Kapitel 2

Wat is het lidwoord in deze zin?

"Ich liebe das Meer."
A
Ich
B
liebe
C
das
D
Meer
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het lidwoord in deze zin?

"Ich liebe das Meer."
A
Ich
B
liebe
C
das
D
Meer

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?

"Er hat einen Bauernhof."
A
Er
B
hat
C
einen
D
Bauernhof

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het persoonlijke voornaamwoord in deze zin?

"Ich habe vor dir hier gewohnt."
A
Ich
B
habe
C
hier
D
gewohnt

Slide 3 - Quizvraag

Schrijf het getal voluit in één woord:
"Sie wohnen schon 27 Jahre in Tilburg."

Slide 4 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in één woord:
"Ich arbeite bis ich 65 Jahre bin."

Slide 5 - Open vraag

Wat is de DUITSE vertaling?

"Wij zijn nieuw hier."
A
Wir sind neu hier.
B
Ihr seid neu hier.
C
Wir sind neugierig.
D
Ihr seid neugierig.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de NEDERLANDSE vertaling?

"Er hat einen Tierheim."
A
Hij heeft een huisdier.
B
Hij heeft een dierenasiel.
C
Het heeft een dierenasiel.
D
Het heeft een huisdier.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de NEDERLANDSE vertaling?

"Seid ihr ordentlich?"
A
Zijn jullie gezellig?
B
Zijn wij gezellig?
C
Zijn jullie netjes?
D
Zijn wij netjes?

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste DUITSE vertaling?

"Jij hebt altijd tijd."
A
Du hast immer Zeit.
B
Ihr habt immer Zeit.
C
Ihr habt immer Spaß.
D
Du hast immer Spaß.

Slide 9 - Quizvraag

Het lidwoord "das" hoort bij onzijdige zelfstandige naamwoorden.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 10 - Quizvraag

Beispiele
Das Kind, das Kaninchen, das Pferd

Slide 11 - Tekstslide

Der Montag, der Februar en der Frühling zijn vrouwelijk.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 12 - Quizvraag

Erklärung
Dagen, maanden en seizoenen zijn mannelijk.
Daar hoort "der" bij.

Montag = maandag, Februar = februari, Frühling = Lente

Slide 13 - Tekstslide

"Freundin" krijgt het lidwoord "die".
A
Richtig
B
falsch

Slide 14 - Quizvraag

Erklärung
Freundin = vriendin.

"Die" hoort bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.

Slide 15 - Tekstslide