Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Connaitre 3H
Wat betekent Connaître
1 / 28
volgende
Slide 1:
Open vraag
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat betekent Connaître
Slide 1 - Open vraag
Verbe G - connaître
présent
Je connais
Tu connais
Il connaît
Nous connaissons
Vous connaissez
Ils connaissent
Imparfait:
nous-vorm + uitg
- ais
- ais
- ait
- ions
- iez
-aient
futur simple:
heel ww+ uitg.
- ai
- as
- a
- ons
- ez
-ont
Slide 2 - Tekstslide
Connaître - Présent
(ik ken)
Je connais
Tu connais
Il/Elle/On connait
Nous connaissons
Vous connaissez
Ils/Elles connaissent
Connaître - Passé Composé
(ik heb gekend)
J' ai connu
Tu as connu
Il/Elle/On a connu
Nous avons connu
Vous avez connu
Ils/Elles ont connu
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoorden :
CONNAITRE - VOIR
Leer ze in deze tijden:
Présent - Passé Composé - Imparfait - Futur Simple - Conditionnel
-RE (Présent)
-s
-s
-t
-ons
-ez
-ent
Passé Composé: -u
Slide 4 - Tekstslide
Connaître - Imparfait
(ik kende)
Je connaissais
Tu connaissais
Il/Elle/On connaissait
Nous connaissions
Vous connaissiez
Ils/Elles connaissaient
Connaître - Futur Simple
(ik zal kennen)
Je connaitrai
Tu connaitras
Il/Elle/On connaitra
Nous connaitrons
Vous connaitrez
Ils/Elles connaitront
Slide 5 - Tekstslide
Connaître = kennen
Présent = ik ken
je connais
tu connais
il/elle/on connait
nous conaissons
vous connaissez
ils/elles connaissent
Slide 6 - Tekstslide
Wat is denk je de stam van de imparfait?
A
connais-
B
connait-
C
connaiss-
D
conn-
Slide 7 - Quizvraag
Connaître = kennen
Imparfait = ik kende
Je connaiss-ais
Tu connaiss-ais
Il/elle/on connaiss-ait
nous connaiss-ions
vous connaiss-iez
ils/elles connaiss-aient
Slide 8 - Tekstslide
Welke letter zit altijd in de uitgang van de imparfait?
A
a
B
i
C
t
D
s
Slide 9 - Quizvraag
Wat is, denk je, het hulpwerkwoord van connaître in de passé composé?
A
avoir
B
être
Slide 10 - Quizvraag
Connaître = kennen
Passé composé = ik heb gekend
j'ai connu
tu as connu
il/ell/on a connu
nous avons connu
vous avez connu
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het voltooid deelwoord van connaître?
A
connu
B
avoir
Slide 12 - Quizvraag
Wat is, denk je, de stam van de futur van connaître?
A
connaitre-
B
connaitr-
C
connaît-
D
connaitrer-
Slide 13 - Quizvraag
Hoe vertaal je de futur van connaître?
A
ik zal kunnen
B
ik ga kunnen
C
ik zou kunnen
D
ik had gekund
Slide 14 - Quizvraag
Connaître = kennen
Futur = ik zal kennen
Je connaitr-ai
tu connaitr-as
il/elle/on connaitr-a
nous connaitr-ons
vous connaitr-ez
ils/elles connaitr-ont
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de present?
A
Tu connaissais
B
Tu connais
C
Tu connaitras
D
Tu connaitre
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de futur simple?
A
Je connaitrais
B
Je connaitrai
C
Je connaissais
D
Je suis connu
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de imparfait?
A
Je connaitrais
B
Je cannais
C
Je connaissais
D
Je connaissaitrais
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de passe compose?
A
Elles ont connu
B
Elles connaissaient
C
Elles sont connu
D
Elles connaitre
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de passe compose?
A
Tu es connu
B
Tu as connu
C
Tu connaissais
D
Tu connaitras
Slide 20 - Quizvraag
je (présent)
A
je connait
B
je connais
C
je connaitrai
D
je connaissais
Slide 21 - Quizvraag
nous (futur simple)
A
connaitrons
B
conaitrons
C
connaissiez
D
connaissions
Slide 22 - Quizvraag
Vous ______ cette histoire? (connaitre, imparfait)
Slide 23 - Open vraag
ils (passé composé)
A
ils connu
B
ils sont connu
C
ils connus
D
ils ont connu
Slide 24 - Quizvraag
Il ____ qu'elle était très malheureuse. (paraitre, présent)
Slide 25 - Open vraag
Un jour, ils ____ à une grande fête. (apparaitre, p.c.)
Slide 26 - Open vraag
On _____ les mots 'bonjour' et 'au revoir' dans beaucoup de langues! (connaitre, futur simple)
Slide 27 - Open vraag
Maak twee volledige zinnen met het werkwoord connaitre
Slide 28 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Connaitre 3H
Maart 2021
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Connaitre 3H
April 2024
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Connaître 3V
Maart 2021
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les klas 3 - connaître
Maart 2020
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les klas 3 - connaître
Januari 2022
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
connaître - 13.1
Maart 2022
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H Ch3 Bron G cmf
Januari 2023
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H Ch3 Bron G
Februari 2021
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3