Groep 7+8 zinsontleding Taal T1,2,3
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm?
De smid smeedt het ijzer.
De smid smeedt het ijzer.
A
de smid
B
smeedt
C
het
D
ijzer
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm?
Je .... toch twee broers?
Je .... toch twee broers?
A
hebben
B
heeft
C
hebt
D
heeft
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
De vuilniswagen leegt de containers.
De vuilniswagen leegt de containers.
A
de vuilniswagen
B
leegt
C
containers
D
vuilniswagen
Slide 6 - Quizvraag
"Juf is op zaterdag 21 juli jarig."
Wat is het 'onderwerp' in bovenstaande zin?
Wat is het 'onderwerp' in bovenstaande zin?
A
Juf
B
is
C
jarig
D
zaterdag
Slide 7 - Quizvraag
De politicus is vandaag gekozen
Wat is het gezegde?
Wat is het gezegde?
A
Vandaag
B
is
C
De politicus
D
Is gekozen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
De kinderen dragen vandaag een warme trui.
De kinderen dragen vandaag een warme trui.
A
de kinderen
B
dragen
C
dragen vandaag
D
dragen een trui
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het gezegde in deze zin:
Groep 8 heeft de eindtoets gemaakt.
Groep 8 heeft de eindtoets gemaakt.
A
Groep 8
B
heeft
C
de eindtoets
D
gemaakt
Slide 10 - Quizvraag
Vanmiddag belde hij de dokter.
(Wat is het lv?)
(Wat is het lv?)
A
vanmiddag
B
hij
C
de dokter
D
er is geen lv
Slide 11 - Quizvraag
Ik heb veel geld voor die trui betaald.
(lv?)
(lv?)
A
ik
B
veel geld
C
voor die trui
D
die trui
Slide 12 - Quizvraag
Bedenk zelf een zin waarin een
pv, ond, gez en lvw in zit.
pv, ond, gez en lvw in zit.
