* Chromosomen zijn dus lange, dunne draden in de celkern van iedere cel.
* Ze bestaan uit de stof DNA en eiwitten.
* Ze bevatten de informatie van al je erfelijke eigenschappen.
* De helft van jou chromosomen is afkomstig van je moeder (eicel) en de helf van je vader (zaadcel)
* Iedere gewone lichaamscel heeft 46 ,(oftewel 23 paar) chromosomen in de celkern.
* 1 van die paren bepalen of je een jongen of meisje bent, dit zijn de geslachtschromosomen. vrouwen hebben XX en mannen hebben XY.
* Zaadcellen en eicellen hebben maar 23 chromosomen in de celkern, namelijk van ieder paar 1, zodat het er na samensmelting weer 46 zijn.