In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
CULTUUR
Periode 1 - les 5
Regionale subculturen
Slide 1 - Tekstslide
Startklaar
Doe je telefoon in je zakkie
Pak je laptop
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...weet je wat regionale subculturen zijn. (R)
...kan je verschillende regionale kenmerken van subculturen benoemen. (T1)
Slide 3 - Tekstslide
Regionale subculturen
Als we naar Nederland kijken, hebben de provincies ook hun eigen subcultuur. Dat noemen we regionale subculturen.
Elke regio heeft dus zijn eigen cultuurkenmerken.
regionaal
Gebied dat bij een bepaalde streek hoort, zoals een provincie, stad, dorp of buurt.
regionale subcultuur
Kenmerken van een cultuur die enkel in een bepaalde regio voorkomen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg het begrip 'regionale subcultuur' in je eigen woorden uit.
Slide 5 - Open vraag
Noem drie kenmerken waaraan je een cultuur kunt herkennen.
Slide 6 - Open vraag
Cultuurverschillen per provincie
Elke Nederlandse provincie heeft zijn eigen subcultuur.
Elke provincie heeft zo zijn eigen dialect. Behalve Friesland, die hebben hun eigen taal.
dialect
Variatie op de Nederlandse taal, die alleen binnen een bepaalde regio wordt gesproken.
Slide 7 - Tekstslide
Friesland
In deze noordelijke provincie spreken Nederlanders het Fries (officieel een aparte taal!).
Springen ze over sloten heen (Fierljeppen) waarvoor zelfs kampioenschappen worden geörganiseerd.
Slide 8 - Tekstslide
Carnaval
In Limburg en Noord-Brabant wordt volop carnaval gevierd, terwijl dat nauwelijks gevierd wordt 'boven de rivieren'.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
De Achterhoek
Wordt tijdens het nieuwjaars feest carbiet geschoten.
Tijdens het voorjaar aan dauwtrappen gedaan, vroeg opstaan om een wandeling te maken.
Ook vind je daar de Zwarte Cross.
carbietschieten
Een bepaalde stof wordt in een melkbus gedaan en afgeschoten tijdens het nieuwjaarsfeest. Dit levert enorm harde knallen op.
dauwtrappen
In het voorjaar vroeg opstaan om een wandeling te maken. Er is dan vaak dauw te vinden, dauw zijn de waterdruppels die in de ochtend te vinden zijn op bijvoorbeeld gras.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
03:37
Bij welke Nederlandse subcultuur past deze video het beste?
A
Carnaval
B
De Achterhoek
C
Limburg
D
Friesland
Slide 14 - Quizvraag
03:39
Noem drie cultuurkenmerken die je terug hebt gezien in de video.
Slide 15 - Open vraag
Hoe herken je in de video dat het om een regionale subcultuur gaat?
A
Omdat deze band piratenkleding aan heeft.
B
Omdat deze band in een dialect zingt.
C
Omdat dit een oud muzieknummer is.
D
Omdat dit geen muziek is.
Slide 16 - Quizvraag
Andere verschillen...
Mensen met 'jij of u' aanspreken. In sommige regio's is het normaal om mensen met u aan te spreken, in andere regio's spreken mensen elkaar aan met je of jij.
Slide 17 - Tekstslide
Andere verschillen...
In sommige provincies is het normaal om alleen de persoon die jarig is te feliciteren mijn zijn/haar verjaardag.
In andere provincies wordt iedereen die op de verjaardag is, gefeliciteerd met de verjaardag van de jarige. Dus niet alleen de jarige zelf.
Slide 18 - Tekstslide
Andere verschillen...
In de Randstad (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht) worden mensen sneller en directer aangesproken. Zijn minder verlegen en hebben direct een oordeel. Je hoort dat ook luid en duidelijk (vooral als er een grap wordt gemaakt)!
In andere provincies (Limburg en Noord-Brabant) is het normaal om ingetogen en afwachtend te zijn.
Slide 19 - Tekstslide
Andere verschillen...
Ook hebben sommige provincies te maken met buitenlandse invloeden. Limburg grenst aan Duitsland en België. Die invloeden merk je in de streek waardoor het voor sommige mensen 'buitenlands' aanvoelt.
Slide 20 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Regionale subcultuur
Regio
dialect
dauwtrappen
carbietschieten
Slide 21 - Tekstslide
Wat is een regio?
A
Gebied dat bij een bepaalde streek hoort.
B
Gebied dat bij een bepaald land hoort.
C
Gebied dat om een stad heen ligt.
D
Gebied ergens anders op de wereld.
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een dialect?
A
Variatie op de Nederlandse waarden binnen een gebied.
B
Variatie op de Nederlandse gewoonten binnen een gebied.
C
Variatie op de Nederlandse normen binnen een gebied.
D
Variatie op de Nederlandse taal binnen een gebied.
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een regionale subcultuur?
A
Een subcultuur uit een bepaald land.
B
Een subcultuur die te maken heeft met je afkomst.
C
Een subcultuur binnen een bepaalde regio.
D
Een subcultuur met andere gewoonten.
Slide 24 - Quizvraag
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 25 - Open vraag
Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.