In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2: Herhaling
Paragraaf 2.1 t/m 2.4 (deel 3)
Slide 1 - Tekstslide
Kernbegrippen
Vormen hét fundament voor de beheersing van de toetsstof(!)
Deze kun je achterin het hoofdstuk vinden / in de 'flitskaarten' op je laptop.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste wat ik moet kennen/kunnen?
Overheid heeft het geweldsmonopolie. 💥
= Alléén politie en leger mogen geweld tegen burgers gebruiken om orde te handhaven. 🚓
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerken rechtsstaat
Aanwezigheid aan grondrechten. 📕
Het legaliteitsbeginsel. 📜
Een machtenscheiding. ✂️
Een onafhankelijk rechtspraak. 👩⚖️
Slide 4 - Tekstslide
De overheid beschermt burgers tegen willekeur en machtsmisbruik (rechtsbescherming). 🛡️
Tegelijkertijd is er zonder geweldmonopolie géén (rechtshandhaving). 💥
Maar kleurt de overheid niet soms buiten de lijntjes?
Slide 5 - Tekstslide
Klassieke grondrechten
In de Grondwet staan:
Gelijkheidsrechten
Politieke rechten
Vrijheidsrechten
Slide 6 - Tekstslide
Sociale rechten
De overheid moet zich inspannen om zorg te besteden aan:
onderwijs;🏫
huisvesting;🏡
volksgezondheid; 👨⚕️
en bestaanszekerheid. 😀
Passief en actief kiesrecht.
Slide 7 - Tekstslide
Verschil
Een sociaal grondrecht betekent NIET dat je naar de rechter kunst stappen als je vindt dat je bijvoorbeeld slecht les krijgt.
Bij een klassiek grondrecht kan dat WEL.
Slide 8 - Tekstslide
Staat media-aandacht een eerlijk proces in de weg?
'Ja':
Te snel spreken over 'dader' -> terwijl onschuldpresumptie.
Niet altijd hoor en wederhoor -> Bijv. bij spraakmakende rechtszaken (Taghi en Holleeder).
Trail by media: eenzijdige en gekleurde berichtgeving van de media.
Slide 9 - Tekstslide
Verschil
Een sociaal grondrecht betekent NIET dat je naar de rechter kunst stappen als je vindt dat je bijvoorbeeld slecht les krijgt.
Grondwet
Slide 10 - Tekstslide
Verschil
Een sociaal grondrecht betekent NIET dat je naar de rechter kunst stappen als je vindt dat je bijvoorbeeld slecht les krijgt.
Slide 11 - Tekstslide
Conclusie: Mogen we alles weten wat de overheid doet?
'Ja': Iedere burger kan de verschillende rechtsbronnen raadplegen. 📖
Overheid is verplicht info over haar werk aan burgers te geven. -> Wet open overheid (Woo).
Slide 12 - Tekstslide
Ook de speciale positie van het koningshuis werd op de proef gesteld. 👑
Slide 13 - Tekstslide
De 2e Kamer vond het onterecht dat je zwaardere straf kreeg voor het beledigen van de koning, dan voor het beledigen van een ambtenaar. (-> Afschaffing majesteitsschennis). 👑
Slide 14 - Tekstslide
Conclusie: Het is moeilijk om grondrechten te veranderen, omdat het moet voorkomen dat politieke partijen het zomaar doen.
Slide 15 - Tekstslide
Ga aan de slag!
Maak de test jezelfvan paragraaf 2.1 t/m 2.4.
Maak de oefentoets van het hoofdstuk.
Ga leren voor de toets. Ga aan de slag met een samenvatting / begrippenlijst over de stof.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Leg uit wat een rechtsstaat is. Benoem minstens 2 kenmerken.
Slide 18 - Open vraag
Leg het verschil uit tussen rechtszekerheid en rechtshandhaving.