2KA - 27/1 - word order - chapter 3 - les 10

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today
Start in Teams
Word order







Wednesday 
27 
January

Goal: aan het einde van deze les heb je geoefend met zinnen die over het onderwerp je mening geven gaan.

Slide 2 - Tekstslide

WORD ORDER

woordvolgorde

Slide 3 - Tekstslide

Wie doet wat waar wanneer?
         ow              ww                lv             plaats                    tijd

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan:
1. onderwerp                         WIE
2. werkwoord(en)               DOET
3. lijdend voorwerp            WAT
4. plaats                                  WAAR
5. tijd                                        WANNEER

De tijd kan ook aan het begin van de zin worden gezet!

Slide 5 - Tekstslide

Tijd (wanneer) kan ook aan het begin van de zin:
voor extra nadruk.

Slide 6 - Tekstslide

Shall we meet at 4pm on Monday?

Slide 7 - Tekstslide

TIP!
Zet de werkwoorden van de zin bij elkaar!

Ik heb gisteren heel veel friet gegeten.
I have eaten a lot of fries yesterday.

Slide 8 - Tekstslide

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 9 - Sleepvraag

Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 10 - Sleepvraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
my little brother
bakes
a cake
in the kitchen
every weekend

Slide 11 - Sleepvraag

Wie
doet
wat
waar
wanneer
my sister
is going to do
at school
tomorrow
a presentation

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Choose the sentence with the correct word order.
A
Doesn't she go in the weekends out?
B
Doesn't she go out in the weekends?

Slide 14 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.

Slide 15 - Quizvraag

Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend

Slide 16 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
My sister got married last year.
B
my sister got Last yearmarried.
C
My sister last year got married.

Slide 17 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.

Slide 18 - Quizvraag

hardly / last year / could / ski / he

Slide 19 - Open vraag

enjoys / swimming / in our pool / always / in the morning / she


Slide 20 - Open vraag

meet / at the sports ground / they / after dinner/ their friends

Slide 21 - Open vraag

have / at about three o'clock / a cup of tea / they / at the hotel / in the afternoon

Slide 22 - Open vraag

in a garage / Mr Hodges / his car / parks

Slide 23 - Open vraag

parking place / near the shops / found / a big/ they

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk donderdag 28/1
Leer de woordvolgorde in het Engels.  (zie LessonUp)

Slide 25 - Tekstslide