H1 - Tekstdoelen en -soorten + grammatica

Programma
  1. Vorige les.
  2. Leerdoelen vandaag.
  3. Huiswerk bespreken
  4. Oefenen met grammatica.
  5. Vragen?
  6. Morgen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Programma
  1. Vorige les.
  2. Leerdoelen vandaag.
  3. Huiswerk bespreken
  4. Oefenen met grammatica.
  5. Vragen?
  6. Morgen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les ....
                              Tekstdoelen! Welke twee missen we?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
  1. Ik kan vijf tekstdoelen met bijbehorende tekstvormen (voorbeelden) noemen.
  2. Ik kan een zin ontleden in PV, WG, OW, LV, MV, BWB.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
Ga naar blz. 26 in je boek.
We bespreken het huiswerk, opdracht 8.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 1 - check
1. Ik kan vijf tekstdoelen met bijbehorende tekstvormen (voorbeelden) noemen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem voorbeelden van teksten met het tekstdoel: activeren.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de tekstdoelen naar de juiste teksten. Je houdt er 2 over.
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Activeren
Instrueren

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstvorm hoort bij een overtuigende tekst?
A
handleiding
B
recensie
C
advertentie
D
toneelstuk

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstvorm past NIET bij het doel informeren (denk aan het belangrijkste doel!)
A
encyclopedie
B
advertentie
C
schoolboek
D
nieuwsbericht

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
  1. Ik kan vijf tekstdoelen met bijbehorende tekstvormen (voorbeelden) noemen.
  2. Ik kan een zin ontleden in PV, WG, OW, LV, MV, BWB.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleed onderstaande zinnen
Zet zinsdeelstrepen en benoem: PV, WG, OW, LV, MV, BWB
Voorbeeld: Jan      / is          /       naar school / gelopen.
                        OW      PV WG               BWB                  WG
1. Zonder verdere instructies heeft H1D kunnen werken aan de opdracht voor Frans.
2. Voor mijn oude omaatjes heb ik dit weekend een heerlijke taart gebakken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 2 - check
2. Ik kan een zin ontleden in PV, WG, OW, LV, MV, BWB.

Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer: oefentoets
Morgen 3e uur: oefentoets.
Morgen 4e uur: oefentoets bespreken en laatste vragen stellen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen check
  1. Ik kan het verschil uitleggen tussen het werkwoordelijk en het naamwoordelijk gezegde.
  2. Ik kan uitleggen waaruit het naamwoordelijk gezegde bestaat.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerst theorie lezen en daarna aan de slag met naamwoordelijk gezegde.

1. Lees de theorie over naamwoordelijk gezegde op de hand-out.
2. Maak opdracht 2 op de hand-out.
3. Klaar? Ga naar Magis-
ter en kijk na.
Zelfstandig aan de slag met naamwoordelijk gezegde.


1. Maak opdracht 2 op de hand-out.
2. Klaar? Ga naar Magis-
ter en kijk na.
3. Dan klaar? Maak opdrachten 3 en 1 op de hand-out.
A
B
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Keuze voor route A of B baseren op score op diagnostische vragen EN zelfinschatting. Al denk ik misschien dat voor mh1 iedereen de theorie moet volgen en dan de keuze: zelf opdracht 1 maken of samen opdracht 1 maken. 


Noteer het naamwoordelijk gezegde van de volgende zin:
Vorig jaar was Rodri de beste voetballer van het jaar.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leren voor toets
- Leesvaardigheid: 
1. Tekstdoelen, -soorten en -vormen - theorie leren.
2. Oefenen met lezen en opdrachten maken (online).
- Grammatica:
3. Oefenen met zinsdelen ontleden (pv, wg, ow, lv, mv, bwb).
4. Oefenen met verschil tussen wg en ng.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Aan het eind van de dag zet ik mijn fiets voor het huis.
2. Heb jij dit weekend bij je nicht gelogeerd?
3. Ayse zou een heel goede danseres kunnen zijn.
4. Na de toetsweek zou ik de mentor een mail kunnen sturen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
1. Ik kan de volgende tekstdoelen aanwijzen:
informeren, instrueren, overtuigen, activeren, amuseren.
2. Ik kan minstens één tekstvorm opnoemen bij de vijf tekstdoelen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen vs. tekstsoorten vs. tekstvormen
Tekstdoelen                     Tekstsoorten                         Tekstvormen
Informeren         -->        Informatieve teksten        Bijv.  nieuws
Overtuigen         -->        Betogende teksten            Bijv. recensie
Activeren            -->         Activerende teksten         Bijv. reclame
Amuseren           -->        Amuserende teksten        Bijv. leesboek
Instrueren          -->         Instruerende teksten       Bijv. recept

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem voorbeelden van teksten met het tekstdoel: overtuigen.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een tekstvorm van een informerende tekst?
A
tekst uit een schoolboek
B
krantenbericht
C
stripverhaal
D
filmrecensie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk tekstdoel heeft de afbeelding hiernaast?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken - MH1
- Ga naar Cursus 'Meer dan lezen' § 4 Tekstdoelen en tekstsoorten
- Maak opdracht  1 en 2, vraag 1 t/m 3.
--> Hulp nodig? Lees eerst nog eens de theorie op blz. 26.
- Klaar? Maak opdracht 3

Je werkt zelfstandig of met de klasgenoot naast je.
We werken op fluistertoon.
Je mag vragen stellen aan mij.
timer
15:05

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken - HV1
- Ga naar blz. 24 in je boek.
- Maak opdracht 3.
--> Hulp nodig? Lees eerst nog eens de theorie op blz. 24.
- Klaar? Maak opdrachten 1 en 2.

Je werkt zelfstandig of met de klasgenoot naast je.
We werken op fluistertoon.
Je mag vragen stellen aan mij.
timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma:
- Ontleden in zinsdelen
- SO spelling bespreken
- Lezen in je leesboek
- Tekstdoelen en -soorten

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de zinnen over en ontleed in zinsdelen: 
PV, OW, WG/NG, LV, MV, BWB
1. Aan het eind van de dag zet ik mijn fiets voor het huis.
2. Heb jij dit weekend bij je nicht gelogeerd?
3. Ayse zou heel goed kunnen dansen.
4. Na de toetsweek zou ik de mentor een mail kunnen sturen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO spelling

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen in je leesboek
timer
15:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
1. Ik kan de volgende tekstdoelen aanwijzen:
informeren, instrueren, overtuigen, activeren, amuseren.
2. Ik kan minstens één tekstvorm opnoemen bij de vijf tekstdoelen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken - H1
- Ga naar blz. 26 in je boek.
- Maak opdracht 8.
--> Hulp nodig? Lees eerst nog eens de theorie op blz. 24.


Je werkt zelfstandig of met de klasgenoot naast je.
We werken op fluistertoon.
Je mag vragen stellen aan mij.
timer
15:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
1. Ik kan de volgende tekstdoelen aanwijzen:
informeren, instrueren, overtuigen, activeren, amuseren.
2. Ik kan minstens één tekstvorm opnoemen bij de vijf tekstdoelen.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies