31-1 2022 pv ow wgez lv

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
-Lezen in je leesboek: 15 minuten

-Oefening zinsdelen

-Voorlezen : Boy 7 Mirjam Mous. 
-Afsluiting. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

-Ik kan een onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp herkennen.

-Verder voorlezen boek Boy 7 van Mirjam Mous.


Slide 3 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma
-Lezen in je leesboek. 15 minuten

-Oefening zinsdelen.

-Voorlezen : Boy 7 Mirjam Mous. 
-Afsluiting. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat kan je zeggen over de volgende zin? 
Gijs vergat gisteren zijn usb-stick. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat kan je zeggen over de volgende zin? 
Gijs vergat gisteren zijn usb-stick. 
-Het gaat om één persoon (Gijs)
-Het is iets wat in de verleden tijd is gebeurd. (vergat, gisteren)
-Hij vergat iets (zijn usb-stick)
 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

2.

Slide 9 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Zou ik jouw telefoonoplader straks even mogen lenen? 

Lenen (zou = pv; zou mogen lenen = werkwoordelijk gezegde)
Wat is het onderwerp? De eerste rol? Ik 
Wat is het lijdend voorwerp? De tweede rol? jouw telefoonoplader

Slide 10 - Tekstslide

Zinsdelen benoemen
Wat is het onderwerp? 
1. Nog steeds bewaren sommige mensen hun spaargeld in een oude sok. 

Wat is het lijdend voorwerp? 
2. De docent heeft zijn winnende staatslot ingewisseld bij de tijdschriftenkiosk. 

Wat is het werkwoordelijk gezegde? 
3. Met een prepaidabonnement wil mevrouw van de Berg haar telefoonkosten beperken. 
 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Startopdracht 1
geven – linker kolom
krijgen – linker kolom
malen – linker kolom

Toelichting: Je kunt iets geven / krijgen / malen.

blaffen – rechter kolom
rennen – rechter kolom
zitten – rechter kolom


Toelichting: Je kunt niet iets of iemand blaffen / rennen / zitten; 


Slide 18 - Tekstslide

Startopdracht 1
Laura eet een appel.


Toelichting: Je kunt iets geven / krijgen / malen / eten.

De hond jankt.



Toelichting: Je kunt niet iets of iemand blaffen / rennen / zitten; 


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 1
1 pv = gaat;    ow = Lotte;                                    wg = gaat werken
2 pv = zijn;     ow = twee kunstgrasvelden; wg = zijn gemaakt
3 pv = heeft; ow = Sven;                                     wg = heeft geschaatst
4 pv = berg;  ow = jij;                                            wg = berg op
5 pv = zal;      ow = Jinthe;                                  wg = zal moeten uitstellen
6 pv = zijn;     ow = Lies en Chris;                    wg = zijn verhuisd








Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2
1 pv = heeft; ow = onze judoleraar; wg = heeft aangemaakt; lv = een Facebookpagina
2 pv = hebben; ow = we; wg = hebben bekeken; lv = een serie op Netflix
3 pv = zou; ow = ik; wg = zou mogen lenen; lv = jouw telefoonoplader
4 pv = geeft; ow = Yovanka; wg = geeft; lv = een slipcursus
5 pv = heeft; ow = Samira; wg = heeft gelezen; lv = die twee boeken
6 pv = heeft; ow = de loodgieter; wg = heeft kunnen repareren; lv = het lek in ons dak






Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 3
1  ja
2 nee
3 nee
4 ja
5 nee
6 nee




Slide 23 - Tekstslide

Lesprogramma
-Lezen in je leesboek. 

-Hoofdstuk 3: Lijdend voorwerp

-Voorlezen : Boy 7 Mirjam Mous. 
-Afsluiting. 

Slide 24 - Tekstslide

Mirjam Mous

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Lesprogramma
-Lezen in je leesboek. 

-Hoofdstuk 3: Lijdend voorwerp

-Voorlezen : Boy 7 Mirjam Mous. 
-Afsluiting. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide