Present Simple

1 / 27
volgende
Slide 1: Video
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Present Simple
 (tegenwoordige tijd)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Aan het einde van deze les kennen jullie een aantal regels van de present simple en kunnen jullie deze toepassen bij tenminste 10 zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Present simple + uitleg
- Aantekeningen
- Oefenen
- Quiz (in LessonUp)
- Got it?
- Vooruitblik volgende les

Slide 4 - Tekstslide

Aantekeningen:   Present Simple

Je gebruikt de P.S. bij: feit, gewoonte of regelmaat  
 bij I, You, We, They gebruik je hele werkwoord
  I walk to school
You walk to school
They walk to school
      
                       De regel is:  / ww+s     (shit-regel)
Vb.  It rains a lot in England.
        He puts sugar in his coffee.
        We play a match every Saturday.


Ontkennende zinnen: ..don’t / doesn’t + hele ww….

Slide 5 - Tekstslide

S.H.It regel
Bij She , He , It  krijgt werkwoord altijd +s of +es
S.H.It regel ww+(e)s
He walks to school 
She walks to school.
It always rains in England

Slide 6 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: Do/ Does….+hele ww.?
DO  gebruik je bij I, You, We, They
I like pizza.> Do you like pizza?
We walk to school. > Do we walk to school?
They live in London. > Do they live in London?

Slide 7 - Tekstslide

bij S.H.IT gebruik je DOES bij ?


She likes pizza. > Does she like pizza?
He likes pizza. > Does he like pizza?
I t always rains in London.> Does it always rain in London?

Slide 8 - Tekstslide

Ontkennende zinnen: ... don’t / doesn’t + hele ww….  
Bij I, You, We , They  gebruik je DON'T +ww        
Bij S.H.It gebruik je DOESN'T + ww
I don't like pizza.
She doesn't like pizza.

Slide 9 - Tekstslide

Afkomstig van: http://engelslerenonline.com/werkwoorden/present-simple/

Slide 10 - Tekstslide

Even checken...

Slide 11 - Tekstslide


Tijd voor de Quiz!

Slide 12 - Tekstslide

Do you … chocolate milk?
A
like
B
likes
C
be like

Slide 13 - Quizvraag

He ... not want to go to the movies.
A
do
B
does
C
is

Slide 14 - Quizvraag

It ... a beautiful day today.
A
is
B
are
C
am

Slide 15 - Quizvraag

You … so happy today!
A
looks
B
seem
C
be

Slide 16 - Quizvraag

She has a car, so she ............ (drive) to work.
A
driving
B
drives
C
drive

Slide 17 - Quizvraag

Juist of onjuist?
He always paints the walls of my room.
A
Juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Johnny always had a cup of tea in the morning.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Juist of onjuist?
They usually helps me with my homework.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

My mother ............ at hospital.
A
work
B
werkt
C
works
D
worken

Slide 21 - Quizvraag

Maak de zin vragend
Jack likes pizza.
A
Do Jack like pizza?
B
Does Jack like pizza?
C
Like Jack pizza?
D
Are Jack like pizza?

Slide 22 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend
Jack likes pizza.
A
Jack doesn't like pizza.
B
Jack don't like pizza.
C
Jack likes not pizza.
D
Jack likes no pizza.

Slide 23 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend.
We walk to school.
A
We not walk to school .
B
We don't walk to school.
C
We walk not to school.
D
We doesn't walk to school.

Slide 24 - Quizvraag

Maak de zin vragend.
His brother lives in London.

Slide 25 - Open vraag

Hoe maak ik zinnen ontkennend.

Slide 26 - Open vraag

Hoe maak ik zinnen vragend

Slide 27 - Open vraag