BS 1 Je omgeving waarnemen

BS 1 Je omgeving waarnemen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

BS 1 Je omgeving waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Eerste uitleg basisstof 1
Opdrachten maken
Tweede uitleg basisstof 1
Verder werken

Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

  • Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven.

  • Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Je zintuigen zitten in bepaalde organen:
gehoorzintuig in oren,
gezichtszintuig in ogen, etc.
In een zintuig bevinden zicht zintuigcellen:
elke zintuigcel is verbonden met een uitloper van een gevoelszenuwcel.

Slide 4 - Tekstslide

Zintuigcellen 
De zintuigcellen maken een elektrisch schokje aan bij een prikkel dit noemen we een impuls.

De zintuigcellen zijn aangesloten op de zenuwen.
Leiden de impulsen naar de hersenen. 


Slide 5 - Tekstslide

Zintuigen
In de zintuigen liggen zintuigcellen.

Als deze prikkels opvangen, ontstaan er impulsen. -> Elektrische signalen ('seintjes'). 

De zintuigcellen zijn aangesloten op de zenuwen. -> Leiden de impulsen naar de hersenen. 

Slide 6 - Tekstslide

De zintuigen in je huid

Slide 7 - Tekstslide

Zintuigen in de huid

Slide 8 - Tekstslide

Ontstaan van impulsen
Drempelwaarde  - Adequate Prikkel

Slide 9 - Tekstslide

Impulsfrequentie
Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven;  De impulsfrequentie wordt groter.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Adequate prikkel

Slide 12 - Tekstslide

Adequate prikkel
Niet adequate prikkel ?????

Slide 13 - Tekstslide

Adaptie
De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Na een sterke prikkel wordt de drempelwaarde voor een volgende prikkel hoger.

Als een bepaalde prikkel heel lang aanhoudt, ontstaan er in de zintuigcellen soms minder impulsen. Dit noem je adaptie (gewenning).

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk
Opdracht 1 t/m 4

Klaar?
Opdracht 5

Slide 15 - Tekstslide

Interne en externe prikkels
Externe prikkels komen van buiten het lichaam.

Inwendige prikkels worden in het lichaam waargenomen.


Hypothalamus
Orgaantje in de hersenen die al deze interne prikkels ontvangt. 
Warmte, kou, licht, geur, smaak, geluid, etc.


Lichaamstemperatuur, zuurtegraad van het bloed, etc

Slide 16 - Tekstslide

Receptoren

Slide 17 - Tekstslide

Chemische receptoren
  • Reageren na binding met moleculen

  • Smaak: opgeloste moleculen

  • Reuk: moleculen uit de lucht

Slide 18 - Tekstslide

Mechanische receptoren

- Gehoor
- Evenwicht
- Tast
- Druk


Slide 19 - Tekstslide

Temperatuurreceptor
  • Liggen (onder andere) in de huid

  • Reageren waarneer de temperatuur onder of boven de normwaarde van 37 graden komt.

Slide 20 - Tekstslide

Lichtreceptoren
Hier ontstaat de impuls voor zichtbaar licht.

Slide 21 - Tekstslide

Pijnreceptoren
Reageren als de prikkels extreem worden/zijn zoals hitte

Kan ook reageren op chemische
verbindingen bij beschadiging of
ontsteking van weefsel


Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdracht 1 t/m 13
Opdracht 5 is extra



Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie
  • Kan je nu de werking van zintuigen beschrijven?

  • Kan je nu de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven?

  • Kan je nu de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven?

Slide 24 - Tekstslide