Thema 'De wereld en ik' - afsluitende woordenschatles

Thema 'Wereldse kinderen'  
Doel: 
Ik laat zien wat ik in dit thema heb geleerd. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Thema 'Wereldse kinderen'  
Doel: 
Ik laat zien wat ik in dit thema heb geleerd. 

Slide 1 - Tekstslide

Quiz
Wat heb jij in het thema 'Wereldse kinderen' geleerd? 

Doelen: 
Ik laat zien dat ik nieuwe woorden heb geleerd. 
Ik haal mijn diploma voor dit thema. 

Slide 2 - Tekstslide

We hebben het over overeenkomsten en verschillen.
Wat zijn overeenkomsten?
A
Iets dat hetzelfde is.
B
Iets dat anders is.
C
Iets dat je doet.
D
Iets dat je weet.

Slide 3 - Quizvraag

Noem 1 overeenkomst
en 1 verschil?

Slide 4 - Open vraag

Noem 1 overeenkomst
en 1 verschil.

Slide 5 - Open vraag

Wat klopt?
A
Ze woont in een krot.
B
Ze woont in een sloppenwijk.
C
Ze woont in een bouwvallig huis.
D
Ze hoeft geen arbeid te verrichten.

Slide 6 - Quizvraag

Nantio woont in een krot, in de sloppenwijk van Azië.
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Straatkind
Welvaart
Ontwikkelings
land
Bouwvallig
Leefomgeving
Een kind zonder vaste verblijfsplaats.
Een land waar de meeste mensen in armoede leven.
Leeft iemand in armoede of in rijkdom?
Iets dat bijna uit elkaar valt.
Is het dichtbevolkt of dunbevolkt?

Slide 8 - Sleepvraag

kinderarbeid is slecht, omdat kinderen arbeid verrichten in plaats van naar school gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Het arbeid dat kinderen verrichten bij kinderarbeid is veilig, makkelijk en ze krijgen een goed loon ervoor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Handel is als ruilen. Mensen kopen en verkopen producten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slachtoffer is een ander woord voor handelaar.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Vrijwillig betekent dat je iets doet omdat je dat wilt, zonder dat iemand je dwingt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

In ontwikkelingslanden hebben mensen genoeg geld.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Straatkinderen hebben een goed toekomstperspectief.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat heb jij onthouden van het thema 'Wereldse kinderen'?

Slide 16 - Open vraag

Hoe vond jij dit thema?
Interessant. Ik heb iets nieuws geleerd.
Ik wist alles al over dit onderwerp.
Ik zou er nog meer over willen leren.
Ik vond het niet interessant.

Slide 17 - Poll

Wat kun jij over je eigen werkhouding zeggen tijdens de lessen van dit thema?
Ik deed bij alle lessen actief en gemotiveerd mee.
Ik heb gemopperd, maar ik deed wel actief mee.
Ik had meer kunnen leren als ik beter mee zou hebben gedaan.
Ik deed niet actief mee met de lessen.

Slide 18 - Poll