Past simple, Past continuous

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesson aims 
  • The grammar rules
  • Quiz 
  • Activity

Slide 2 - Tekstslide

Aims
I can tell the difference between the past simple and past continuous

I can use the past simple and past continuous

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple
De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd. 
Je gebruikt deze vorm als je het hebt over 

feiten, gewoonten of dingen die je doet met regelmaat  
die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.

stam +ed / onregelmatig werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

Past Continuous
De Past Continuous is de duurvorm in de verleden tijd.  Je gebruikt deze vorm als je wil zeggen dat 

iets op een bepaald moment in het verleden een tijd(je) aan de gang was

was/were & werkwoord +ing

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden
Voor de past continuous
when, while

Voor de past simple zijn het vaak tijdsbepalingen uit het verleden: yesterday, last week, last yearn 1997, 2 days ago etc.

Slide 6 - Tekstslide

Past continuous vs. past simple
Je gebruikt de past continuous i.c.m. de past simple om aan te geven dat er iets gebeurde (korte actie = past simple) terwijl er al iets aan de gang was (lange actie = past continuous).

 I was reading a book when the phone rang
I was washing my car when the accident happened

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Fill in the past simple: I .............. to my neighbour yesterday.
timer
0:20
A
talk
B
was talking
C
talked
D
were talking

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden voor de past simple?
timer
0:20
A
for, yet, never, ever
B
yesterday, last year, ago
C
always, often, usually, never
D
when/while

Slide 10 - Quizvraag

Fill in the past continuous: We ................... a good movie when the phone rang.
timer
0:20
A
watched
B
have watched
C
were watching
D
are watching

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden voor de past continuous?
timer
0:20
A
when, while
B
always, never, ever, often
C
right now, at the moment
D
yesterday, last week

Slide 12 - Quizvraag

Zijn de regels duidelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Past Simple & Past Continuous
I _______________ (wait) for the bus when it _______________ (start) to rain. 


Slide 14 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous
I WAS WAITING (wait) for the bus when it STARTED (start) to rain. 


Slide 15 - Tekstslide

Past Continuous & Past Continuous
While we ______________________ (walk) the dog, the neighbours _______________ (wash) their car. 

Slide 16 - Tekstslide

Past Continuous & Past Continuous
While we WERE WALKING (walk) the dog, the neighbours WERE WASHING (wash) their car. 

Slide 17 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous
 I _________________________ (read) the newspaper, when all of a sudden my cat ___________________ (jump) onto my lap. 

Slide 18 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous
 I WAS READING (read) the newspaper, when all of a sudden my cat JUMPED (jump) onto my lap. 

Slide 19 - Tekstslide

Activiteit
Schrijf nu in tweetallen een korte beschrijving (wanneer gebruik je ..., hoe maak je..., signaalwoorden etc.)  over de Past simple en de Past continuous

+ bij elk een voorbeeldzin

Slide 20 - Tekstslide

Zijn de aims voor deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll