In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Startopdracht
Startopdracht
Slide 1 - Tekstslide
Startopdracht
Noteer op het blaadje voor je:
1. je voor- en achternaam
2. je stagebedrijf
3. dagen en uren dat je aanwezig bent op je stage
Ga lekker zitten
Pen op tafel
iPad op tafel
tas op de grond
Vb.
Ma. t/m vrijd. van 8.30 - 16.30uur
Ma, di, woe, vr. 9.00-17.00uur en zat. van 9.30-15.30uur
Slide 2 - Tekstslide
Een zakelijke e-mail schrijven
Slide 3 - Tekstslide
Formeel/informeel
Voer voor je brein -> na de vakantie verder
Aan het einde van de les wetende leerlingen hoe je de aanhef schrijft en
weten ze hoe ze punt 1&2 schrijven.
Lessonup opdrachten en uitleg
NEDERLANDS
Lessonup opdrachten en uitleg
Check n.a.v. de opdrachten in Lessonup
geen
Slide 4 - Tekstslide
In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste aanhef aan Johan de Boer in de zakelijke e-mail?
A
Geachte J. De Boer,
B
Geachte J. de Boer,
C
Geachte meneer De Boer,
D
Geachte meneer de Boer,
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de juiste aanhef aan Johan van der Sluis in de zakelijke e-mail?
A
Geachte J. Van der Sluis,
B
Geachte meneer Van der Sluis,
C
Geachte meneer Van Der Sluis,
D
Geachte meneer van der Sluis,
Slide 7 - Quizvraag
Hoe schrijf je als je geen idee hebt wie de persoon is aan wie je de e-mail schrijft?
Slide 8 - Open vraag
Als jij een sollicitatiebrief schrijft naar de Albert Heijn. Hoe ziet je aanhef eruit?
Slide 9 - Open vraag
Als jij een sollicitatiebrief schrijft naar de Dierenpark Blijdorp. Hoe ziet je aanhef eruit?
Slide 10 - Open vraag
Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,
Slide 11 - Quizvraag
Nu stuur jij een zakelijke e-mail naar Joey Veerpont
Wat is de aanhef?
Slide 12 - Open vraag
Wat zet je in de inleiding van de zakelijke e-mail?
A
De aanleiding voor het schrijven van je brief.
B
De aanleiding voor het schrijven van je brief en je stelt jezelf voor.
C
Je stelt jezelf voor.
D
De aanleiding voor het schrijven van je brief, je stelt jezelf voor en je motivatie.
Slide 13 - Quizvraag
Stel jezelf voor met je naam en klas
Slide 14 - Woordweb
Stel jezelf voor met je naam, klas en school
Slide 15 - Woordweb
Wat zijn signaalwoorden? Wat doen signaalwoorden?
Slide 16 - Open vraag
De signaalwoorden 'dus, kortom en dan ook' horen bij het tekstverband:
A
Reden
B
Conclusie
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde
Slide 17 - Quizvraag
Bij welk type tekstverband horen deze signaalwoorden? maar, echter, hoewel, ondanks dat
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 18 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband: opsomming
A
terwijl
B
want
C
ten eerste
D
ook
Slide 19 - Quizvraag
Maak een zin met signaalwoorden voor een opsomming:
Slide 20 - Woordweb
Maak een zin met een tegenstelling.
Slide 21 - Woordweb
Maak een zin met een signaalwoord voor een reden
Slide 22 - Woordweb
Vóór het woord want schrijf je een komma
A
Ja!
B
Nee!
Slide 23 - Quizvraag
Deze brief schrijf ik, omdat ........
De zin hierboven is juist geschreven.
A
Ja!
B
Nee!
Slide 24 - Quizvraag
Het schrijven van een zakelijke e-mail is makkelijk, maar.....
De zin hierboven is juist geschreven.
A
Ja!
B
Nee!
Slide 25 - Quizvraag
Het schrijven van een zakelijke e-mail is makkelijk, echter.....
een ander woord voor maar is echter
A
Ja!
B
Nee!
Slide 26 - Quizvraag
Wanneer schrijf je hoofdletters?
Slide 27 - Woordweb
De dagen van de week schrijf je met of zonder hoofdletter
A
met
B
zonder
Slide 28 - Quizvraag
De maanden in het jaar schrijf je met of zonder hoofdletter
A
met
B
zonder
Slide 29 - Quizvraag
Wanneer je binnen een e-mailprogramma een e-mailbericht opstelt kan je meerdere (type) geadresseerden kiezen. Naast de ontvanger kan je ook altijd een adres typen bij cc en bcc.
Wat betekent bcc bij een e-mail?
A
een kopie
B
een blinde kopie
C
BCC Elektrospeciaalzaken
D
Engels televisiezender
Slide 30 - Quizvraag
Wat is een correcte slotzin?
A
alvast bedankt voor uw reactie.
B
Alvast bedankt voor uw reactie terug.
C
Alvast bedankt voor u reactie.
D
Alvast bedankt voor uw reactie.
Slide 31 - Quizvraag
Sluit af met je voor- en achternaam en klas
Slide 32 - Open vraag
Schrijfwijze van namen in de aanhef
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,
Slide 33 - Tekstslide
De inleidende zin
In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.
Slide 34 - Tekstslide
Het middenstuk
Het middenstuk van je zakelijke e-mail bestaat vaak uit twee alinea's (omdat vaak één alinea te lang is)
In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht
Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken
Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf!
Beschrijf deze punten kort en bondig
Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten
Slide 35 - Tekstslide
Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.
Sluit af met je voornaam en achternaam.
Slide 36 - Tekstslide
zakelijke e-mail
aanhef Geachte mevrouw/meneer of Geachte mevrouw De Vries
inleiding Waarom stuur je de e-mail? voorstellen
kern vragen / informatie Veel? Dan opdelen in meerdere alinea's.
slot Schrijf wat je van de lezer verwacht Bedank de lezer alvast
afsluiting Met vriendelijke groet,
naam voor- en achternaam
witregels
Slide 37 - Tekstslide
Wat is een recensie? Wat schrijf je in een recensie?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.