Factoren die de ontwikkeling beïnvloeden

Factoren die de ontwikkeling beïnvloeden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Factoren die de ontwikkeling beïnvloeden

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer begint de zwangerschap?
A
Bij de geslachtsgemeenschap
B
Bij de innesteling
C
Bij de bevruchting
D
Bij de menstruatie

Slide 2 - Quizvraag

Welke 2 grote periodes onderscheiden we in de zwangerschap?
A
Embryonale en foetale periode
B
Foetale en baby periode
C
Embryonale en baby periode
D
Bevruchting en geboorte

Slide 3 - Quizvraag

Hoelang duurt de embryonale periode?
A
Van de bevruchting tot de 9de week
B
Van de bevruchting tot de 8ste week
C
Vanaf de 8ste week
D
Vanaf de 9de week

Slide 4 - Quizvraag

Hoelang duurt de foetale periode?
A
Vanaf de bevruchting tot de 9de week
B
Van week 20 tot week 40
C
De hele zwangerschap
D
Vanaf de 9de week tot het einde van de zwangerschap

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er tijdens de embryonale periode?
A
De belangrijkste organen en lichaamsstructuren beginnen te ontwikkelen.
B
Het embryo groeit uit tot een volwassen organisme.
C
De bevruchte eicel deelt voor de eerste keer.
D
Het organisme leert voor het eerst ademhalen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurt er tijdens de foetale periode?
A
De ontwikkeling van organen
B
Afwerking van organen en groei van de foetus
C
De eerste celdelingen
D
De geboorte

Slide 7 - Quizvraag

Welk van deze is GEEN functie van de placenta?
A
Filter
B
Hormoonproductie
C
Schokdemper
D
Uitwisselingsorgaan

Slide 8 - Quizvraag

De placenta kan het embryo en de foetus volledig beschermen tegen de buitenwereld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer in de zwangerschap is de baby het gevoeligst voor verstoring van de ontwikkeling?
A
De foetale periode
B
Bij de geboorte
C
Bij de bevruchting
D
In de embryonale periode

Slide 10 - Quizvraag

Welke factoren kunnen de
ontwikkeling van het embryo
of de foetus beïnvloeden?

Slide 11 - Woordweb