Korte herhaling van 25.1 (lezer overtuigen): wat is een standpunt, wat zijn argumenten, welk soort zijn er?
Huiswerk bespreken
Les 25.2: de lezer overtuigen: drogredenen en andere valkuilen
Hoe overtuig je mensen van jouw mening in een tekst?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Korte herhaling van 25.1 (lezer overtuigen): wat is een standpunt, wat zijn argumenten, welk soort zijn er?
Huiswerk bespreken
Les 25.2: de lezer overtuigen: drogredenen en andere valkuilen
Hoe overtuig je mensen van jouw mening in een tekst?
Slide 1 - Tekstslide
Les 25.1
De lezer overtuigen
Overtuigen = overhalen. Je wilt je gelijk krijgen!
Hoe doe je dat?
Slide 2 - Tekstslide
Dat kan zo:
...maar dat is natuurlijk niet hoe we het willen hebben
Slide 3 - Tekstslide
Het veel netter (formeler!) om je uit te drukken door middel van woorden.
Bijvoorbeeld door het schrijven van een betogende tekst (een betoog).
Denk bijv. aan een pamflet of een facebookbericht
Slide 4 - Tekstslide
Dus,
Je hebt een mening Je wilt iemand overtuigen
Dit wil je doen door middel van een tekst
Waar begin je?????
Slide 5 - Tekstslide
Stap 1
Bepaal je standpunt en kijk hoe je die het beste kunt formuleren
Standpunt = stelling = mening
VB: Scholen zouden dit hele jaar gesloten moeten blijven
Slide 6 - Tekstslide
Stap 2
Bedenk argumenten
Argumenten ondersteunen jouw standpunt
Hoe meer argumenten hoe beter Hoe meer argumenten gebaseerd op feiten hoe beter
Slide 7 - Tekstslide
VB: Scholen zouden dit hele jaar gesloten moeten blijven want het aantal besmettingen neemt toe, de online lessen zijn veel beter dan de gewone lessen en we kunnen langer uitslapen
Slide 8 - Tekstslide
Argumenten herken je aan het signaalwoord want
Signaalwoord staat niet altijd in de tekst maar in je hoofd kun je ze voor een argument zetten.
Kijk maar:
Slide 9 - Tekstslide
Standpunt: Scholen zouden dit hele jaar gesloten moeten blijven
want het aantal besmettingen neemt toe want de online lessen zijn veel beter dan de gewone lessen want dan kunnen we langer uitslapen
Slide 10 - Tekstslide
Ik vind dat supermarkten 24/7 open moeten zijn. [Er zijn immers mensen die alleen 's nachts boodschappen kunnen doen.]
A
Standpunt
B
Argument
Slide 11 - Quizvraag
Stap 3
Verdiep je in de tegenargumenten
Waarom zou de tegenpartij het niet met mij eens kunnen zijn? Met welke argumenten komt de tegenpartij? Zijn die argumenten wel sterk?
Slide 12 - Tekstslide
Soorten argumenten
Slide 13 - Tekstslide
Feitelijke argumenten --> controleerbaar
Waarderende argumenten --> bevat een oordeel
Slide 14 - Tekstslide
Komkommer bestaat voor 95% uit water
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 15 - Quizvraag
Feitelijk of waarderend?
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 16 - Quizvraag
"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want ontgroeningen zijn echt beschamend."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Verzin zelf het derde argument
Slide 19 - Open vraag
Wat is het standpunt van de schrijver?
Slide 20 - Open vraag
Pas als je weet wat je standpunt is, wat mogelijke argumenten zijn en wat eventuele tegenargumenten kunnen zijn, kun je gaan schrijven!
Slide 21 - Tekstslide
Stap 4 = kies je argumenten
Slide 22 - Tekstslide
Stap 4: argumenten kiezen
Juiste argumenten: bevatten geen onwaarheden;
zijn aantoonbaar.
NIET: Koffie is slecht voor de gezondheid (=vaag, en bevat geen aantoonbaar bewijs).
MAAR: Meer dan zes koppen koffie per dag is niet goed voor het hart.
Slide 23 - Tekstslide
Stap 4: argumenten kiezen
Geldige argumenten:
gaan over jouw standpunt;
gaan niet over iets anders.
NIET: Koffie is slecht voor je gezondheid want de kleur geel is lelijk
Slide 24 - Tekstslide
Valkuilen (drogredenen)
Cirkelredenering
Het argument en standpunt zijn gelijk.
Het argument voegt niets nieuws toe.
Bijv. Te veel koffiedrinken is slecht voor de gezondheid, omdat het om een grote hoeveelheid koffie gaat.
Slide 25 - Tekstslide
Valkuilen (drogredenen)
Te snelle conclusie
Argument over één specifiek geval
Bijv. De dokter zei tegen mijn moeder dat zij minder koffie moest drinken, dus het is beter om minder koffie te drinken.
Slide 26 - Tekstslide
Welk argument is een cirkelredenering? Welk argument is een te snelle conclusie?
Zie blz. 105 van je boek
Slide 27 - Tekstslide
Welk argument is een cirkelredenering?
Slide 28 - Open vraag
Welk argument is een te snelle conclusie?
Slide 29 - Open vraag
Stap 5 = het maken van een schrijfplan
Stap 6 = het schijven van je betogende tekst
Doe je dat goed? Dan overtuig je misschien wel mensen van jouw mening!