6/9 Onbekende woorden 3a

Welkom!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands
  • stillezen + woordenschat
  • herhalen uitleg theorie
  • nakijken opdrachten uit lesboek Nieuw Nederlands (2-vmbo)+ aanvulling in mapje
  • 3e uur LOB-les

Slide 2 - Tekstslide

stillezen + woordenschat
Er gaat een blaadje de klas rond. Noteer hierop de woorden die je niet kent.
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Onbekende woorden in een tekst: wat doe je?

Slide 4 - Tekstslide

1. synoniem

  • Een woord dat hetzelfde betekent, noem je een synoniem.

Bijvoorbeeld:

direct-meteen

snel-vlug

begrijpen-snappen

Slide 5 - Tekstslide

Welke synoniemen ken jij?
Schrijf er een paar op.

Slide 6 - Tekstslide

2. omschrijving

  • Legt in een paar woorden de betekenis van het woord uit.

Bijvoorbeeld:

spijbelen=niet naar school gaan

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zoek je een omschrijving
Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes (.....) of tussen komma's ....., ......, ..... in diezelfde zin. 
Ook lees je de zin ervoor en de zin erna. Soms staan daar de omschrijvingen in van moeilijke woorden.

Slide 8 - Tekstslide

3. voorbeeld

  • Legt de betekenis van het woord uit met een voorbeeld.

Bijvoorbeeld:

zuivel=melk, yoghurt

Slide 9 - Tekstslide

3. voorbeeld

  • Welk woord kan jij uitleggen met een voorbeeld? Probeer per tweetal er een te bedenken en schrijf het op.

Slide 10 - Tekstslide

4. tegenstelling

  • Legt de betekenis van het woord uit door een tegenstelling te noemen.

Bijvoorbeeld:
druk-rustig


Slide 11 - Tekstslide

5. een bekend woorddeel zoeken

  • Je kent een deel of delen van het woord al. Daardoor kan je het woord begrijpen.

Bijvoorbeeld:

inkoopmedewerker (inkoop + medewerker)

Slide 12 - Tekstslide

Onbekende woorden
Synoniem
ander woord met dezelfde betekenis. 
individueel --> alleen
Omschrijving
Legt in meer dan één woord de betekenis van een woord uit.
tolk --> een persoon die vertaalt
Voorbeeld 
Legt de betekenis van een onbekend woord uit met een voorbeeld.
zuivelproducten --> kaas, kwark 
Tegenstelling
Tegenovergestelde van de betekenis
liegen--> eerlijk zeggen
Bekend woorddeel zoeken
Een deel van het woord ken je wel
vruchtenkwark 

Slide 13 - Tekstslide

test
8 vragen in LessonUp
Typ de code in 
Vul je voornaam in
test
Dit is een test

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een synoniem woord?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 15 - Quizvraag


Wat is een synoniem voor rijwiel?
A
boemel
B
rijtuig
C
fiets
D
slee

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor:

vies
A
goor
B
smerig
C
kots
D
spuug

Slide 17 - Quizvraag

Een omschrijving =
A
een uitleg met één woord.
B
een ander woord met dezelfde betekenis.
C
een uitleg in meer dan één woord.
D
een voorbeeld.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een omschrijving voor lekker?
A
goed smakend
B
perfect
C
excellent
D
verontreinigd

Slide 19 - Quizvraag

Hoe zoek je een omschrijving?
A
de alinea lezen waarin het onbekende woord zich bevindt
B
de zin ervoor en/of erna lezen of tussen haakjes of komma's

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een omschrijving van file?
A
te laat komen op je werk
B
een lange rij van auto's die niet kunnen doorrijden
C
straf krijgen op school
D
Wanneer je zomaar wegloopt zonder het te zeggen

Slide 21 - Quizvraag

Welke manieren ken jij nog meer: 1. synoniem, 2. omschrijving, 3....., 4....., 5...?

Slide 22 - Open vraag

nakijken en maken stencil
  • nakijken opdracht 2 
  • lezen tekst 6
  • onderstreep/arceer de woorden die je niet kent
  • noteer de woorden en zoek de betekenis op 
  • maken opdracht 6

Slide 23 - Tekstslide