cursus 2.1 deel 4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Planning;

Stof herhalen (5 minuten), Lessonup!

Huiswerk bespreken (5 minuten)

Nieuwe uitleg (10 minuten)

Opdrachten maken (20 minuten)

Afsluiting (5 minuten)

Nederland heeft een..

1. Koud klimaat
2. Gematigd klimaat
3. Zee klimaat
4. Land klimaat

Burger Zoo Bush, heeft het volgende klimaat;

1. Zeeklimaat
2. landklimaat
3. droog klimaat
4. Tropisch klimaat

Een zee klimaat heeft

1. het hele jaar neerslag en warme zomers en kouder winters
2. het hele jaar neerslag en koele zomers en milde winters
3. een droge tijd in de zomer en een hoge temperatuur

Welk klimaat?
Een klimaat met strenge winters en warme zomers

1. poolklimaat
2. gematigd zeeklimaat
3. landklimaat
4. toendraklimaat

Waarom zijn er verschillende klimaten?

1. Verschil in breedteligging
2. Verschil in hoogteligging
3. Ligging dicht aan of ver van de zee
4. Alle drie antwoorden zijn juist

Sleep de klimaatsoort naar de juiste afbeelding

Land klimaat

Droog klimaat

Koud klimaat

Tropisch klimaat

Zee klimaat

Huiswerk bespreken (10 minuten)

Pak je boek en sla open op bladzijde 53.

Leerdoel;

Je kan aan het einde van de les ;

De 5 verschillende plantenzones benoemen en aanwijzen op een afbeelding en kaart.

Plantenzones;

• 5 gebieden waar ongeveer dezelfde planten zijn.

1; Tropisch regenwoud.

• Veel regen en dus veel groen.
• Dicht bij de evenaar.

2; Steppe en woestijn.

Steppe;

• 8-9 maanden per jaar droogte, ontstaan grasvlakte zonder bomen

Woestijn;

• Groeit bijna niks
• oases 

3; Loofbos

• bos met bomen die hun blad in de herfst verliezen.

4; Naaldbos

• Bossen met dennenbomen en sparrenbomen
• Groen

• 5; Toendra en ijs
• Vlakte met wat struiken, gras en mos
• Grenzen aan het poolgebied
• Bodem, minimaal 9 maanden bevroren of onder sneeuw bedekt.
• gemmiddelde tempratuur warmste maand; 10 graden.

 

Opdrachten maken!

lees eerst de leerstof; blz. 54

Neem de opdracht hiernaast over

in je schrift.

Klaar? test jezelf maken, opdracht;

1 en 2 (blz. 82)

Overleggen met de buur mag.

Vragen? Steek je hand op!

Is huiswerk.

Afsluiting

Bedenk 1 onderwerp wat je nog lastig vind.

Bedenk 1 onderwerp wat je makkelijk vind. 

Bedenk iets wat je goed van jezelf vond tijdens deze les.