
D
Mid-Oceanische rug
Slide 40 - Quizvraag
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming
Slide 41 - Sleepvraag
Nederland ligt op de ...
A
Euraziatische plaat
B
Nederlandse plaat
C
Europese plaat
D
Egeïsche plaat
Slide 42 - Quizvraag
platen die naar elkaar toe bewegen noem je divergente plaatbeweging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 43 - Quizvraag
a Is de plaat met nummer 2 een oceanische of een continentale plaat?
b Verklaar je antwoord bij vraag a.
Slide 44 - Open vraag
Iemand doet twee uitspraken:
I Nederland ligt bij een plaatrand, daarom zijn er veel aardbevingen. II Nederland en Japan liggen op dezelfde plaat.
Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.
Slide 45 - Quizvraag
Gesmolten gesteente in de aarde heet ....
A
Magma
B
Lava
Slide 46 - Quizvraag
Iemand doet twee uitspraken: I Met de schaal van Richter wordt de kracht van een aardbeving gemeten. II Een aardbeving met kracht 5 op de schaal van Richter is 100 keer zo zwaar als een aardbeving met kracht 3.
Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.
Slide 47 - Quizvraag
Troggen ontstaan door ....
A
platen die uit elkaar drijven
B
platen die botsen
Slide 48 - Quizvraag
De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we het....
A
hypocentrum
B
epicentrum
Slide 49 - Quizvraag
Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
200 keer
Slide 50 - Quizvraag
Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten ....