GTH1 week 45

Unit 2 • Lessons 4 and 5
Monday 6th of November 
Scotland
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Unit 2 • Lessons 4 and 5
Monday 6th of November 
Scotland

Slide 1 - Tekstslide

Today's plan:
  • Discuss  homework

  • Present Simple   
  • In class: ex 4, 5,6,7,8,11

Slide 2 - Tekstslide

Burns supper is het jaarlijkse diner dat gegeven wordt ter ere van het leven en de poëzie van de Schotse dichter Robert Burns. Hij schreef talloze gedichten, waaronder “Auld Lang Syne”, dat op Hogmanay en andere oud- en nieuwvieringen over de hele wereld wordt gezongen. Wikipedia

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Wat is Schotse haggis?
 Dit populaire gerecht is een vleesgerecht waarvoor vlees, havermout, uien, zout en kruiden worden gemengd. Haggis wordt vaak geserveerd met de klassieke bijgerechten neeps en tatties (koolraap en aardappel) en wordt traditioneel gekookt in een schapenmaag - een traditionele manier om vlees te bewaren.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

GiRaF
Gewoonte
i
Regelmaat
a
Feit

Slide 7 - Tekstslide

sh*t-regel
She He IT
Bij She, He en It krijg je een (e) s achter het werkwoord
I walk
He walks

We wash
She washes

Slide 8 - Tekstslide

(+)I ___ Netflix every evening. (to watch)
A
watch
B
watches

Slide 9 - Quizvraag

(+)We ___ Netflix every evening. (to watch)
A
watch
B
watches

Slide 10 - Quizvraag

(+)He ___ Netflix every evening. (to watch)
A
watch
B
watches

Slide 11 - Quizvraag

(+)I ___ to school every day. (to walk)

Slide 12 - Open vraag

HOMEWORK for Tuesday  the 7th of November 
- Do exercises   4, 5, 6, 7, 8 lesson 4
- Study p 90 (numbers)
 

Noteer je hw nu in je agenda.
Plan wanneer je het gaat maken en leren!
 

Slide 13 - Tekstslide

Unit 2 • Lessons 4 and 5
Tuesday  14th of November 
Scotland

Slide 14 - Tekstslide

Today's plan:

  • Present Simple +/-/? herhalen
  • Bespreken lesson 5 ex 1,2,4,5
  • Expressions EF
  • Questions: wh-questions or do/ does-questions

Slide 15 - Tekstslide

   Present Simple

Je gebruikt de Present Simple bij: een feit, gewoonte of regelmaat  
 
Bij I, You, We, They gebruik je hele werkwoord
                                 I walk to school
                                 You walk to school
                                 They walk to school
      
                  
 
        We play a match every Saturday.


Ontkennende zinnen: ..don’t / doesn’t + hele ww….

Slide 16 - Tekstslide

S.H.It regel
Bij She , He , It  krijgt werkwoord altijd +s of +es

S.H.It regel:  ww+(e)s
He walks to school 
She walks to school.
It always rains in England

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Bij vraagzinnen: Do/ Does….+hele ww.
DO  gebruik je bij        I, You, We, They

I like pizza.                                                         Do you like pizza?
We walk to school.                                         Do we walk to school?
They live in London.                                      Do they live in London?

Slide 19 - Tekstslide

Bij S.H.IT gebruik je DOES+ hele ww bij ?


She likes pizza.                                  Does she like pizza?
He likes pizza.                                    Does he like pizza?
It always rains in London.             Does it always rain in London?

Slide 20 - Tekstslide

Ontkennende zinnen: ... don’t / doesn’t + hele ww….  
Bij   I, You, We , They  gebruik je       DON'T + hele ww        
Bij   S.H.It gebruik je       DOESN'T + hele ww

I don't like pizza.
She doesn't like pizza.

Slide 21 - Tekstslide


Tijd voor de Quiz!

Slide 22 - Tekstslide

Juist of onjuist?
He always paints the walls of my room.
A
Juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Do you … chocolate milk?
A
like
B
likes
C
be like

Slide 24 - Quizvraag

He ... not want to go to the movies.
A
do
B
does
C
is

Slide 25 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Johnny always has a cup of tea in the morning.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

My mother ............ at hospital.
A
work
B
werkt
C
works
D
worken

Slide 27 - Quizvraag

Maak de zin vragend
Jack likes pizza.
A
Do Jack like pizza?
B
Does Jack like pizza?
C
Like Jack pizza?
D
Are Jack like pizza?

Slide 28 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend.
We walk to school.
A
We not walk to school .
B
We don't walk to school.
C
We walk not to school.
D
We doesn't walk to school.

Slide 29 - Quizvraag

Our dog ___________ (not - to sleep) on the floor, but always on the couch.
A
sleeps not
B
don't sleep
C
isn't sleeping
D
doesn't sleep

Slide 30 - Quizvraag

(- short)They ___ to school every day. (to walk)

Slide 31 - Open vraag

(+ ?)She ___ to school every day. (to walk)

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Link

Slide 34 - Tekstslide

The Wh questions

De W vragen
Engels
Nederlands
who
wie
what
wat
when
wanneer
where
waar
why
waarom
which
welke
how
hoe

Slide 35 - Tekstslide

Op de volgende slides ga je oefenen met het toepassen van de Wh questions

Slide 36 - Tekstslide

_____ do you live? I live in London.
A
Where
B
Who
C
What

Slide 37 - Quizvraag

____ are you going to the concert?
I'm going to the concert next week.
A
Where
B
When
C
What

Slide 38 - Quizvraag

_______ are they speaking with?
They are speaking with their friends.
A
What
B
Where
C
Who

Slide 39 - Quizvraag

______ did you tell her?
I told her the truth.
A
Where
B
When
C
What

Slide 40 - Quizvraag

HOMEWORK for Tuesday  the 14th of November 
- Do  lesson 5  woordtrainer + test   jezelf online
- Study p 92  words lesson 5
    
Zorg dat je de leerstof echt kent!!
 
Noteer je hw nu in je agenda.
Plan wanneer je het gaat maken en leren! Plan leerwerk minstens 2x in!
 

Slide 41 - Tekstslide