Quiz wonen & huishouden thema voeding

Quiz voeding
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Quiz voeding

Slide 1 - Tekstslide

Functies voeding
  • sociale functie
  • geestelijke functie
  • levensbeschouwelijke functie
  • maatschappelijke functie

Slide 2 - Tekstslide

Een voorbeeld van een geestelijke functie van eten is
A
taart eten op een verjaardag
B
chocola kopen als je moet leren voor de toets
C
oliebollen eten met oud & nieuw
D
geen varkensvlees eten

Slide 3 - Quizvraag

De sociale functie van eten is
A
samen eten is gezellig
B
eten/drinken om emotionele redenen (bijv angst)
C
eten/drinken om jezelf te belonen
D
iets laten zien van je geloof

Slide 4 - Quizvraag

Wat is 'representatief eruit' zien?
A
wat past bij je functie
B
Schoon zijn, fris ruiken, verzorgde nagels en kapsel, schone kleding, vriendelijk kijken
C
dat je goed kunt presenteren
D
A en B zijn allebei goed

Slide 5 - Quizvraag

Wat staat niet in de schijf van 5?
A
Groente en fruit
B
Dranken
C
Brood, graanproducten, aardappelen
D
Vitaminen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe vaak wordt geadviseerd maximaal tussendoor te eten?
A
geen een keer
B
3 keer
C
7 keer
D
maakt niet uit

Slide 7 - Quizvraag

eiwitten

Slide 8 - Sleepvraag

koolhydraten

Slide 9 - Sleepvraag

vetten

Slide 10 - Sleepvraag

vezels

Slide 11 - Sleepvraag

vocht

Slide 12 - Sleepvraag

Iemand die diabetes heeft, heeft een tekort aan:
A
Insuline
B
Lactose
C
Suiker
D
ijzer

Slide 13 - Quizvraag

Volg je een energiebeperkt dieet dan is het belangrijk dat je minder ..... eet
A
Mineralen
B
Calorieën
C
Vet
D
Vlees

Slide 14 - Quizvraag

Natriumbeperkt dieet wil zeggen dat je minder/geen ..... mag eten
A
zout
B
calorieën
C
suiker
D
peper

Slide 15 - Quizvraag

Als je gevoelig bent voor een bepaalde stof dan noemen ze dit ook wel een:
A
energie
B
dieet
C
allergie
D
intolerantie

Slide 16 - Quizvraag

Als je een stof helemaal niet kunt verdragen dan noemen ze dit:
A
Intolerantie
B
allergie
C
dieet
D
energie

Slide 17 - Quizvraag

Maak boek voeding
zie studiewijzer

Slide 18 - Tekstslide

Wat moet de temperatuur van de koelkast ongeveer zijn:
A
7 tot 10 graden
B
2 tot 7 graden
C
0 graden
D
-10 tot -1 graden

Slide 19 - Quizvraag

Welk fornuis maakt gebruik van een magnetisch veld om pannen op te warmen?
A
inductiekookplaat
B
elektrisch fornuis
C
gasfornuis
D
keramische kookplaat

Slide 20 - Quizvraag

Welk keukenapparaat verwarmt door gebruik te maken van microgolven?
A
Oven
B
Magnetron
C
Oven en magnetron
D
beiden niet

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we het verhitten in een pan op hoog vuur?
A
Bakken & braden
B
koken
C
grillen
D
borrelen

Slide 22 - Quizvraag

Welke snijtechnieken gebruik je bij het klein maken van kruiden?
A
snipperen
B
ciseleren
C
malen
D
hakken

Slide 23 - Quizvraag

Voor welk voedsel gebruik je de rode snijplank?
A
gaar vlees
B
kip
C
rauw vlees
D
vis

Slide 24 - Quizvraag

Voor het bereiden van vis maken we gebruik van deze kleur snijplank:
A
blauw
B
geel
C
rood
D
groen

