Quiz H1 KGT-boek

Quiz H1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz H1

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1
Een nieuw vak

Slide 2 - Tekstslide

Bij nask leer je ook over de levende natuur?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Een stof betekent dat iets daarvan gemaakt is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van een natuurverschijnsel?
A
Bliksem
B
Licht
C
Hout
D
Geluid

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN materiaal
A
Hout
B
Water
C
Steen
D
Ijzer

Slide 6 - Quizvraag

Paragraaf 2
Onderzoeken

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn 4 zintuigen: ruiken, horen, zien en voelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Bij nask mag je nooit proeven aan stoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Als je bij nask aan een stof ruikt houd je de fles op een afstand en wuif je een beetje van de damp naar je toe
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 10 - Quizvraag

Paragraaf 3
Practicum

Slide 11 - Tekstslide

Wat is dit?
A
Maatcilinder
B
Erlenmeyer
C
Reageerbuis
D
Kookkolf

Slide 12 - Quizvraag

Welk antwoord
klopt?
A
A = ruisend , B= pauze C = stille
B
A = pauze, B = ruisend C = stille
C
A = Stille, B = ruisend C = pauze
D
A = Pauze, B = stille C = ruisend

Slide 13 - Quizvraag

Het veranderen van vlam doe je met welk onderdeel van de brander?
A
Schoorsteen
B
Gasregelknop
C
Luchtregelschijf

Slide 14 - Quizvraag

Paragraaf 4
Meten

Slide 15 - Tekstslide

Een klok, lineaal en weegschaal zijn voorbeelden van meetapparatuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Digitaal of analoog?
A
Digitaal
B
Analoog

Slide 17 - Quizvraag

Digitaal of analoog?
A
Digitaal
B
Analoog

Slide 18 - Quizvraag

Digitaal of analoog?
A
Digitaal
B
Analoog

Slide 19 - Quizvraag

Digitaal of analoog?
A
Digitaal
B
Analoog

Slide 20 - Quizvraag

Met een weegschaal meet je
A
Gewicht
B
Lengte
C
Temperatuur
D
Massa

Slide 21 - Quizvraag

Massa is een ...
A
Eenheid
B
Grootheid

Slide 22 - Quizvraag

De lengte van Sara is 156 centimeter.

Wat is hier de grootheid?
A
Lengte
B
Sara
C
156
D
Centimeter

Slide 23 - Quizvraag

De tijd die het kost om om het voetbalveld te rennen is 2 minuten.
Wat is de eenheid?
A
Tijd
B
Voetbalveld
C
M inuten
D
2

Slide 24 - Quizvraag

Als we het hebben over de grote van een voorwerp dan noemen we dit ...
A
Massa
B
Volume
C
Gewicht
D
Temperatuur

Slide 25 - Quizvraag

Wat is GEEN eenheid van volume?
A
Kubieke centimeter
B
Liter
C
Kilogram
D
Kubieke millimeter

Slide 26 - Quizvraag