Je wilt iemand overtuigen door middel van een betoog
Slide 4 - Tekstslide
Waar werken we naartoe?
Je hebt een mening Je wilt iemand overtuigen
Dit wil je doen door middel van een tekst
= Een betoog!
Slide 5 - Tekstslide
Stappen
1. Bepaal je standpunt
2. Bedenk argumenten 3. Verdiep je in tegenargumenten 4. Kies je argumenten 5. Maak een schrijfplan 6. Schrijf je tekst
Slide 6 - Tekstslide
Stap 1
Bepaal je standpunt
Standpunt = stelling = mening
VB: Scholen zouden dit hele jaar gesloten moeten blijven
Slide 7 - Tekstslide
Stap 2
Bedenk argumenten
Argumenten ondersteunen jouw standpunt
Hoe meer argumenten hoe beter Hoe meer argumenten gebaseerd op feiten hoe beter
Slide 8 - Tekstslide
Feitelijke argumenten --> controleerbaar
Waarderende argumenten --> bevat een oordeel
Slide 9 - Tekstslide
Argumenten herken je aan het signaalwoord want
Signaalwoord staat niet altijd in de tekst maar in je hoofd kun je ze voor een argument zetten.
Kijk maar:
Slide 10 - Tekstslide
Standpunt: Scholen zouden dit hele jaar gesloten moeten blijven
want het aantal besmettingen neemt toe want de online lessen zijn veel beter dan de gewone lessen want dan kunnen we langer uitslapen
Slide 11 - Tekstslide
Stap 3
Verdiep je in de tegenargumenten
Waarom zou de tegenpartij het niet met mij eens kunnen zijn? Met welke argumenten komt de tegenpartij? Zijn die argumenten wel sterk?
Slide 12 - Tekstslide
Stap 4: argumenten kiezen
Juiste argumenten: bevatten geen onwaarheden;
zijn aantoonbaar.
NIET: Koffie is slecht voor de gezondheid.
MAAR: Meer dan zes koppen koffie per dag is niet goed voor het hart.
Slide 13 - Tekstslide
Stap 4: argumenten kiezen
Geldige argumenten:
gaan over jouw standpunt;
gaan niet over iets anders.
NIET: Koffie is slecht voor je gezondheid want de kleur geel is lelijk
Slide 14 - Tekstslide
Stap 5 = het maken van een schrijfplan
Stap 6 = het schijven van je betogende tekst
Doe je dat goed? Dan overtuig je misschien wel mensen van jouw mening!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Volgorde
inleiding en conclusie
- hoofdgedachte centraal
inleiding: aandacht trekken
- persoonlijk maken, anekdote, grapje
logische volgorde tussen argumenten
Slide 17 - Tekstslide
Hoofdgedachte
hoofdgedachte = één zin (wat zegt de schrijver over het onderwerp?)
In betoog: hoofdgedachte = jouw standpunt
Slide 18 - Tekstslide
Oefenen
Schrijf een betoog!
Je mag zelf kiezen over welk onderwerp.
Dit gaan we doen in stapjes
Slide 19 - Tekstslide
Stappen
1. Schrijf je standpunt op
2. Bedenk argumenten en schrijf ze op 3. Verdiep je in tegenargumenten en schrijf ze op 4. Kies je argumenten en schrijf ze op 5. Vul het bouwplan in (zie P. 103 om te zien hoe) 6. Begin met het schrijven van je tekst