Slide 25 - Quizvraag

Je hebt niet veel trek maar het is gezellig en je bent op een feestje. Je eet mee. Wat is de functie?
A
lichamelijk
B
sociaal
C
geestelijk
D
levensbeschouwelijk

Slide 26 - Quizvraag

Waar zitten geen koolhydraten in?
A
aardappelen
B
brood
C
vis
D
rijst

Slide 27 - Quizvraag

Als je koemelkallergie hebt dan ben je allergisch voor:
A
melk
B
koemelk
C
lactose
D
glucose

Slide 28 - Quizvraag

Wat moet de temperatuur van de diepvries minimaal zijn?
A
0 graden
B
-6 graden
C
-18 graden
D
-26 graden

Slide 29 - Quizvraag

Een voedselvergiftiging kun je krijgen wanneer je:
A
te veel eet
B
bedorven voedsel eet
C
voedsel over de datum
D
ongezond voedsel eet

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de hygienecode voor het werken met voedsel?
A
HAACP
B
HACPP
C
HACCP
D
HHACP

Slide 31 - Quizvraag

Uit hoeveel letters, cijfers en leestekens bestaat de naam van dit vak?
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 32 - Quizvraag

Van hoeveel boekjes maken wij gebruik tijdens dit vak? (alles bij elkaar)
A
2 boekjes
B
8 boekjes
C
4 boekjes
D
6 boekjes

Slide 33 - Quizvraag

Welk fornuis maakt gebruik van elektriciteit?
A
Gasfornuis
B
Keramische kookplaat
C
Oven
D
Inductiekookplaat

Slide 34 - Quizvraag

Wat verstaan we onder het koken van voedsel?
A
In de oven bereiden
B
In de pan bakken
C
In water verwarmen
D
Voedsel grillen

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de naam van het tweede boekje waar we gebruik van hebben gemaakt?
A
Voeding
B
Voeden
C
Voedsel
D
Planmatig werken

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de kleur van het eerste boekje waar we gebruik van hebben gemaakt?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen
D
Paars

Slide 37 - Quizvraag

Boven welke temperatuur kookt water?
A
50 graden
B
100 graden
C
150 graden
D
200 graden

Slide 38 - Quizvraag

Hoeveel personen staan er op de kaft van boekje 6 voeding?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 39 - Quizvraag

Wat is de naam van het gelukshormoon dat je lichaam aanmaakt?
A
Endofine
B
Endorfine
C
Endrofine
D
Endrefine

Slide 40 - Quizvraag

Bij welke eetstoornis eet je zo min mogelijk, sport en braak je veel en gebruik je laxeermiddelen?
A
Boulimia
B
Anorexia

Slide 41 - Quizvraag

Als je bloedsuikerspiegel te laag is dan spreken we van:
A
Een hypo
B
Een hyper

Slide 42 - Quizvraag

Wanneer je af en toe vlees eet maar niet altijd dan ben je:
A
Flexitarisch
B
Vegetarisch
C
Veganistisch

Slide 43 - Quizvraag

Wanneer je op jonge leeftijd suikerziekte krijgt of ermee geboren wordt dan heb je:
A
Type I
B
Type II
C
Type III
D
Type IV

Slide 44 - Quizvraag

Als je bloedsuikerspiegel te hoog is dan spreken we van:
A
Een hypo
B
Een hyper

Slide 45 - Quizvraag

Wat is geen reden om je eetpatroon aan te passen?
A
Religieuze reden
B
Principiële reden
C
Gezamenlijke reden
D
Medische reden

Slide 46 - Quizvraag

Wat moet je niet doen bij iemand die diarree heeft?
A
Water laten drinken
B
Veel laten eten
C
Een arts raadplegen
D
Vezels laten eten

Slide 47 - Quizvraag

Hoe noem je iemand die geen vlees eet maar wel dierlijke producten gebruikt?
A
Flexitarisch
B
Vegetarisch
C
Veganistisch
D
Veganomisch

Slide 48 - Quizvraag

Wat is het nummer van het tweede boekje waar we gebruik van hebben gemaakt?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 49 - Quizvraag