Examentraining VWO

Examentraining geschiedenis
VWO
David Feenstra
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining geschiedenis
VWO
David Feenstra

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
Blok  1                                Introductie & kennismaking 
8.45-10.30 uur               Kenmerkende aspecten TV 1 & 2 plus examenvragen oefenen 
                                              HC Steden en burgers in de Lage Landen (1050-1700)
10.30-10.45 uur              pauze

Blok 2                                  
10.45-12.45 uur             Historisch denken & redeneren
                                             HC Verlichting & HC China 
12.45-13.15 uur             pauze 

Blok  3                                
13.15-15.15 uur               Historische contexten, opdrachten & examenvragen oefenen
                                              HC China & HC Duitsland 

Slide 2 - Tekstslide

Tijdsvolgorde!
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 1
1. De levenswijze van jagers en verzamelaars
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen 
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld van examenvraag
1In 2015 vonden archeologen in het Overijsselse Dalfsen een prehistorisch
grafveld van 120 graven. In elk van de graven lagen een of meerdere
versierde aardewerken bekers. Daarnaast bevatten de graven stenen
bijlen, vuurstenen pijlpunten en barnstenen kettingen.
Uit deze vondsten trek je twee conclusies over de prehistorische
bewoners van Dalfsen:
1 Deze bewoners vormden een boerensamenleving.
2 Zij geloofden in een leven na de dood.
2p 2 Ondersteun beide conclusies telkens met een op de gevonden
voorwerpen gebaseerd argument. (2022/TV2)

Slide 5 - Tekstslide

Antwoord 

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 2
​4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
5. De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa
8. De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

Slide 7 - Tekstslide

Examenvraag
Keizer Claudius ondervindt tijdens zijn regeringsperiode veel tegenstand
van Romeinse senatoren.
3p 3 Toon aan dat Claudius met deze speech:
- suggereert dat hij de bloei van het Romeinse Rijk wil bevorderen,
waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron,
en tegelijkertijd
- zijn eigen politieke positie wil verstevigen.
(2022/TV3)

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 3
9. Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 4
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving (HC)
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden (HC)
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie (HC)
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
17. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 5
18. Het begin van de Europese expansie overzee    (HC)
19. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling (HC)
20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid  (HC)
21. de protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg. (HC)
22. het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat (HC)

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 6
23. Het streven van vorsten naar absolute macht (HC)
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek (HC)
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie (HC)
26. De wetenschappelijke revolutie (HC)

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 7 
27. Rationeel optimisme en ‘’verlicht denken’’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen (HC)
28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) (HC)
29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme (HC)
30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap (HC)

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 8
31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. (HC)
32. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie (HC)
33. Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme. (HC)
34. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. (HC)
35. De opkomst van emancipatiebewegingen (HC)
36. Discussies over de sociale kwestie

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 9
37. Het voeren van twee wereldoorlogen (HC)
38. De crisis van het wereldkapitalisme (HC)
39. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme en nationaalsocialisme (HC)
40. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie (HC)
41. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme 
42. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering (HC)
43. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden (HC)
44. De Duitse bezetting van Nederland (HC)

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 10
45. De dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld
46. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog  (HC)
47. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen  (HC)
48. De eenwording van Europa  (HC)
49. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen 

Slide 17 - Tekstslide