Verkiezingen H3 §4

Politiek
Hoofdstuk 3 §4 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Politiek
Hoofdstuk 3 §4 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat weten jullie al over de politiek?
- Uitleg en aantekeningen 
- Stemwijzer

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je telefoon

Ga naar "Lessonup.com" 

Niet de app, maar de site

Gebruik je eigen naam

Voer de code 2 7 5  6 3 9 in

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor streden de Feministen?
A
Gelijke lonen voor gelijk werk
B
Kiesrecht
C
Scholing
D
Gelijk aan de man

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Feministen
De socialisten
Dolle 
mina's
kwamen op voor
de arbeiders
Gelijkheid
wilden hulp van de overheid

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de volgende vraag kies je én een antwoord, én een afbeelding

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als wij Nederlanders gaan stemmen, op welke leden stemmen wij dan?
A
Op leden van de Eerste Kamer
B
C
D
Op leden van de Tweede Kamer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt er reclame gemaakt voor de verkiezingen?
A
Grote aanplakborden langs de wegen
B
Politici gaat de straat op
C
In restaurants
D
In kledingwinkels

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen 


- Verkiezingen: De mogelijkheid om te stemmen op de partij (en persoon) waarvan jij vindt dat die moet besturen

- Democratie: Manier van besturen waarbij het volk bepaalt wie de macht heeft 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen H3 §4 


- Verkiezingen: De mogelijkheid om te stemmen. op de partij (en persoon) waarvan jij vindt dat die moet besturen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Om de 4 jaar zijn er verkiezingen voor:


- De gemeenten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om de 4 jaar zijn er verkiezingen voor:


- De besturen van de gemeenten

- De provincies


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om de 4 jaar zijn er verkiezingen voor:


- De gemeenten

- De provincies

- Heel Nederland


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen


In Den Haag zit de Eerste en Tweede Kamer




Zij heten samen het parlement (de volksvertegenwoordiging)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen


Burgers kiezen tijdens de verkiezingen leden van de Tweede Kamer




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Je ziet dus in 2017 dat NIEMAND 75 zetels heeft. Dus wat gaan de partijen doen om toch aan die 75 te komen? Onderhandelen. De koningin wijst een formateur aan om de onderhandelingen te leiden. Er moet namelijk een regering (kabinet) komen. 
Rutte en de VVD had de meeste stemmen en die gingen parners zoeken. Rutte mag minister president blijven. Daarna had de PVV de meeste stemmen. Ze moeten samen gaan zitten met andere partijen om aan 75 zetels te komen en het kabinet te vormen. 
Niemand wilde in 2017 met de PPV samenwerken. Dus; de PVV zegt weet je wat wij doen niet mee en jullie zoeken maar andere partijen die mee willen doen. 

Slide 20 - Tekstslide

VVD gaat verder met zoeken en gaat samenwerken met uiteindelijk met;
VVD, CDA, DD66, ChristenUnie. (overlappend verkiezingsprogramma, over heel veel thema's dezelfde standpunten)

Die partijen die met elkaar gaan samenwerken en dus in totaal aan die 75 zetels komen die vormen het kabinet. De een die vind wat meer van dit (milleu) de ander die wilt meer aandacht voor de dieren of gezondheidszorg of onderwijs en die vormen samen een plan voor de komende jaren (een regeerakkoord) --> dit worden onze beleidspunten. En ze spreken af wie welke minister gaat leveren (dit staat ook in het beleid) dus; die gaat zich bezig houden met defensie (minister van defensie) en die gaat zich bezig houden met justitie (veiligheid) Grapperhaus. 

Aantekeningen



Op basis van het aantal stemmen, winnen de politieke partijen een aantal zetels.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen 


Op basis van het aantal stemmen, winnen de politieke partijen een aantal zetels.


In de Tweede Kamer heb je 150 zetels. Om te regeren heb je 76 zetels nodig. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen




Partijen gaan onderhandelen om aan die 75 zetels te komen. 




Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen 


Partijen gaan onderhandelen om aan die 75 zetels te komen

Als dit is gelukt vormen zij het kabinet (de regering)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen 


Partijen gaan onderhalen om aan de 75 zetels te komen

Als dit is gelukt vormen zij het kabinet (de regering)


Zij komen met wetsvoorstellen en leveren ministers 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-
HET KABINET

Slide 26 - Tekstslide

De regering wordt beëdigd bij de koningin. Het kabinet is gevormd en gaat aan de slag!
Het kabinet komt met wetten en stelt deze voor aan de tweede kamer.

Slide 27 - Tekstslide

2 bekende ministers,

Wie weet wie dit waren en waarom ze bekend zijn? 

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld wetsvoorstel:

Gemaakt door de regering --> wetten worden voorgelegd aan de Tweede Kamer

Slide 29 - Tekstslide

In de tweede kamer zitten die 150 zetels die gekozen waren en die vinden overal wat van. (oppositie voeren)
De tweede kamer gaat vragen stellen aan de regering. Dit zie je iedere dag op het nieuws en de regering moet die vragen beantwoorden en zich verantwoorden.
"Rutte waarom gaat het corona beleid niet sneller, waarom doe je niet dit met de economie waarom niet dat." Niks is goed! 
(Omdat dit hun taak is en ze zichzelf willen profileren voor de volgende verkiezingen.)

Eerste Kamer:


- Daar zitten de oude, wijze heren. 

- Zij gaan nóg eens kijken naar het wetsvoorstel en er over discussiëren 

- Zij controleren het wetsvoorstel en keuren het goed of niet goed. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen


De Eerste Kamer wordt niet rechtstreeks gekozen, maar door de volksvertegenwoordigers van de provincies


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen


De Eerste Kamer wordt niet rechtstreeks gekozen, maar door de de volksvertegenwoordigers van de provincies 




Die wordt wel door de bevolking gekozen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BESTUUR IN DE EU

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies