Module 4 Hoofdstuk 2.2

Module 4
 Hoofdstuk 2 
Verschillende activiteiten deel 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Module 4
 Hoofdstuk 2 
Verschillende activiteiten deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
individuele activiteiten en groepsactiviteiten
benoemen van verschillende activiteiten

Slide 2 - Tekstslide

Gamificatie

Slide 3 - Woordweb

VR (virtual reality)

Slide 4 - Woordweb

Welke activiteiten heb jij de afgelopen week verzorgd op je stage?

Slide 5 - Open vraag

Wat is domotica?

Slide 6 - Open vraag

Doelen
Je kunt toelichten:
  •  welke verschillende activiteiten je kunt inzetten;
  •  welke positieve effecten de verschillende activiteiten hebben;
  •  hoe je activiteiten afstemt op de verschillende doelgroep(en);
  •  hoe je verschillende vormen van technologie kunt inzetten;
  • wanneer het nodig is om een activiteit tussentijds bij te stellen of te stoppen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Tot slot: waarom moet je je cliënt blijven observeren tijdens activiteiten?

Slide 10 - Open vraag

Gebruik van technologie
Digitale en technologische middelen zijn steeds belangrijker in de maatschappelijke zorg. Denk aan: 
  •  beeldzorg bij cliënten die zelfstandig wonen;
  •  robotica voor ouderen; 
  • applicaties voor cliënten in de ggz.
heeft veel voordelen  
nadelen: erg kostbaar en voor sommige doelgroepen lastig 

Slide 11 - Tekstslide

Noem een voordeel van technologie in de maatschappelijke zorg

Slide 12 - Open vraag

Gebruik van technologie
Gamificatie en apps: gamificatie is het aanleren van spelprincipes en speeltechnieken met behulp van een digital spel, een game. Leren door te spelen.

Virtual reality: een computertechniek waarbij het lijkt alsof je in een andere werkelijkheid bent. Met behulp van VR worden situaties nagebootst waar de cliënt bv. bang voor is of zich onzeker bij voelt. Zo kunnen cliënten bijvoorbeeld oefenen met naar buiten gaan of op drukke plekken komen.

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik van technologie
Sensortechnologie: monitoren van de cliënt met behulp van een bewegingssensor. Bv apparaatje waarmee continu de bloedsuikerwaarde wordt gemeten. Sensor als de cliënt uit bed komt.

Beeldzorg:  Een gesprek voeren via tablet / videogesprekken met de cliënt. Beeldzorg noemen we ook wel zorg op afstand.

Robotica/domotica: Gebruik van robots. Domotica: deuren en gordijnen die automatisch open gaan.

Slide 14 - Tekstslide

Aandachtspunten verschillende doelgroepen
Observeren: Het is belangrijk om eventuele signalen van onder- en overprikkeling in de gaten te houden. Dat doe je door de individuele cliënt en de groep goed te observeren tijdens de activiteit.

Obstakels: meubels en apparaten kunnen een obstakel zijn, zeker als hier scherpe randen of, gevaarlijke onderdelen aan zitten.
Cliënten met een verhoogd valgevaar geldt, met een visuele of auditieve beperking of cliënten die zichzelf moeilijk voortbewegen, lopen hiermee extra risico.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag

Module 4
Hoofdstuk 2
Opdrachten H2 afmaken


Slide 16 - Tekstslide

Opdracht:

Verder uitwerken presentatie. 

Slide 17 - Tekstslide