Quiz spijsvertering,voedingstoffen,bloed/lymfe, ademhaling en uitscheiding

Grote kennisquiz 
Ademhaling,stofwisseling,spijsvertering,
voeding en  bloed & lymfe 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAAFMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grote kennisquiz 
Ademhaling,stofwisseling,spijsvertering,
voeding en  bloed & lymfe 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan je beter door je neus ademhalen ?
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de slokdarm wordt de volgende voedingsstof verteerd
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Geen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is metabolisme?
A
Zuurgraad
B
Enzymen
C
Osmose
D
Stofwisseling

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het eindproduct van vertering van eiwitten ?
A
Glucose
B
Glycerol
C
Aminozuren
D
Glycogeen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het begin van een slikbeweging gaat …
A
de huig omhoog en het strotteklepje omhoog
B
de huig omlaag en het strotteklepje omhoog
C
de huig omhoog en het strotteklepje omlaag
D
de huig omlaag en het strotteklepje omlaag

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Korte herhaling spijsvertering
Slokdarm
Dikke darm
Maag
Dunne darm
Anus

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het het eerste deel van de dunne darm?
A
Kronkeldarm
B
Nuchtere darm
C
12 vingerige darm

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de lever?
A
de lever produceert gal en slaat gal op
B
de lever produceert gal, maar slaat gal niet op
C
de lever produceert geen gal, maar slaat gal wel op
D
de lever produceert geen gal en slaat gal ook niet op

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste functie van darmvlokken?
A
resorptie van voedingsstoffen
B
afbraak van voedingsstoffen
C
excretie(uitscheiden) van voedingsstoffen
D
stapeling van voedingsstoffen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat behoort tot de brandstoffen?
A
Eiwitten en mineralen
B
Koolhydraten en vetten
C
Eiwitten en Vitaminen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk enzym is in het speeksel aanwezig?
A
amylase
B
lipase
C
pepsine
D
erepsine

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke producten tref je onverzadigde vetten aan?
A
Olijfolie en vis
B
Noten en varkensvlees
C
Vette vis en boerenkaas
D
Vloeibaar frituurvet en roomboter

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen witte bloedcellen?
A
vervoeren zuurstof
B
vervoeren afvalstoffen
C
hebben geen functie
D
maken ziekteverwekkende stoffen onschadelijk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn lymfocyten?
A
Rode bloedcellen die zorgen voor gastransport
B
Witte bloedcellen die antistoffen maken

Slide 16 - Quizvraag

een bepaald soort witte bloedcellen, afweer cel in het lichaam
zuurstof arm 
kleine bloedsomloop
zuurstof rijk
grote bloedsomloop
zuurstof rijk
kleine bloedsomoop
zuurstof arm
grote bloedsomloop

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar worden rode bloedcellen aangemaakt ?
A
Milt
B
Lever
C
Rood beenmerg

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar start de grote bloedsomloop?
A
Onderste holle ader
B
Rechter boezem
C
Linker kamer
D
Rechter kamer

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van hemoglobine?
A
Door hemoglobine wordt het bloed dikker
B
Het is noodzakelijk de zuurstof opname
C
Bevordert de zuurstof afgifte in de longen
D
Door hemoglobine wordt het bloed dunner

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lichaampjes van Malphigi bestaan uit kluwen slagaderlijke haarvaten die we ... noemen
A
Lis van Henle
B
Kapsel van Bowman
C
Glomeruli
D
Tubulus

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in de nieren vindt de opslag van urine plaats voordat het naar de blaas wordt afgevoerd?
A
In de urineleider
B
In de nierbekken
C
In het niermerg

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Urinebuis
Blaas 
Urineleider
Nier

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies