§1 Deel 3 / Herhaling

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Weer en Klimaat

Weer en Klimaat

Planning

• Huiswerkcheck
  
• Uitleg
  
• Zelfstandig werken
  
• Doelen checken
  

Leerdoel

• Aan het einde van de les kan je de 5 verschillende plantenzones noemen
  
• Je kunt voor elke plantenzone een kenmerk opnoemen
  

Wat weet je nog van de vorige keer?

Wat laat deze afbeelding ons zien?

• Er zijn 5 verschillende klimaatzones

• Elk van deze klimaatzones heeft ook zijn eigen plantenzone

Noem minimaal twee plantenzones

De 5 verschillende plantenzones

1. Tropisch regenwoud
2. Steppe & woestijnen
3. Loofbos
4. Naaldbos
5. Toendra

Tropisch regenwoud

• Hele jaar door groen omdat het veel regent
• Groeit rond de evenaar
• Tropisch regenwoud
• Hoort bij het tropisch klimaat

Steppe & woestijn

• Groeit weinig --> vaak plat
  
• Hoort bij het droge klimaat 

Loofbos

• Verliezen in de herfst hun bladen

• Hoort bij het zeeklimaat

Naaldbos

• Zijn het hele jaar groen, ook in de herfst
• Hoort bij het landklimaat

Toendra

• Alleen wat gras, struiken en mos
• Vooral veel ijs
• Hoort bij het koude klimaat

Aan de slag!

• Zorg ervoor dat, aan het einde van de les, heel cursus 2.1 af is.

• Ben je klaar --> Maak de test jezelf achterin het hoofdstuk. Alles met "cursus 1" en "cursus 2" moet af zijn.

Aan het einde van de les gaan we de leerdoelen controleren.

Noem de 5 klimaatzones

Noem de 5 plantenzones

Welk klimaat komt het meest voor in Europa?

1. Landklimaat
2. Koud klimaat
3. Zeeklimaat (gematigd)
4. Droog klimaat

Zoek op internet een afbeelding van een TOENDRA (dat hoort bij koud klimaat)
Plak die hierin

In welk klimaat is het 's nachts koud en overdag warm?

1. Tropisch klimaat
2. Zeeklimaat
3. Land klimaat
4. Droog klimaat (woestijn)

Sleep de klimaatsoort naar de juiste afbeelding

Land klimaat

Droog klimaat

Koud klimaat

Tropisch klimaat

Zee klimaat

Maken

Afmaken §2.1