Literatuurgeschiedenis middeleeuwen tot 1900 quiz
1 / 28
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Welke tijdsperiode duiden we aan met 'middeleeuwen'
A
500-1000 na Christus
B
500-1500 na Christus
C
1000-1500 na Christus
D
500-1200 na Christus
Slide 3 - Quizvraag
Bestond Nederland in de middeleeuwen als zelfstandig natie?
A
Ja, Nederland was een zelfstandige natie met België
B
Nee, er waren gewesten zoals Vlaanderen, Brabant, Holland etc.
Slide 4 - Quizvraag
Geestelijke literatuur
Stedelijke literatuur
Adelijke literatuur
Stedelijke belangen
Hoofsheid
Christelijke boodschap
Vergeven van zonden
Feodale stelsel
Ridderromans
Mirakelspel
Slide 5 - Sleepvraag
Bij welke middeleeuwse tekst hoort dit plaatje?
Slide 6 - Open vraag
Wat maakt 'van den vos Reynaerde' bijzonder?
A
Het is het eerste gedrukte werk
B
Het is een parodie op de middeleeuwse ridderromans
C
Het is het eerste werk dat niet op rijm is geschreven
D
Het is een hele serieuze tekst
Slide 7 - Quizvraag
Wat weet je nog van Mariken?
Slide 8 - Woordweb
De 16e eeuw is de eerste eeuw nadat ... is uitgevonden.
Slide 9 - Open vraag
Wie waren Luther en Calvijn?
A
Mannen met nieuwe opvattingen over het geloof
B
De belangrijkste romanschrijvers uit de 16e eeuw
C
Boekpersonages
D
De leiders die aansturen op centralisatie
Slide 10 - Quizvraag
Waarom leer je bij literatuurgeschiedenis over Maarten Luther en Johannes Calvijn?
Slide 11 - Open vraag
Hoe noemen we de periode waarin schrijvers de klassieke literatuur van de Romeinen en de Grieken probeerden na te bootsen?
A
De verlichting
B
Rederijkerstijd
C
Renaissance
D
Romantiek
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noemen we een dichter of schrijver in de Renaissance?
A
Een classicus
B
Een rederijker
C
Dichter of schrijver
D
Een verlichter
Slide 13 - Quizvraag
In de 17e eeuw ontstaat er langzaam een politiek debat in de literatuur. Over welke van deze onderwerpen ging dat debat NIET
A
Kiesrecht
B
De positie van vrouwen in de samenleving
C
De inrichting van de samenleving
D
De kunsten
Slide 14 - Quizvraag
Middeleeuwen
Renaissance
Gouden Eeuw
Verlichting
500-1500 Na Christus
16e eeuw
17e eeuw
18e eeuw
Nabootsen van de Klassieke literatuur
Standenmaatschappij met elk eigen literatuur
Politiek debat
Wereld verbeteren
Slide 15 - Sleepvraag
De opvoedkundige roman was een belangrijk genre in de 18e eeuw. In welke vorm werden deze teksten geschreven?
A
Dichtvorm
B
Toneelstuk
C
Brieven
D
Als een gewone roman
Slide 16 - Quizvraag
Waarom past de opvoedkundige roman binnen de Verlichting?
Slide 17 - Open vraag
Napoleon was in de 18e eeuw aan de macht. Hoe heet Nederland onder zijn bewind?
A
De Republiek
B
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
C
De Bataafse Republiek
D
De Franse Republiek
Slide 18 - Quizvraag
Welke 2 grote stromingen waren er in de literatuur van de 19e eeuw?
Slide 19 - Woordweb
Romantiek
Realisme
Onvrede met bestaande werkelijkheid
Weergave van werkelijkheid met commentaar over goed/slecht
Natuur-beschrijvingen
Kunstenaar staat centraal
Gewone mens staat centraal
Slide 20 - Sleepvraag
Hoe heet het tijdschrift waarin 'De Tachtigers' hun werk publiceerden?
A
De Nieuwe Gids
B
De Beweging van Tachtig
C
De Max Havelaar
D
Noodlot
Slide 21 - Quizvraag
Leg de uitdrukking 'Poëzie is de allerindividueelste emotie van de allerindividueelste expressie' uit.
Slide 22 - Open vraag
De beweging van Tachtig had een aantal principes. Welke van onderstaande regels hoort NIET bij de Tachtigers?
A
L'art pour l 'art
B
De werkelijkheid als uitgangspunt (realisme, naturalisme)
C
Individualisme
D
Moraal meegeven
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een belangrijk kenmerk van het naturalisme?
A
Naturalisten geven commentaar op goed/fout
B
Naturalisten gaan er vanuit dat er een objectief waarneembare werkelijkheid bestaat
C
Naturalisten hebben grote belangstelling voor natuurbeschrijvingen
D
Naturalisten vonden dat je je eigen lot kon bepalen
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een groot verschil tussen realisme en naturalisme?
A
Het naturalisme beschrijft ook hoeren en bedelaar, het realisme niet
B
Het realisme geeft commentaar op goed/fout en het naturalisme doet dit niet
C
Het naturalisme probeert het leven van alledag te verklaren, het realisme niet
D
Het realisme beschrijft de dagelijkse werkelijkheid, het naturalisme beschrijft meer de natuur
