Zelfzorg P3 module 4

Persoonlijke basiszorg week 1 periode 3
Module 4

Urine

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
afpMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Persoonlijke basiszorg week 1 periode 3
Module 4

Urine

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over urine?

Slide 2 - Woordweb

Wist je dat....
Wist je dat...
- Je in 24 uur gemiddeld 1,5 liter urine afscheidt?
- Je in 24 uur maar liefst 1 liter transpiratievocht  verliest?
- Er 0,5 liter waterdamp via uitademing per dag weg gaat aan vocht?

Slide 3 - Tekstslide

 Urine

- Je nieren vormen urine.
- Urine bestaat uit water en afvalstoffen.
- De kleur van je urine vertelt je of je genoeg drinkt. 

 

Slide 4 - Tekstslide

Samenstelling Urine
Samenstelling van urine en de concentratie is afhankelijk van de werking van organen, samenstelling van de voeding en soms medicijngebruik. 

Ook belangrijk:
- Hoeveel heeft iemand gezweet
- Hoeveel vocht heeft iemand tot zich genomen

Slide 5 - Tekstslide

Samenstelling
Samenstelling van urine:
- water
- ureum
- urinezuur
- andere bijproducten van de stofwisseling

Slide 6 - Tekstslide

productie urine
In de nierbekkens wordt de urine verzameld.

via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas. In de urineblaas wordt urine weer tijdelijk opgeslagen.

via de urinebuis verlaat de urine het lichaam.

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel liter urine maken we aan per dag?
A
0,5
B
5
C
1,5
D
10

Slide 8 - Quizvraag

Je nieren maken urine.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

 Urinewegstelsel
Nieren:
- 2 halfronde organen
- 12 cm lang en 6 cm breed
- liggen hoog achter in de buikholte
aan beide kanten van de wervelkolom
- linker niet iets hoger dan de rechter
(i.v.m. de lever)
- Boven de nieren, de bijnieren --> hormoon-
productie

Slide 10 - Tekstslide

 Urinewegstelsel
Nieren:
- Zuiveren het bloed en produceren de urine.

2 belangrijkste functies:
1. schadelijke stoffen die bij de stofwisseling ontstaan zijn, uit het bloed filteren
2. overtollig water (vochtbalans), zout en schadelijke stoffen afvoeren uit het lichaam

Slide 11 - Tekstslide

Je nieren zuiveren dagelijks enkele honderden liters bloed. Maar zoveel bloed hebben we niet. Hoe kan dit?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

De nieren zijn heel belangrijk. Ze maken urine. In urine zitten ...
A
afvalstoffen, hormonen en suiker
B
afvalstoffen, hormonen en bloedcellen
C
afvalstoffen, hormonen en water
D
afvalstoffen, hormonen en eiwitten

Slide 14 - Quizvraag

 Urinewegstelsel
Urineleiders:
- Vanuit de nieren loopt de urine door twee urineleiders naar de blaas.
- Dunne buisjes +/- 30 cm lang
- Worden dichtgedrukt bij een volle blaas

Slide 15 - Tekstslide

 Urinewegstelsel
Blaas:
- Elastisch orgaan, met spierlagen
- In de buikholte
- Hoeveel urine hangt af van
lichaamsbouw en leeftijd

Aandrang?
Prikkel via het ruggenmerg naar de hersenen.
Signaal aan hersenen dat blaaswandspieren
zich kunnen samentrekken.

Slide 16 - Tekstslide

Maar wanneer spreken we dan van incontinentie?
A
Wanneer je zonder reden je urine laat lopen
B
Als je lichaam onvoldoende urine aanmaakt
C
Als je geen controle meer hebt over je blaas
D
Als je een inlegger nodig bent

Slide 17 - Quizvraag

Je blaas maakt urine.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van onderdeel 6?
A
Voert urine af naar de urineblaas
B
Urine wordt hier tijdelijk opgeslagen
C
Voert urine af uit het lichaam
D
Al het bovenstaande

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de functie van onderdeel 7?
A
Voert urine af naar de urineblaas
B
Urine wordt hier tijdelijk opgeslagen
C
Voert urine af uit het lichaam
D
Al het bovenstaande

Slide 20 - Quizvraag

 Urinebuis
Urinebuis:
- Plassen, lozen van urine = mictie
- Verlaten van urine gebeurt via urinebuis
- Bij de man is urinebuis langer als bij de vrouw



Slide 21 - Tekstslide

 Urineweginfecties
Urineweginfecties
- Aandoeningen aan de nieren en blaas
- Veroorzaakt door schadelijke micro-organismen
- Blaasontsteking meest voorkomende

Slide 22 - Tekstslide

 Urineweginfecties
Blaasontsteking:
- Ontsteking van de urineblaas
- Normaal is de urine in de blaas steriel (zonder bacteriën), maar soms komen er bacteriën van buitenaf in de urinebuis
- Meest bij vrouwen (i.v.m. kortere urinebuis)

Verschijnselen:
- continue aandrang
- vaak kleine beetjes plassen
- pijn bij het plassen
- troebele urine, soms vermengd met bloed
Voorkomen:
- Veel drinken
- Meteen plassen bij drang
- Goed leegplassen

Slide 23 - Tekstslide

15.4 Urine observeren
Klinkt gek: maar kijk altijd even achterom bij een cliënt, voordat je doorspoelt.
- Waarom zou dat belangrijk kunnen zijn?

*Lichamelijke aandoeningen kunnen zichtbaar zijn in de urine of ontlasting. 

Je rapporteert altijd je bevindingen!

Slide 24 - Tekstslide

 Urine observeren
Observatiepunten:
- frequentie; hoe vaak plast iemand? Verschilt per persoon
- hoeveelheid; afhankelijk hoeveel gedronken en gezweet. +/- 1,5 liter
- kleur; verse urine is meestal lichtgeel
- helderheid; bacteriën, eiwitten, pus maken urine troebel. Hoe helderder, hoe beter
- geur; niet altijd alarm, kan ook door medicijngebruik sterke geur hebben
- manier van urineren; bij aandoeningen kan iemand op een andere manier urineren; vaker, andere houding etc. Dit is niet goed voor de urine.

Slide 25 - Tekstslide