1.5 Transport door membranen

Inleiding in de biologie
1.5 Transport door membranen
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Inleiding in de biologie
1.5 Transport door membranen
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
  • Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent concentratie?

Slide 5 - Woordweb

Concentratie berekenen
De concentratie geeft de hoeveelheid opgeloste stof in een bepaalde hoeveelheid oplosmiddel aan.

Fysiologische zoutoplossing  bevat 0,9% keukenzout.
9 g keukenzout op te lossen in 991 g water.

Slide 6 - Tekstslide

Wat denk je dat er gebeurd als je een theezakje in een beker warm en een beker koud water hangt?

Slide 7 - Open vraag

Diffusie
De verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof.

De diffusiesnelheid is afhankelijk van de temperatuur.

Slide 8 - Tekstslide

Osmose 

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij osmose?
A
Dan stroomt er water door een semi-permeabel membraan naar een ruimte met een hogere concentratie opgeloste stoffen
B
Dan stroomt er water door een permeabel membraan naar een ruimte met een lagere concentratie opgeloste stoffen
C
Dan gaan er stoffen via een semi-permeabel membraan naar een ruimte waar zich een hogere concentratie van die stoffen bevindt
D
Dan gaan er stoffen via een permeabel membraan naar een ruimte waar zich een lagere concentratie van die stoffen bevindt

Slide 10 - Quizvraag

Welke afbeelding is een juiste weergave van osmose?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat is osmose bij een celmembraan?
A
Het passeren van zuurstof
B
Het passeren van water
C
Het passeren van zuurstof en water
D
Het passeren van opgeloste stoffen

Slide 12 - Quizvraag

Osmotische waarde
Hoeveel water zich verplaatst wordt bepaald door de osmotische waarde aan beide zijden van het membraan.

Osmotische waarde: hoeveelheid opgeloste stoffen in het water.

Hoge osmotische waarde: veel opgeloste stoffen.
Lage osmotische waarde: weinig opgeloste stoffen.
Water stroomt van een lage -> hoge osmotische waarde.

Slide 13 - Tekstslide

osmose in een plantencel

Slide 14 - Tekstslide

passief transport
kost geen energie
verloopt altijd door een concentratieverschil
osmose en diffusie


Slide 15 - Tekstslide

Actief transport, tegen concentratiegradiënt in. Kost ATP.
gaat tegen de concentratiegradiënt in
kost wel energie

Slide 16 - Tekstslide

actief/passief transport

Slide 17 - Tekstslide

exo/endocytose
Exocytose:afsnoeren blaasjes (actief)
Endocytose: opnemen stoffen
-> endosoom.
Voeding opnemen: fagocytose

Slide 18 - Tekstslide

verplaatsing van zout van een hoge concentratie naar een lage concentratie is een vorm van
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport

Slide 19 - Quizvraag

Diffusie en osmose zijn een vorm van....
A
actief transport
B
passief transport
C
beide zijn mogelijke
D
geen van beide

Slide 20 - Quizvraag

Welk transport
mechanisme heeft dit verschijnsel veroorzaakt?
A
Osmose
B
Actief transport
C
Diffusie
D
Geen van bovenstaande

Slide 21 - Quizvraag

Diffusie of
osmose?
A
Diffusie
B
Osmose

Slide 22 - Quizvraag

Diffusie of
osmose?
A
Diffusie
B
Osmose

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk
Leren 1.5 en 1.6
Maken t/m opdracht 68

Slide 24 - Tekstslide